Het bestuur van de Universiteit van Amsterdam (UvA) heeft een gepeperde open brief geschreven aan minister van Onderwijs Ingrid van Engelshoven en de Tweede Kamer. Volgens de bestuurders is het tijd voor een ‘ommekeer’ in de manier waarop universiteiten worden gefinancierd.
Het grootste probleem dat het bestuur aankaart, is dat universiteiten steeds minder geld per student krijgen om onderwijs te maken. Tegelijkertijd wordt er te weinig geïnvesteerd in onderwijs over de praktische kanten van onderzoek, iets wat volgens het UvA-bestuur juist van groot belang is bij een academische opleiding. Vooral in de sociale wetenschappen en de geesteswetenschappen wordt te weinig geld gestoken in onderwijs en onderzoek. Dit terwijl deze sectoren minstens zo belangrijk zijn als de rest van de universiteit. Al met al komt er te weinig geld binnen om alle doelen te realiseren en een brede universiteit in stand te houden. Het UvA-bestuur benadrukt daarom dat de oplossing niet ligt in een andere manier van werken, maar vooral in ‘een halt aan de gedachte dat het nog doelmatiger of efficiënter kan’. In plaats daarvan moet er gewoon meer geld naar onderwijs en onderzoek.
Dat dit niet alleen problemen zijn die op de UvA spelen, mag duidelijk zijn. Martijn Gerritsen, woordvoerder van de Radboud Universiteit (RU), laat in een schriftelijke reactie weten dat ook de RU zich herkent in de punten die het bestuur van de UvA noemt. Zo heeft de RU net zo goed te maken met de afnemende bekostiging per student en het feit dat budgetten voor onderzoek steeds vaker op een tijdelijke basis worden gegeven.