Uit onderzoek is gebleken dat vrouwen in de Nederlandse wetenschap zich minder vaak herkennen in een succesvolle wetenschapper dan mannen. Dit heeft negatieve invloed op hun carrièreverloop in de academische wereld. Volgens de onderzoekers moet er een cultuuromslag plaatsvinden in de Nederlandse wetenschap om dit recht te zetten.
Psychologen Ruth van Veelen en Belle Derks van de Universiteit Utrecht ondervroegen voor het onderzoek 4000 wetenschappers aan veertien Nederlandse universiteiten. Wat bleek, is dat vrouwelijke academici zichzelf significant minder vaak vinden passen in het beeld dat zij hebben van een succesvolle wetenschapper dan mannen. Ze beschouwen zichzelf als een werknemer die goed samen kan werken en een fijne en loyale collega is. Wat er in hun ogen echter nodig is om succes te boeken in hun werkveld is zelfvertrouwen, competitiviteit en een focus op resultaat. Dit beeld kan voortkomen uit de prestatienormen aan universiteiten: die berust grotendeels op het aantal citaties en het binnenhalen van onderzoeksbeursen.
Grote gevolgen
Deze discrepantie tussen het zelfbeeld en het beeld van een succesvolle wetenschapper heeft grote gevolgen, zo stellen de psychologen. De academici -zowel mannelijk als vrouwelijk- die zichzelf niet herkennen in het beeld van een succesvolle wetenschapper zijn minder betrokken bij hun werk en hebben minder vertrouwen in hun academische carrière. Bovendien heeft deze groep ook eerder te kampen met hoge werkdruk en is de intentie om de academische wereld te verlaten groter. Dit lijkt aanzienlijk op te gaan voor vrouwen: uit ander onderzoek is gebleken dat de kans dat een vrouw dit jaar uit de academische wereld stapt 19% groter is dan dat een man dat doet. Hoe direct dit daadwerkelijke vertrek samenhangt met het succesbeeld dat vrouwen hebben, hebben Van Veelen en Derks niet belicht.
Volgens de onderzoekers heeft deze kwestie ook weerslag op de academische wereld zelf. Naast dat het moreel gezien belangrijk is om gendergelijkheid door te voeren, leidt het ook tot betere wetenschap. Uit eerder onderzoek bleek namelijk dat in groepen waar er een gelijkwaardigere genderverdeling is, de collectieve intelligentie hoger ligt. Ook verrijken vrouwelijke academici de wetenschap doordat ze vaak andere onderzoeksonderwerpen aandragen dan hun mannelijke evenbeelden.
Cultuuromslag
Wat er volgens de onderzoekers nodig is om een verandering te bewerkstelligen, is een cultuuromslag. De prestatiecultuur in de wetenschap moet veranderen en meer betrekking krijgen op lesgeven en groepswetenschap. Vrouwelijke academici hoeven zich dan immers minder snel te verhouden tot de veronderstelde kenmerken van succesvolle collega’s en beschouwen zichzelf daardoor eerder als geschikte wetenschapper – met alle positieve gevolgen van dien.