Het kabinet is bezig met een tegemoetkoming voor ontslagen flexwerkers en studenten. Om hiervoor in aanmerking te komen, moeten de studenten echter kunnen aantonen dat ze voor de coronacrisis meer dan zeshonderd euro per maand verdienden. De Landelijke Studentenvakbond (LSVb) noemt die grens te hoog.
Eerder pleitte de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) dat het oneerlijk was om studenten de kosten van de coronacrisis zelf te laten betalen. ‘Meer lenen is niet de oplossing’, vertelde voorzitter van de LSVb Alex Tess Rutten. Inmiddels heeft de Tweede Kamer naar de situatie van flexwerkers, waar studenten vaak onder vallen, gekeken en is er voor hen een nieuwe regeling opgesteld. Studenten en andere flexwerkers kunnen hiermee zeshonderd euro per maand vergoed krijgen, wanneer zij zijn ontslagen in de coronatijd en geen recht hebben op een uitkering. Willen studenten hiervoor in aanmerking komen, moesten de zij in de periode voor de coronacrisis gemiddeld meer dan zeshonderd euro per maand verdienen.
‘Het is de Tweede Kamer gelukt om een regeling op te stellen waar studenten weer precies buiten vallen.’
Hoewel het initiatief goed bedoeld lijkt, heeft de LSVb kritiek op de harde grens wanneer je recht hebt op financiële compensatie. ‘Uit ons meldpunt blijkt dat studenten gemiddeld 530 euro per maand mislopen, wat een gemiddelde is met weinig uitschieters’, vertelt Rutten. ‘Daardoor zullen maar weinig studenten gebruik kunnen maken van deze regeling.’ Ze is dan ook niet te spreken over die eis die aan de compensatie zit. ‘We zijn heel erg teleurgesteld, zeker na het politieke statement van twee weken geleden om ook studenten mee te nemen in de financiële compensaties. Het is de Tweede Kamer gelukt om een regeling op te stellen waar studenten weer precies buiten vallen.’
Haastige spoed
De LSVb vraagt zich af waarom de grens bij zeshonderd euro is getrokken. Benjamin Meijer, persvoorlichter bij D66, legt uit dat niet voor dit bedrag is gekozen om studenten bewust buiten te sluiten. ‘Door de coronacrisis moeten er snel oplossingen worden bedacht die zoveel mogelijk mensen tegelijkertijd helpen. Hierdoor zijn regelingen redelijk grof geformuleerd en vallen sommige groepen daardoor buiten de boot.’ Meijer vervolgt dat het goed is dat studenten zich hierover laten horen. ‘Hierdoor kan er opnieuw naar de regeling worden gekeken en kunnen we deze mogelijk aanpassen.’ De LSVb gaat het gesprek hierover graag aan met de Tweede Kamer. ‘We gaan bij alle partijen aankloppen die ons hadden beloofd dat er een goeie regeling zou komen voor studenten.’