De Radboud Universiteit (RU) leidt de komende zes jaar met AstraZeneca een onderzoeksproject naar de milieurisico’s van medicijnen. Van driekwart van alle gebruikte medicijnen is nu nog niet bekend wat voor schade zij precies aanrichten aan de natuur. De betrokken onderzoekers willen een informatiesysteem ontwikkelen om deze risico’s beter in kaart te brengen.
In het project wordt een database ontwikkeld waarin de relevante milieu-eigenschappen van medicijnen worden opgeslagen. Dit gaat bijvoorbeeld om de afbreekbaarheid en de giftigheid voor algen, vissen en watervlooien, zo vertelt Ad Ragas, projectcoördinator en universitair hoofddocent milieuwetenschap aan RU. Daarnaast worden er computermodellen gebouwd die op basis van die database kunnen voorspellen welke concentraties in het milieu voorkomen en in hoeverre dit schade aan het milieu veroorzaakt.
Deze schade van medicijnresten komen voort uit het menselijk gebruik. ‘Een deel van het medicijn dat je inneemt blijft in je lichaam, maar een ander deel poep of plas je uit’, legt Ragas uit. Via het rioolsysteem, dat ook weer een deel van de stoffen afbreekt, belandt er op die manier restant van medicatie in het milieu, met name in het oppervlaktewater. De planten en dieren die in het water leven, kunnen hiervan schade ondervinden. Vissen kunnen door een teveel aan oestrogeen bijvoorbeeld een geslachtsverandering doormaken.
Referentiekader
Met de database moet er een overzicht worden gegeven van de schadelijkheid van vijftienhonderd medicijnen. ‘Daar worden dan computermodellen aan gekoppeld, zodat iemand in Zweden of Spanje ook kan beoordelen hoeveel milieuschade het gebruik van een specifiek medicijn daar veroorzaakt in een bepaald natuurgebied’, aldus Ragas. ‘Uiteindelijk hopen we dan ook dat het Europees Medicijn Agentschap dit informatiesysteem overneemt.’
Tot dusver is alleen van medicijnen die vanaf 2006 op de Europese markt kwamen duidelijk hoeveel schade het medicatiegebruik aan het milieu toebrengt. ‘Sindsdien moeten farmaceutische bedrijven namelijk verplicht de milieurisico’s van nieuwe producten vaststellen’, aldus de milieuwetenschapper. Van medicijnen die al voor 2006 werden ontwikkeld en verkocht, is vandaag de dag nog steeds geen helder beeld gevormd over de schadelijkheid voor het milieu. Naar schatting zijn dit in totaal vijftienhonderd medicijnen, tegenover vijfhonderd die sinds 2006 in omloop zijn. Dit onderzoek moet meer duidelijkheid geven over die eerste groep. Aan de hand daarvan kan de menselijke omgang met medicijnresten worden verbeterd. ‘Zo kan je bijvoorbeeld zeggen: dit medicijn spoelen we na gebruik in het ziekenhuis niet door het putje maar verzamelen we in een speciale bak’, stelt Ragas.
Samenwerking
Voor het onderzoeksproject werkt Ragas namens de RU voor de helft samen met onderzoekers uit farmaceutische industrie en voor de andere helft met onderzoekers van universiteiten en onderzoeksinstituten. ‘De ene vijf miljoen euro voor dit project wordt dan ook bekostigd door farmaceutische bedrijven, de andere vijf miljoen euro door de Europese Commissie’, legt de milieuwetenschapper uit. Naast hem als projectcoördinator staat dan ook een projectleider van farmaceutgigant AstraZeneca aan het roer van het onderzoek. In totaal zijn er drieëntwintig partners betrokken bij het onderzoek.
Het belang van de farmaceutische industrie zit vooral in de dreiging van toekomstige wetgeving die hen mogelijk verplicht om alle medicijnen die al voor 2006 op de markt waren alsnog op milieuschadelijkheid te testen. Dit kost per product zo’n half miljoen euro. ‘We verwachten dat met ons informatiesysteem een groot deel van deze testen overbodig wordt, wat dus tot een flinke kostenbesparing leidt’, zegt Ragas. Het voorkomen van de milieurisicobeoordeling is ook in het belang van de Europese Commissie. Dankzij de computermodellen en de database hoeven er namelijk niet vijftienhonderd dierproeven worden uitgevoerd, zo stelt Ragas.
Daarnaast is er ook voor toekomstige medicatie winst te behalen: ‘Als de modellen goed werken, kan de farmaceutische industrie tijdens de ontwikkeling van nieuwe medicijnen al rekening houden met de milieuschade’, zegt Ragas. ‘Op die manier kunnen ze stoffen ontwikkelen die inherent milieuvriendelijker zijn.’ Of dit ook echt praktisch mogelijk zal zijn, moet de komende zes jaar blijken.