In de Nijmeegse wijk Neerbosch-West is op deze helblauwe, ijskoude zaterdagmorgen niemand te bekennen. De doodse stilte wordt verbroken door een scooter die de wijk binnenrijdt. Achter de scooter hangt een groene aanhanger met daarop gemonteerd een rood puntdak waaraan vlaggetjes met afbeeldingen van zwarte piet wapperen. Hij houdt stil bij een sporthal. De parkeerplaats staat opvallend vol. Binnen geen zwetende fanatiekelingen in joggingbroeken en sporthemdjes, maar mensen met zwart geschminkte gezichten, rode lippen en pofbroeken. Honderdvijftig kinderen en volwassenen worden razendsnel omgetoverd tot piet, want om één uur wordt de Pakjesboot verwacht bij de Nijmeegse Waalkade.
Als voorzitter van Stichting Intocht Sint Nicolaas Nijmegen is Wouter Fremery medeverantwoordelijk voor een goed verloop van de intocht. Gisteravond heeft hij nog 600 kilo pepernoten met 300 kilo snoepgoed staan mengen en vandaag is hij vanaf acht uur ’s ochtends bezig om te zorgen dat alle honderdvijftig pieten en Sinterklaas op tijd geschminkt en aangekleed zijn. Om kwart voor twaalf moeten zij allemaal de bus in, richting de boot. Niet alleen achter de schermen is Fremery actief: vandaag draagt hij als hoofdpiet naast Sinterklaas het Grote Boek. ‘Ik doe vandaag voor het 47e jaar mee’, zegt hij trots.
Met sinterklaasmuziek op de achtergrond worden de pieten volgens een stappenplan aangekleed. Allereerst krijgen ze een panty en broek, waarna de haren worden ingevlochten en de gezichten zwart worden gemaakt. Wanneer de pieten ook hun pruiken, kol, handschoenen, jasje en baret aan hebben, worden pas hun lippen rood gemaakt. Als laatste volgt de witte kraag. ‘Sinds een jaar of drie doen we niet meer aan grote zoeloe-lippen en oorringen’, vertelt Fremery. De stichting heeft deze elementen geschrapt, omdat ze als racistisch kunnen worden ervaren. Om dezelfde reden hebben dit jaar niet alle pieten kroeshaar. In ieder geval pieten die vaak op de foto gaan, zoals de hoofdpiet, hebben een ander kapsel. Fremery draagt vandaag een pruik met stijl zwart haar. ‘We willen een teken afgeven dat we willen meegaan in de veranderingen’, zegt hij. Bij de schminktafel staat Stéphanie van der Werf, secretaris van de stichting en vandaag ook Stafpiet. Zij vertelt dat het een bewuste keuze is dat de Nijmeegse pieten een zwart gezicht hebben. ‘Het verhaal van de NTR is: “Een piet is wit en wordt zwart, omdat hij door de schoorsteen gaat”‘, legt ze uit. ‘Daarnaast zit je ook gewoon met de herkenbaarheid.’
De pieten worden niet alleen gespeeld door volwassenen: hele families hebben vandaag vrijgehouden om in de intocht mee te kunnen lopen. Ook Eva Boerman doet met haar vader mee en is met zes jaar de jongste piet. Haar blonde haren zijn strak ingevlochten en samengepakt onder een haarnetje, zodat de pruik straks makkelijk past. ‘Ze gelooft nog’, vertelt vader Frans Boerman op zachte toon. ‘Ik heb gezegd: “Sinterklaas heeft het ongelofelijk druk. Daarom heeft hij hulpsinterklazen en hulppieten en wij mogen, heel speciaal, meehelpen.”‘ Eva vertelt dat haar klasgenoten waarschijnlijk op de Waalkade op Sinterklaas zullen wachten. ‘Maar ik ga niet zeggen dat ik Eva ben’, zegt ze stellig. ‘Ik mag het wel tegen mama zeggen, die komt ook kijken.’
Wanneer de klok kwart voor twaalf nadert, groeit de rij voor de enige dames-wc in de sporthal. ‘Stel dat we volgend jaar roetveegpieten moeten zijn, doen jullie dan nog mee?’, vraagt iemand in de rij. ‘Nee, ik werk in Nijmegen. Dat is niet handig’, reageert een van de pieten. Een andere piet met hoge nood is ook niet enthousiast. ‘Ik geef honderdvijftig kinderen les. Hoe denken ze dat ik dat moet doen?’ Nadat Praatjespiet de laatste aanwijzingen heeft gegeven en de witte kragen bij iedereen om de nek hangen, is het tijd om te gaan. In twee dubbeldekkers vertrekken de pieten richting de boot, terwijl Praatjespiet zich alvast naar de Waalkade haast voor het voorprogramma.
Op een podium bij het Labyrinth houdt hij de steeds groter wordende menigte bezig. Een half uur lang verdwijnt het ene kind na het andere in een van karton geknutselde schoorsteen. Eenmaal weer eruit ligt er een mandarijn, suikermuis of chocolademunt in de schoen voor de schoorsteen, en zit er een flinke zwarte veeg op de wang van het kind. ‘Hoe komt dat nou?’, vraagt Praatjespiet elke keer. ‘Door de schoorsteen’, is steevast het antwoord.
