Home Artikelen Teach-in: ‘Academische vrijheid over Israël en Palestina onder druk’

Teach-in: ‘Academische vrijheid over Israël en Palestina onder druk’

door Isis Okker

Vanmiddag vond in de pauze een teach-in plaats over academische vrijheid met betrekking tot de oorlog tussen Israël en Palestina. Die academische vrijheid staat onder druk, vinden de organisatoren. Een voorbeeld dat genoemd werd was de afgelaste seminarreeks van universitair docent sociale geografie Harry Pettit. Het doel van de bijeenkomst was om de academische vrijheid aan het licht te brengen. 

De organisatoren merkten dat er aan universiteiten in heel Nederland geen open discussie mogelijk is. Veel evenementen worden gelimiteerd of worden ervan verdacht anti-semitisch te zijn, zo ook in Nijmegen. Hierom was het volgende de organisatie tijd voor een open discussie. Wat betekent academische vrijheid? En hoe zouden universiteiten zich tot de oorlog tussen Israël en Palestina moeten verhouden? Verschillende academici gingen hierover in gesprek.

In gesprek

Pettit, de eerste spreker, opent het gesprek met een emotioneel verhaal, waarin hij vertelt dat hij op 7 oktober, de dag dat Hamas Israël binnenviel, in Libanon zat. Hier kreeg hij het gevoel dat er vanuit het westen weinig steun kwam voor de Palestijnse bevolking. Hierom wilde hij bij terugkomst een serie aan seminars organiseren om Nijmeegse studenten meer betrokken te laten zijn met wat zich in en rondom de Gazastrook afspeelt. Hij wilde dit kleinschalig houden, maar al snel kwamen er honderd aanmeldingen binnen. 

Toch kon de eerste seminar niet doorgaan. Het thema lag al klaar, maar door verschillende klachten werd de bijeenkomst op verzoek van de Radboud Universiteit (RU) afgelast. Sommige Israëlische studenten zouden zich onveilig hebben gevoeld. Ook werd er gepleit dat de watermeloen, een symbool van Palestina, van de poster moest worden gehaald. ‘We hadden het gevoel dat de seminars onder deze condities niet door konden gaan’, vertelt Pettit. ‘De vraag is nu waar die onveiligheid vandaan komt en hoe we ervoor kunnen zorgen dat we alsnog het verhaal van Palestina kunnen vertellen. De universiteit moet een open plek bieden, ook voor de mensen die wat verder buiten de academische wereld staan.’

Voordat het gesprek werd geopend maakte de moderator, universitair docent Laura de Vos, duidelijk dat het behouden van een goede sfeer gedurende de hele bijeenkomst van groot belang is. Antisemitische of andere opmerkingen van discriminerende aard werden dan ook ten strengste verboden. De toon was hiermee meteen gezet. Dit bleek echter niet nodig te zijn. Tijdens de bijeenkomst durfden de sprekers zich kwetsbaar op te stellen door emotie te tonen. Het publiek toonde support voor hen en het onderwerp door na elk verhaal lang en luid te applaudisseren.

Sociale veiligheid

In het debat over academische vrijheid bleek ook sociale veiligheid een terugkerend thema te zijn. Net als over Palestina, kan ook hierover niet altijd vrijuit worden gesproken. Spreker Anya Topolski, universitair hoofddocent ethiek en politieke filosofie aan de RU, is zelf Joods. Ze vertelt hoe ze in haar jeugd altijd een verheerlijkt beeld van de universiteit heeft gewaarborgd en dat deze nu enigszins geschaad is. ‘De universiteit moet meer doen dan alleen neutraal zijn’, vertelt ze. ‘Spreken en lesgeven over Palestina is kennisverspreiding. Het is geen antisemitisme.’ Toch gebeurt dit nog niet in de mate waarop ze dat graag zou zien. ‘Waarom zou je onderzoek doen als je het daarna niet eens met academici en studenten mag delen?’

Een andere belangrijke boodschap van de bijeenkomst was dat de erkenning van slachtoffers en anti-semitisme en islamofobie van de ene partij, de andere partij niet per definitie uitsluit. ‘Door te zeggen dat Palestijnse levens tellen, zeg je niet dat Israëlische levens er niet toe doen’, vertelt Michiel Bot, docent aan Tilburg University. ‘Het is dan ook ontzettend problematisch om te zeggen dat Joodse studenten allemaal aan de kant van de Israëlische overheid staan.’ Hij ziet dat ook juist veel Joodse studenten zich verzetten tegen de gebeurtenissen. Azar Dakwar, PhD-kandidaat aan de University of Kent, sluit zich hierbij aan. ‘Praten over Israël is praten over Palestina. Je kunt het nou eenmaal niet los van elkaar zien.’

Mailinglijst

Niet alleen de verschillende sprekers waren begaan met het onderwerp. In de zaal ging vlak voor de Q&A een geïmproviseerde mailinglijst rond waar mensen uit het publiek hun naam op konden achterlaten. Het A4-tje was gemaakt door de organisatie Nijmegen for Palestine. Mensen uit het publiek konden hun naam opschrijven bij eventuele interesse in toekomstige bijeenkomsten en activiteiten die te maken hebben met het thema.

Naast de grote interesse in het inschrijven voor een mailinglijst bleven veel mensen na afloop nog even hangen om het een en ander na te bespreken. Bij de sprekers zelf stond een grote rij van bezoekers met vragen of opmerkingen over wat ze hebben verteld. 

Grote drukte

Door de hoge opkomst was er niet voor iedereen plek. Veel bezoekers moesten op de grond tussen de trappen in zitten en een grote groep kon niet meer worden binnengelaten. Zo’n veertig hebben buiten de deuren van de zaal moeten wachten op eventueel eerder weglopende mensen. Het tekort aan zitplekken werd mede veroorzaakt door het feit dat de RU zelf niet in de organisatie zat. De ruimte moest in verband met de korte voorbereidingstijd in alle haast reserveerd worden. Hierom was een grotere zaal niet mogelijk.

Eerder ook in Leiden

Ook op andere universiteiten is academische vrijheid een terugkerend thema. Vorige week werden bij de Universiteit Leiden een student en een docent door twee beveiligers van de universiteit achtervolgd nadat ze hadden deelgenomen aan een demonstratie op de campus. De docent in kwestie vertelde aan Mare, het Leids Universitaire Weekblad, dat ze zich hierdoor onveilig heeft gevoeld. Daarbij was ze verbijsterd dat de universiteit haar eigen mensen laat volgen.

1 Reactie

Tom Steenblok 13 november 2023 - 19:03

Een belangrijke restrictie was ook dat er enkel studenten van conflict studies konden komen. Zoals het nu is opgeschreven lijkt het alsof het enkel door het verzoek van de RU kwam (dat er, voor zover ik kon horen, niet was, ze moesten het slechts uitstellen) en door de vraag over de watermeloen. De restricties waren verder dan dat.

Antwoord

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen