Onderwijsinstellingen die zich ten onrechte een hogeschool of universiteit noemen, riskeren een boete van maximaal 810 duizend euro. Dat wil minister Bussemaker van Onderwijs bereiken door middel van een wetsvoorstel.
Bussemaker wil in de wet vastleggen wanneer een instelling zichzelf ‘universiteit’ of ‘hogeschool’ mag noemen. Volgens haar mogen alleen levensbeschouwelijke instellingen, zoals de Radboud Universiteit, of door de overheid betaalde instellingen de titel ‘universiteit’ dragen. Nyenrode Business Universiteit, TiasNimbas Business School en de Transnationale Universiteit Limburg zijn hierop een uitzondering en mogen ondanks deze regel wel de titel universiteit dragen. Instellingen mogen de naam ‘hogeschool’ dragen volgens de wet als ze door de overheid zijn gefinancierd of als ze particulier zijn met een stempel van goedkeuring hebben gekregen van het Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie.
De instellingen die niet aan deze eisen voldoen, kunnen een boete krijgen van maximaal 810 duizend euro of een boete van 10 procent van de omzet van de zogenaamde ‘hogeschool’ of ‘universiteit’. Zij mogen zich dan niet aansluiten bij het exclusieve clubje van de Nederlandse universiteiten. Verschillende instellingen in Nederland, zoals ‘Hogeschool Geesteswetenschappen Utrecht’ en de ‘Wittenborg University’, zijn nu gedwongen hun naam te veranderen, om te voorkomen dat ze op de bon worden geslingerd.
Bussemaker is wel bereid om uitzonderingen te maken. Prestigieuze universiteiten als Oxford en Harvard mogen zich wel vestigen in Nederland, ook al vallen zij niet onder de gestelde criteria. De minister zal daarom kijken naar de internationale ranglijsten van beste universiteiten of deze zich een universiteit mogen noemen in Nederland.