De Radboud Universiteit (RU) heeft in samenwerking met andere betrokken partijen het doel gesteld om het autogebruik op de Campus Heijendaal omlaag te brengen. Op deze manier wordt de verkeersveiligheid in het gebied bevorderd.
De RU heeft deze ambitie samen met het Radboudumc, de HAN, het ROC en de Gemeente Nijmegen uitgesproken. Het gebied waar het om draait loopt vanaf het Technovium ROC aan de Heyendaalseweg tot aan de campus van de RU. Door de vele reizigers ontstaat hier vaak verkeersdrukte, met onveilige situaties als gevolg. ‘De rotonde tussen het Erasmus- en het Elineor Ostromgebouw levert bijvoorbeeld vaak risicovolle situaties op’, aldus Martijn Gerritsen, woordvoerder van de RU. Het autogebruik op de campus moet daarom met twintig procent worden teruggebracht. Om dat te bewerkstelligen is het de bedoeling dat automobilisten meer om de campus heen worden gestuurd, in plaats van er overheen. Zo wordt de Erasmuslaan tussen het Grotiusgebouw en het Erasmusgebouw geen doorgaande weg meer voor automobilisten. Ook komt er een omleiding naar de parkeerplaats van de universiteit bij het Elineor Ostromgebouw. Het autoverkeer dat naar de universiteitscampus komt, hoeft hierdoor niet meer over de campus zelf te rijden.
Ter vervanging van het afgenomen autogebruik willen de partijen het gebruik van het openbaar vervoer en de fiets stimuleren. Zo wordt het treinstation Heyendaal de komende jaren verbouwd, waardoor er ruimere perrons en betere verbindingen met de campus komen. Ook wil de universiteit het fietsgebruik onder medewerkers en studenten bevorderen. ‘We organiseren bijvoorbeeld probeerweken voor de elektrische fiets’, legt Gerritsen uit. ‘Daarnaast hebben we een systeem waarmee medewerkers vanaf de campus een auto kunnen lenen. Daardoor kunnen ze ’s ochtends met de fiets naar hun werk komen en alsnog naar een afspraak op een locatie die niet met de fiets bereikbaar is.’
De verwezenlijking van de uitgesproken ambities laat voorlopig nog op zich wachten. ‘Er worden eerst nog gesprekken met buurtbewoners gevoerd en er moet een plan voor de financiering worden gemaakt’, aldus Gerritsen. ‘Op basis daarvan kunnen we verdere stappen zetten.’