‘Jongens, ik zie een boot!’, roept Praatjespiet rond één uur in de microfoon. ‘Ik ben bang dat hij langsvaart, dus allemaal zo hard mogelijk zingen!’ Over de kade klinkt een luid ‘Zie ginds komt de stoomboot’, maar de boot vaart op hoog tempo voorbij de aanlegplaats. Van paniek bij de kinderen is geen sprake: door het extreem lage water in de Waal is de boot vanachter de dranghekken niet te zien. ‘Sinterklaas, niet voorbij varen!’ roept Praatjespiet. ‘Mensen van de reddingsbrigade, kunnen jullie aan Sinterklaas vragen of hij terugkomt?’ De boot maakt een scherpe bocht op de Waal, koerst richting de wal en legt aan. Dan verschijnt eindelijk het puntje van de mijter boven de kade. ‘Sinterklaas, Sinterklaas!’, klinkt het plots van alle kanten.
Sinterklaas en zijn pieten lopen op en neer langs de dranghekken terwijl ze tekeningen en verlanglijstjes in ontvangst nemen, high fives uitdelen en uitgestoken handjes volstoppen met pepernoten. ‘Uitdelen! Niet stilstaan’, spoort een piet een paar collega’s aan die staren naar het podium waar nog steeds het schoorsteenspel wordt gespeeld. Dries Wagemakers (8) en Toon van Brakel (8) hebben hun pepernoten verzameld in een grote tas. Het lage water heeft duidelijk voor veel verwarring gezorgd bij de vrienden. ‘Hoe kan Sinterklaas aan wal zijn gekomen?’ vraagt Dries zich hardop af. ‘Hij had geeneens een boot.’
Wanneer alle kinderen op de kade zijn voorzien van snoepgoed is het voor Sinterklaas tijd om Amerigo te bestijgen. Op veilige afstand van de menigte tilt Fremery de rokken van de Sint op en geeft hem een voetje. Terwijl hij neerkomt in het zadel, holt het paard een paar meter opzij. Onrustig draait de schimmel rondjes op de kade. Om het publiek op afstand te houden, hebben leerlingen Beveiliging Niveau 2 van ROC Nijmegen rondom een touw gespannen. ‘Ik vind het eng’, zegt een van de leerlingen. ‘Rustig blijven’, zegt hun docent Bart van de Wetering. Hij houdt oogcontact met Fremery en wanneer die een handgebaar maakt, mag het paard gaan lopen.
In het centrum zijn nergens antizwartepietdemonstranten te bekennen. Kick Out Zwarte Piet heeft hun demonstratie in Nijmegen vrijdag afgeblazen vanwege het grote aantal bedreigingen: de East Side – de harde kern van NEC – had via Whatsapp opgeroepen de antizwartepietdemonstranten “de stad uut te schoppen”. Toch is er op de route, bij het anarchistisch café De Klinker, een opstootje geweest, heeft Fremery via zijn oortje vernomen. Hij legt uit dat de anarchisten tegen zwarte piet zijn. ‘We gaan nu dus een rotstukje in’, zegt Fremery. ‘Het is daarom belangrijk om iedereen bij elkaar te houden.’ Een paar pieten komen terugrennen om nog wat pepernoten aan een kind uit delen, maar Fremery spreidt zijn armen. ‘Nee, nee. Oké, heel snel dan: we moeten vooruit jongens.’ In de Tweede Walstraat en Van Broeckhuysenstraat staat een groot aantal politieauto’s en agenten te paard. Zij houden volgens Fremery de voor- en achteringang van café De Klinker in de gaten. ‘Het mooiste is dat niemand er wat van merkt dat hier een opstootje is geweest’, zegt hij triomfantelijk terwijl de tocht de Van Welderenstraat ingaat.
Op de Grote Markt verdringen kinderen zich tussen de viskramen om Sinterklaas op het bordes van De Waagh te bewonderen. Ook Lise Giebels (6) is naar het marktplein gekomen. ‘Ik ben één dag eerder jarig dan Sinterklaas’ zegt ze trots. ‘Ik ga een veranderkussen, een soort toverkussen, vragen.’ Nadat onder andere ‘Sinterklaas is jarig’ en ‘Sinterklaasje, kom maar binnen met je knecht’ zijn gezongen, is het alweer tijd voor ‘Dag Sinterklaasje’ en heeft de Goedheiligman nog een laatste boodschap voor de kinderen op het plein. ‘Als je op weg naar huis politieagenten of medewerkers van de organisatie ziet, geef ze dan even een duimpje, want ze hebben het heel goed gedaan’, zegt hij. ‘Het is een leuke, veilige Sinterklaas gebleven en daar zijn we heel blij mee’, vult Praatjespiet aan. Terwijl de pieten dansend richting de bussen op het Joris Ivensplein gaan, zoekt Sinterklaas een agent te paard op. ‘Bedankt voor de escorte’, zegt hij. ‘Tot ziens Sinterklaas’ reageert de agent. ‘Ik moet toegeven: mijn paard is geen Amerigo, maar wel een goede tweede.’