Een groot deel van de lenende studenten heeft meer last van psychische klachten en ervaart meer prestatiedruk dan niet-leners. Dit blijkt uit een enquête van Motivaction die in opdracht van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) is afgenomen bij studenten. ISO-voorzitter Tom van de Brink maakt zich zorgen over de resultaten. ‘De kogel is door de kerk. Veel studenten ervaren prestatiedruk en psychische klachten door het leenstelsel. Dat is een grote zorg voor onze samenleving, want achter deze schokkende cijfers zitten echte mensen.’
De klachten
De meerderheid van de studenten leent met zorgen blijkt uit de enquête die is afgenomen bij 563 hbo- en wo-studenten. ‘Het onderzoek is een landelijke peiling. Dit is belangrijk om een representatief beeld te krijgen van het verschil tussen leners en niet leners’, legt Van de Brink uit. Van de deelnemers geeft vijftig procent aan zich vaak extreem vermoeid te voelen en geeft veertig procent aan emotioneel uitgeput te zijn. Verder laat negentien procent weten bezorgd te zijn over het krijgen van een burn-out. ‘Het is slecht gesteld met de prestatiedruk en de psychische klachten onder lenende studenten. 73 procent van de lenende studenten geeft aan toegenomen prestatiedruk of psychische klachten te ervaren. Dat is een heel groot percentage.’
Niet alleen psychische klachten zijn uit het onderzoek naar voren gekomen. Ook blijkt dat 52 procent van de lenende studenten afziet van sociale activiteiten of nevenactiviteiten. ‘Een verklaring hiervoor is dat lenende studenten bang zijn om nog meer kosten te maken dan dat ze al doen.’ Van den Brink vindt dit een verontrustend gevolg van het leenstelsel. ‘Het is juist belangrijk dat studenten ten tijden van hoge prestatiedruk met anderen op kunnen trekken, ook in informele situaties. Als dit wegvalt, creëren we een generatie die loskomt van een gezonde omgeving. Dat moeten we niet willen.’
Wat moet er gebeuren
Volgens Van den Brink is het belangrijk om stappen te nemen naar aanleiding van de resultaten uit het onderzoek. ‘We moeten een open en eerlijk debat voeren met Ingrid van Engelshoven, de minister van Onderwijs, en de Kamerleden die het leenstelsel zijn begonnen. Dit is belangrijk omdat de effecten van het leengedrag nu vaak worden weggemoffeld.’ Daarnaast vindt hij dat het negatieve sentiment rondom lenen moet worden verholpen. ‘Dit kan worden gedaan door het afschaffen van de renteverhoging op het lenen’, stelt Van den Brink. ‘Het is de hoogste tijd om de financiële positie van studenten te verbeteren, en niet te verslechteren.’
Ook universiteiten spelen een rol in de discussie en dienen een maatschappelijk voorbeeld te zijn volgens Van den Brink. ‘Universiteiten leiden mensen op die blijkbaar last hebben van de psychische en sociale effecten van het leenstelsel. Het hoeft geen zorginstelling te worden, maar het is belangrijk dat zij hun verantwoordelijkheid nemen.’ Woordvoerder Martijn Gerritsen van de Radboud Universiteit (RU) geeft aan het onderzoeksrapport nog niet te hebben doorgenomen. Wel laat hij weten dat de RU het welzijn van haar studenten erg belangrijk vindt. ‘Vorig jaar werd voor het eerst de Radboud Well-Being Week georganiseerd. Deze week is bedoeld om het welzijn van studenten op de agenda te krijgen. Het doel is dat mensen hier met elkaar over in gesprek gaan’, vertelt Gerritsen.