Vanmiddag dienden Tweede Kamerleden Frank Futselaar en Sandra Beckerman, beide vertegenwoordigers van de SP, Kamervragen in naar aanleiding van het bericht dat de SSH& voortaan haar kamers zal verhuren door middel van loting.
Tekst: Myrte Nowee
Het nieuws dat de SSH& vanaf juli 2020 haar kamers via loting zal verhuren, liep als een lopend vuurtje. Zo startte niet alleen studentenvakbond AKKU een petitie tegen het nieuwe beleid, maar bereikte het nieuws ook de Tweede Kamer. De Kamerleden Frank Futselaar en Sandra Beckerman stellen naar aanleiding van het nieuws, vragen aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister van Binnenlandse Zaken over hoe dit beleid zo plotseling is doorgevoerd.
Afspraken niet nageleefd
In het Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting is namelijk afgesproken dat onderwijsinstellingen, gemeenten, studentenbonden en verhuurders in een gemeente met elkaar moeten overleggen over zaken rondom de studentenhuisvesting. ‘Dat is in het geval van de SSH& niet nageleefd’, stelt Futselaar. Ondanks dat de SSH& hier wettelijk niet mee in de fout is gegaan, omdat het een afspraak betreft en geen wet, wil Futselaar de zaak wel bespreken. ‘Normaal gesproken zouden wij niet snel Kamervragen stellen over één studentenhuisvestigingorganisatie, maar doordat de afspraken nu zo makkelijk aan de kant zijn geschoven wordt dit een landelijk probleem.’
Futselaar vraagt zich namelijk af wat zo’n actieplan waard is wanneer instanties zich niet aan de afspraken hoeven te houden. ‘We willen voorkomen dat ditzelfde probleem zich ook in andere steden gaat voordoen, omdat het in Nijmegen zo gemakkelijk is gegaan. Daarom willen wij de ministers vragen om een uitspraak te doen over het negeren van het Actieplan en om een moreel oordeel te vellen over de gedupeerden.’ Hoewel de ministers geen juridische middelen hebben, hebben zij volgens Futselaar wel moreel gezag.
Moreel oordeel
Wat er na een eventuele uitspraak zal gebeuren is niet duidelijk. ‘Ik weet niet of de SSH& het plan zal intrekken wanneer de ministers erover oordelen, maar het helpt mogelijk wel met het aanmoedigen van een schappelijk overgangstraject.’ Futselaar vindt dat veel studenten met drie á vier jaar wachttijd gedupeerd zijn door de nieuwe regeling. Over of de loting op zichzelf een goede regeling is, heeft hij geen mening. ‘Dat zou ik op dit moment niet weten. Het gaat er nu om dat veel studenten met de regeling zoals deze er nu ligt worden benadeeld.’
Het onderwerp wordt naar verwachting binnen een maand in de Tweede Kamer besproken. Mogelijk duurt dit langer.