Uit een gezamenlijk onderzoek van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) en het Promovendi Netwerk Nederland (PNN) blijkt dat een groot deel van de promovendi de scholing en begeleiding bij het geven van onderwijs onvoldoende vindt.
Illustratie: Sascha Wijnhoven
Grafieken: ISO en PNN
Lesgeven moet je leren
In het onderzoek, dat onder 257 promovendi van alle universiteiten behalve de Open Universiteit werd uitgevoerd, geeft maar liefst 46 procent aan dat de scholing en begeleiding bij het geven van onderwijs onvoldoende is. 
Van de ondervraagden geeft zelfs 35 procent aan dat zij zonder enige vorm van scholing zijn begonnen met het lesgeven.
Daarnaast zegt 49 procent van de promovendi niet tevreden te zijn over deze begeleiding. Simon Theeuwes, bestuurslid van het ISO: ‘Lesgeven is een vak apart. Promovendi hebben lang niet altijd onderwijservaring, daarom moeten universiteiten promovendi goede scholing en begeleiding aanbieden. Pas dan kan de onderwijskwaliteit verbeteren.’
Tijd voor onderwijs kwijt
Volgens het onderzoek geeft 70 procent van de promovendi aan meer tijd aan onderwijs te besteden dan waar zij voor betaald krijgt.
Charlotte Gaasterland, bestuurslid van het PNN: ‘De motivatie van promovendi om meer te leren over het geven van onderwijs is duidelijk aanwezig. Dat is een goed teken, maar we zijn teleurgesteld in het feit dat veel promovendi niet de tijd en scholing krijgen waar ze behoefte aan hebben.’
Op basis van het onderzoek komen de organisaties later vandaag met adviezen in een rapport getiteld ‘De promovendus als docent’.
In februari vorig jaar wijdde ANS een openingsartikel aan het feit dat er op universiteiten in Nederland weinig prioriteit ligt bij het geven van goed onderwijs.
