Het percentage vrouwelijke hoogleraren aan de Radboud Universiteit (RU) is opnieuw licht gestegen. Dat blijkt uit de Monitor Vrouwelijke Hoogleraren 2020, die het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren gisteren presenteerde.
Uit de jaarlijkse monitor, waarin de cijfers zijn gebaseerd op het voorgaande jaar, blijkt dat het percentage vrouwelijke hoogleraren ten opzichte van het voorgaande jaar met 0,3 procentpunt is gestegen. In 2018 was 29,3% van de hoogleraren in Nijmegen een vrouw, het jaar daarna stond de teller op 29,6%. De universiteit staat daarmee in de landelijke top drie, onder de Open Universiteit en de Universiteit Maastricht.
Streefcijfers
Met dit percentage is het streefcijfer van de RU van 25% vrouwelijke hoogleraren in 2020 bereikt. Ook landelijk gezien is dit goed nieuws: in de monitor staat te lezen dat de critical mass voor 2025, namelijk dat 1 op de 3 Nederlandse hoogleraren een vrouw is, moet zijn behaald. De RU loopt wat dat betreft op schema. RU-woordvoerder Martijn Gerritsen laat weten dat er op allerlei manieren wordt gewerkt aan het vergroten van het percentage vrouwelijke hoogleraren. ‘We hebben speciale commissies in de werving van vrouwelijke medewerkers.’ Gerritsen laat weten dat er ook de Christine Mohrmanstipendia zijn. Per jaar worden tien stipendia uitgereikt aan veelbelovende vrouwelijke promovendi. Daarnaast is er nog het Christine Mohrmannprogramma, met als doel gendergelijkheid te bevorderen binnen het wetenschappelijk en ondersteunend personeel. Er is echter wel werk aan de winkel. Het nieuwe streefpercentage van het aandeel vrouwelijke hoogleraren dat de RU voor zichzelf in 2025 stelt, is 36%. Met de stijging van 0,3 procentpunt die zich van 2018 op 2019 heeft voorgedaan, zal dat bij lange na niet worden gehaald.