De komende jaren gaan er grondige veranderingen plaatsvinden binnen de Faculteit der Letteren. Wat staat er te gebeuren en wat vinden studenten en medewerkers er eigenlijk van? ANS zoekt het uit in twee artikelen, met in het eerste deel informatie over de precieze plannen van de faculteit. In deel twee: reacties van studenten en medewerkers op de plannen.
Studentenzorgen
Roosmarijn Dirx, tweedejaars bachelorstudent Kunstgeschiedenis, en Niek Steenhuis, masterstudent Kunstgeschiedenis en Filosofie, maken deel uit van een groep letterenstudenten van verschillende opleidingen die zich zorgen maken over de plannen voor de Letterenfaculteit. De studenten hebben bijvoorbeeld bezwaar tegen de grote nadruk op interdisciplinariteit en samenhang tussen studies. ‘Dit lijkt een eerste stap naar het samenvoegen van opleidingen, wat ten koste gaat van de diepgang van het onderwijs’, vertelt Dirx. ‘Daarom maak ik me zorgen over hoe mijn opleiding er over tien jaar uit gaat zien.’ Daar is Steenhuis het mee eens. ‘Ook op andere plekken zie je dat Letteren steeds meer een liberal arts opleiding wordt, die heel breed is, maar weinig de diepte ingaat’, vindt Steenhuis. ‘We moeten ons afvragen of het academische niveau van het onderwijs gewaarborgd blijft. Een universitaire opleiding moet geen beroepsopleiding worden, maar met de nieuwe plannen komt er veel nadruk op praktijkgericht onderwijs te liggen.’ De studenten geven ook aan moeite te hebben met de verantwoording die de faculteit geeft voor de plannen. ‘De faculteit pretendeert dat het geen bezuinigingsactie is, maar in werkelijkheid draait het wel om geld’, zegt Steenhuis. ‘Om de financiën van de faculteit op orde te krijgen, wordt studenten de vrijheid afgenomen om de studie in te richten zoals zij dat willen’, zegt Steenhuis. ‘Het gaat de faculteit niet om de kwaliteit van onderwijs, het gaat om het behoud van banen. Wees daar als faculteit eerlijk over.’
‘De plannen kunnen voor kleine opleidingen desastreuze gevolgen hebben voor het programma.’
Onvoorziene gevolgen
Niet alleen studenten hebben grote bezwaren tegen de plannen van de Letterenfaculteit. Paula Fikkert, hoogleraar eerste taalverwerving en fonologie bij de studie Nederlandse Taal en Cultuur, voorziet grote problemen met de plannen van de faculteit. ‘De drie problemen die de faculteit wil aanpakken zijn niet noodzakelijk aan elkaar gelinkt en het is jammer dat ze nu als een pakket worden behandeld.’ Dat de faculteit de werkdruk onder docenten aan wil pakken, vindt ze nobel, maar de manier waarop dat nu gaat gebeuren heeft grote consequenties. ‘Voor opleidingen met weinig studenten betekent dat weinig geld, en dus een geringer cursusaanbod, zeker als docenten meer uren krijgen voor cursussen. Dat kan voor kleine opleidingen desastreuze gevolgen hebben voor het programma, waardoor die studierichtingen nog minder aantrekkelijk worden voor middelbare scholieren.’ Verder is Fikkert sceptisch over het voorstel om de faculteit op te delen in drie departementen, een besluit waarvan het nut haar niet helemaal duidelijk is. ‘Bij Nederlands moeten we in twee departementen gaan werken. We werken bijvoorbeeld veel samen met Taalwetenschap en die afdeling komt in een ander departement. Ik zie niet in hoe een structuur met drie departementen de communicatie makkelijker maakt, omdat daarnaast de opleidingen blijven bestaan.’ Verder is Fikkert bezorgd dat het inruilen van minoren voor profielen met denktanks ten koste gaat van de verdieping in het academische onderwijs ten gunste van meer praktijkgericht en interdisciplinair onderwijs. Daarnaast kleven er praktische bezwaren aan de invoering van denktanks voor alle studenten.
‘We vinden het erg kwalijk dat de faculteit studenten weinig heeft ingelicht en betrokken bij het proces.’
Weinig overleg en haastwerk
Studenten en medewerkers van de letterenfaculteit hebben overigens niet alleen inhoudelijke bezwaren, ook over de manier waarop de plannen tot nu toe gemaakt zijn ze niet te spreken. ‘We vinden het erg kwalijk dat de faculteit studenten weinig heeft ingelicht en betrokken bij het proces’, vertelt Dirx, zelf lid van de Opleidingscommissie van Kunstgeschiedenis. ‘Met kritiek vanuit de Opleidingscommissies is weinig gedaan en andere studenten zijn helemaal niet ingelicht of pas op het laatste moment.’ Mede daarom hebben de studenten besloten nu zelf actie te ondernemen, met een ingezonden brief op Voxweb en een gesprek met onderwijsdirecteur Edwin van Meerkerk. Niet alleen is er weinig overleg geweest met studenten, volgens Fikkert zijn docenten ook nauwelijks betrokken geweest. ‘De taakgroepen zijn van bovenaf samengesteld, waardoor Taalwetenschap en de kleinere talenstudies onvoldoende vertegenwoordigd zijn, terwijl de maatregelen voor hen de grootste gevolgen hebben.’ Een ander probleem is het tijdsbestek waarin de plannen moeten worden bedacht en doorgevoerd. De faculteit wil de veranderingen zo snel mogelijk doorvoeren, maar zowel de studenten als Fikkert vinden het tijdpad niet heel realistisch. ‘Het herzien van de onderwijsprogramma’s maakt de werkdruk nog hoger, terwijl de plannen juist werkdrukverlichting beogen’, vertelt Fikkert. ‘Bovendien wil het faculteitsbestuur de plannen stapsgewijs invoeren, waardoor het onderwijs in wezen twee keer veranderd.’ Vanwege de tijdnood raden Dirx en Steenhuis de faculteit aan de plannen een jaar uit te stellen. ‘De faculteit zegt dat de plannen pas echt invloed zullen hebben als de studenten in hun tweede jaar zitten, maar het heeft ook gevolgen voor de propedeuse’, benadrukt Dirx.
Ondanks al deze bezwaren staat de Facultaire Studenten Raad (FSRL) achter de plannen van het faculteitsbestuur. Op 15 december is een positief advies gegeven over de hoofdlijnen en de FSRL zal binnenkort over de plannen stemmen als de precieze invulling duidelijk is. Joris Schröder, voorzitter van de FSRL, erkent dat het lijkt alsof studenten misschien minder keuzevrijheid hebben dan nu het geval is, maar vindt dat er vooral voordelen zijn aan het voorstel. ‘Het nieuwe programma biedt veel mogelijkheden voor studenten om zich te ontwikkelen en na te denken over hun toekomst. Ik ben bovendien niet bang dat de studies hun eigen karakter zullen verliezen, de plannen moeten juist voorkomen dat Letteren een rompfaculteit wordt.’ Schröder gelooft verder dat studenten voldoende de kans hebben gehad bij het proces betrokken te zijn. Althans, studenten die het intranet en de Facebookpagina van de FSRL in de gaten houden. Het zal nu vooral van kritiek van studenten en medewerkers afhangen wat er verder met de plannen voor de toekomst van de Letterenfaculteit gebeurt.