Nederlandse universiteiten maken zich zorgen over de zogenaamde ‘braindrain’ op het gebied van Kunstmatige Intelligentie (KI). Afgestudeerde studenten kiezen vaak voor een carrière in het buitenland of bij een groot bedrijf. Hierdoor blijven er te weinig wetenschappers over die in Nederland die de volgende generatie studenten kunnen opleiden, zeggen de universiteiten.
Numerus fixus
Ook de Radboud Universiteit (RU) kampt met dit probleem. ‘KI is een studie die zowel nationaal als internationaal sterk in opkomst is’, vertelt Professor Marcel van Gerven, hoofd van de vakgroep Kunstmatige Intelligentie. ‘De afgelopen vijf jaar zijn de studentenaantallen sterk gegroeid. Nu zitten we ruim over de 200 vooraanmeldingen en die aantallen zullen in de toekomst waarschijnlijk alleen maar groeien.’ Omdat de RU deze groei niet kan bijhouden is afgelopen jaar voor het eerst een numerus fixus ingesteld op 150 studenten. Voor dit jaar zal de numerus fixus op 170 studenten liggen. ‘Hiermee proberen we ervoor te zorgen dat de verhouding tussen studenten en staf in balans blijft.’
Toch is deze verhouding tussen studenten en docenten nu niet optimaal. ‘Wij moeten concurreren met de grote bedrijven’, legt Van Gerven uit. ‘Het is voor ons erg moeilijk om toppers binnen te halen omdat de academische wereld financieel gezien een stuk onaantrekkelijker is dan het bekleden van een hoge functie bij een groot bedrijf.’
Concurrentie
Omdat er maar weinig docenten beschikbaar zijn, is er ook concurrentie met andere universiteiten. ‘We vissen allemaal in dezelfde poel. Eerst was dat geen probleem omdat het aanbod groter was dan de vraag, maar nu moeten we ons als universiteit echt onderscheiden.’ Dit doet de RU onder andere door het verbinden van KI in Nijmegen aan het Donders instituut, een internationaal gerenommeerd instituut voor brein, cognitie en gedrag.
Omdat de Faculteit der Sociale Wetenschappen en het College van Bestuur het belang van de groei van KI inzien, wordt er momenteel al flink geïnvesteerd in de opleiding. ‘De groei van KI heeft binnen de universiteit echt prioriteit’, vertelt Van Gerven. ‘Er komen nu al meer middelen vrij waardoor het voor afgestudeerden aantrekkelijker wordt om een functie binnen onze faculteit te bekleden.’