De Stichting Katholieke Universiteit (SKU) begint een Ondernemingskamerprocedure tegen de bisschopconferentie die haar bestuursleden benoemt. Het benoemen van nieuwe bestuursleden wordt volgens het stichtingsbestuur steeds lastiger omdat bisschoppen die leden van de SKU benoemen, te hoge eisen aan de katholiciteit van potentiële nieuwe bestuursleden zouden stellen.
Het bestuur van de SKU is het toezichthoudend orgaan voor het College van Bestuur (CvB), dat ook moet instemmen met grote plannen dat het CvB heeft. Daarnaast is het orgaan ook toezichthouder van de Raad van Bestuur van het Radboudumc Het spreekt dus voor zich dat bestuursleden capabel genoeg moeten zijn een grote organisatie als de Radboud Universiteit (RU) te overzien, zo ook bijvoorbeeld op het gebied van financiën. ‘De eisen zijn dus al behoorlijk hoog, en daarbovenop komen dan nog de eisen van de bisschoppen omtrent de katholiciteit van een kandidaat’, vertelt Loek Hermans, voorzitter van de SKU. ‘De vijver waaruit wij kunnen putten wordt dan erg klein: steeds minder mensen zijn uitgesproken gelovig.’
Doel van de procedure
In de statuten van de SKU staat dat het bestuursleden ‘de katholieke identiteit van de universiteit moeten bewaken en bevorderen’. Hoewel deze regel vaststaat volgens beide partijen, is er een meningsverschil over de interpretatie ervan. ‘Wij kijken naar de vraag of kandidaten bereid zijn om de katholieke identiteit van de RU te bewaken en te bevorderen’, vertelt Hermans. ‘Het is voor ons van belang dat ze daar ‘ja’ op antwoorden, maar wij gaan niet hun persoonlijke levensbeschouwingen onderzoeken om te kunnen beoordelen of zij wel katholiek genoeg zijn.’ Het gaat er voor hem dus om dat de katholieke identiteit van de RU wordt gewaarborgd en bevorderd, niet die van de kandidaat zelf. Anderzijds is dit veelal niet voldoende voor de bisschoppen, voor wie het katholicisme van de kandidaat ook van belang is. ‘Zij kijken veelal naar katholiciteit in de zin dat bestuursleden voor de kerk moeten zijn getrouwd, hun kinderen hebben laten dopen en nog naar de kerk gaan’, vertelt Hermans.
Om duidelijkheid te krijgen over de interpretatie van de betwiste zin, is de SKU met ondersteuning van het CvB nu naar de Ondernemingskamer gestapt. Het doel van deze procedure is het wijzigen van de statuten van de stichting, zodat er straks nog maar één lid wordt benoemd volgens de eisen van de bisschoppen. Ook met het oog op de toekomstige splitsing tussen de RU en het RadboudUmc, is dit van belang. Dan zullen er namelijk twee aparte stichtingen komen, met elk een Raad van Toezicht bestaande uit vijf leden. ‘In beide raden zitten dan vijf leden waarvan wij willen dat er maar één wordt benoemd door de bisschoppen en die dus aan hun criteria voldoet’, aldus Hermans.
Vernieuwing en termijnen
Hermans vertelt dat het nu echt noodzakelijk is dat de vacature wordt gevuld evenals dat er vervangers worden gevonden voor huidige bestuursleden. In een periode van circa zes jaar zijn is er binnen de SKU slechts twee vacatures gevuld terwijl er momenteel drie leden over hun termijn heen zijn. Momenteel heeft het nog één lid te weinig volgens haar eigen statuten. Daar komt nog bij dat er vanwege de splitsing tussen de RU en het Radboudumc straks tien bestuursleden nodig zijn. Het vullen van de lege plaatsen gaat volgens Hermans nu al met grote moeite. Hoewel het bestuur van de SKU zelf potentiële kandidaten mag aandragen voor de functie, moet de bisschoppenconferentie het eens zijn met de voordracht en zijn zij degenen die nieuwe bestuursleden daadwerkelijk inhameren. Zonder hun medewerking, komen er dus geen nieuwe bestuursleden.
Omdat het vullen van lege plaatsen zo lastig gaat, heeft Hermans zelf al een bestuursverlenging tot januari 2021. Aan het eind van zijn bestuursperiode zal hij dan drie jaar over de officiële termijnen zijn. ‘Die verlenging is natuurlijk met een goede reden gedaan, maar het is niet ideaal’, aldus Hermans. ‘De bestuurswisselingen zijn er namelijk om vernieuwing te houden en te voorkomen dat het SKU vast komt te zitten in hetzelfde stramien.’ Na deze verlenging zullen de drie leden echt aftreden. Daarna is het de vraag of leden goed genoeg zijn om te worden benoemd door de bisschoppen. Volgens Hermans kan de kwaliteit van de bestuurders dan ook in het geding komen als er echt geen bestuursleden meer overblijven: ‘De bisschoppen hebben dan het recht om stichtingsbestuursleden te benoemen en kunnen dan mensen benoemen die aan hun strikte leer voldoen. Het is echter maar de vraag of er voldoende geschikt kandidaten zijn die zowel voldoen aan de bisschoppelijke eisen evenals de kwaliteitseisen van de Governancecode.’
Op 11 juni vind de zitting in de Ondernemingskamer plaats. Beide partijen zullen hun argumenten dan voor de kamer uitwisselen. Hermans vermoedt dat een daadwerkelijk vonnis pas in juli zal worden uitgesproken.