Minister Ingrid van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur, Wetenschap) sloot maandagmiddag de academische jaaropening van de Radboud Universiteit (RU) af. Na afloop ging ze met ANS in gesprek over solidariteit en het behoud van goed onderwijs in coronatijd binnen de universiteit. ‘Het is alle hens aan dek voor universiteiten die moeten omschakelen.’
In haar afsluitende toespraak sprak Van Engelshoven haar lof uit voor de RU, die volgens haar een snelle transitie naar online onderwijs inzette. ‘Wat er afgelopen voorjaar is gedaan, was een digitale revolutie in het onderwijs’, licht de minister toe. ‘De kwaliteit van het hoger onderwijs moet wel behouden blijven. Instellingen worden daar net als voorheen op getoetst.’ Dat ervaringen van studenten over de online colleges soms uiteenlopen, begrijpt Van Engelshoven. ‘Het is echt een enorme opgave als jij als docent al tien of twintig jaar een bepaalde cursus geeft en van de ene op de andere dag moet omschakelen naar online onderwijs. We moeten er begrip voor hebben dat het bij de ene docent wat makkelijker gaat dan bij de ander.’
De minister prijst de hulp die docenten aan de RU hierin krijgen. ‘Wat ik van het College van Bestuur hoorde is dat het Teaching and Learning Centre zich daar hard voor inspant. Daarnaast heb ik voorbeelden gezien van studenten die tegen hun docenten zeiden: ik kom u wel even een handje helpen. Dat vind ik een mooie vorm van solidariteit in een crisis.’
Collegegeld
Vanuit sommige studenten is er onbegrip over het collegegeld, dat ondanks het afgenomen gebruik van de universitaire faciliteiten hetzelfde is gebleven. Van Engelshoven legt uit waarom het geen optie is dit te verlagen. ‘We blijven het geld dat bedoeld was om de kwaliteitsafspraken na te komen volop inzetten. Het is nu alle hens aan dek voor universiteiten die moeten omschakelen. Daar moet je wel in kunnen investeren.’ Bovendien, zo stelt de minister, is een coronadiploma aan de universiteit nog evenveel waard als een diploma dat voorheen werd behaald.
Desondanks zegt ze het te begrijpen als studenten met vragen en problemen zitten. ‘Ik vind het een ongelofelijk ingewikkelde tijd voor jonge mensen.’ De minister roept studenten dan ook op waar mogelijk toch samen te komen. ‘Juist in de academische gemeenschap hebben mensen het zo ontzettend nodig elkaar te zien.’ Van Engelshoven vertelt over haar studerende dochter, die grote waarde hecht aan fysieke nabijheid tijdens discussies. ‘Kijk naar wat er kan en zoek elkaar op. Het vraagt van studenten veel verantwoordelijkheid om dat op een goede manier te doen, maar daar waar het kan moet dat wel mogelijk zijn.’