Een onderscheidende blauw met witte auto en posters met 55555 is de Radboud beveiliging overal zichtbaar als redders in nood bij een reanimatie. Toch gebeurt er een hele hoop achter de schermen. Hoe gaat de meldkamer te werk als de telefoon daadwerkelijk rinkelt?
De snelle interventieploeg (SIP) van de meldkamer wordt opgeroepen. Met de dienstauto van de meldkamer rijden ze zo snel mogelijk naar de desbetreffende plek op campus: ‘Binnen vier minuten aanwezig zijn, dat is onze streeftijd’, vertellen de teamleider en medewerker beveiliging. Eenmaal aangekomen zal de SIP bepalen wat er moet gebeuren. Een beveiliger legt uit: ‘Wij schatten bij elke situatie in of we het zelf aan kunnen of dat we door moeten schakelen naar de hulpdiensten. Soms komen we iets tegen waar wij zelf geen raad mee weten.’ Als de situatie te ernstig is, moet een ambulance komen. Ook dan is het goed dat je 55555 hebt gebeld volgens hem: ‘Wij schatten de situatie in en overleggen met de hulpdiensten. Ons team leidt een ambulance sneller naar de juiste plek dan wanneer de 112 meldkamer los gebeld zou worden.’ De ambulance is geweest en de SIP heeft de klus geklaard, maar de dag is nog lang niet voorbij.
Je telefoontje komt niet binnen in een aftands kamertje achterin het erasmus, maar in een degelijke meldkamer, met schermen haast tot het plafond. Daar zit een duo meldkamermedewerkers kalmpjes de telefoontjes aan te nemen, want ook in een noodsituatie moet iedereen het hoofd koel houden. De beveiliger nuanceert: ‘Bij elke melding ervaren we gezonde spanning.’ Dat komt gedeeltelijk door de type situaties die ze tegenkomen: ‘Bij het academisch ziekenhuis komen heel veel verschillende mensen, dus elke situatie moet weer anders behandeld worden. Meestal komen we terecht in een geëscaleerde situatie, dan moeten we eerst de-escaleren’, stelt de beveiliger. Hij benoemt hierbij de term ‘zorgbeveiliging’, wanneer ze naar een oproep gaan van een agressieve man in het umc bijvoorbeeld: ‘We gaan naar de oproep als beveiligers, maar we zullen altijd handelen uit zorg, want je weet niet waarom deze persoon boos is geworden.’
Voorbereid en wegwijs
Over hun uitrusting hoeven zij zich in ieder geval niet druk te maken. Met een portofoon staat het team voortdurend in contact met elkaar. Is de SIP ergens hard nodig? Dan kunnen ze er met een elektrische Volkswagen heen. De auto is speciaal omgebouwd voor de meldkamer en gevuld met alles wat ze nodig hebben: een brandblusser, AED, maar ook een stralingsmeter of een gasmelder. Het is niet altijd een noodoproep, maar zelfs dan kunnen ze de auto goed gebruiken zegt een medewerker: ‘Er liggen ook nog tickets voor de parkeerautomaten achterin, maar dat heeft wel onze laagste prioriteit.’ Toch zijn niet alle plekken op campus met de auto te bereiken, dus kunnen ze door middel van stepjes en elektrische fietsen het uitgebreide tunnelnetwerk gebruiken onder het Radboud universiteitsterrein. Vanaf de meldkamer ben je in nog geen vier minuten midden in het ziekenhuis.
Om niet te verdwalen op de campus en onder in de tunnels is een goede voorbereiding vereist. De teamleider van de beveiliging vertelt: ‘Als je hier komt werken, krijg je een flinke set aan cursussen.’ Van levensreddend handelen en brandbestrijding tot aan de plattegrond van het Radboudterrein uit je hoofd leren en helpen bij helikopterlandingen: in geval van nood kan er geen seconde verloren gaan, dus een goed getraind team is essentieel.
Nazorg en nabespreking
Bij noodoproepen is de afloop echter niet altijd zoals gewenst. Als er iets fout gaat kan dit hard binnenkomen bij de medewerkers in het team. De teamleider vertelt: ‘Als er iets vervelends gebeurt, kan je altijd praten met het team, maar als er meer hulp nodig is sta je nooit alleen.’ In zo’n situatie kan een medewerker altijd terugvallen op een bedrijfsopvangteam: ‘Zit het je nog steeds dwars, dan kijken we samen verder naar de hulp die je nodig hebt. We laten je sowieso niet los.’ Ze gaan niet alleen over slechte ervaringen in gesprek: ‘We bespreken elk incident, want daar kunnen we van leren’. De teamleider voegt toe: ‘Vandaag maak ik wat mee, maar morgen beleeft mijn collega dat.’
Van de hoogste verdieping tot de laagste tunnel onder de universiteit: het Radboud beveiligingsteam vindt zijn weg. Het nood- en calamiteitennummer wordt eerst en voornamelijk met zorg beheerd door het team van de meldkamer om veiligheid op en rondom de campus te waarborgen. Dus de volgende keer dat je de weg niet kan vinden in het Thomas van Aquinogebouw, komen de beveiligers met liefde door de tunnels steppen om samen met jou de weg te vinden.
Bij calamiteiten of ongevallen op en rondom de Radboudcampus: bel het algemene nummer +31 24 361 90 00 of voor spoed het calamiteitennummer 024 36 55555!
Dit artikel verscheen eerder in de ANS-krant 4.