Home Opinie & AchtergrondAchtergrond Hebben RU-studenten intellectueel eigendom?

Hebben RU-studenten intellectueel eigendom?

door Julia Meilink en Myrte Nowee

Uit onderzoek van NOS op 3 deze week bleek dat er grote verschillen zijn tussen universiteiten in Nederland omtrent het ‘intellectueel eigendomsrecht’. Wanneer studenten een idee op de markt willen brengen kunnen ze daar soms fikse ruzie over krijgen met hun universiteiten om de vraag wie recht heeft op de uitvinding. Hoe gaat de Radboud Universiteit (RU) er mee om wanneer een student een uitvinding doet op basis van kennis van de universiteit of in opdracht van een hoogleraar of medewerker?

Onder het intellectueel eigendomsrecht vallen onder andere het auteurs-, octrooi- en patentrecht. Per universiteit verschillen de omgangswijzen met deze rechten. Aan de TU Eindhoven doet een student al bij zijn inschrijving aan de universiteit afstand van zijn intellectuele eigendom, terwijl TU Delft haar studenten geen strobreed in de weg legt om hun uitvinding op de markt te brengen en soms zelfs aandelen neemt in start-ups.

Ook aan de RU verdienen studenten bij met creatieve ideeën. Denk aan het drankje ‘Koekie’ van Karl Koukie of het succesvolle fotoalbumprogramma Resnap van vier Nijmeegse studenten. Het is tot nu toe echter zelden gebeurd dat een student in samenwerking met de RU patent aanvraagt op een uitvinding, vertelt woordvoerder van de RU Martijn Gerritsen.

Wie is de bedenker?

Mocht dat wel het geval zijn en een student aan de RU wil patent aanvragen op een uitvinding dan is het de vraag in hoeverre de student en in hoeverre de universiteit aandeel heeft in het concept. ‘Een uitvinding is vrijwel altijd van de student zelf’, legt Gerritsen uit, ‘ook wanneer deze met behulp van door de RU gepubliceerde kennis is gedaan.’ Daarbij bestaan wel twee uitzonderingen: wanneer de student een ontdekking doet op basis van nog niet gepubliceerde kennis van de RU en wanneer de uitvinding werd gedaan in opdracht van een hoogleraar of medewerker. In die gevallen is de RU van mening dat het tot haar intellectuele eigendom behoort.

‘Als een student bijvoorbeeld iets uitvindt in de bibliotheek, dan is de vinding van hem of haar.’


Wanneer een student tijdens een project bij de RU een uitvinding doet, bijvoorbeeld tijdens een stage of afstudeerscriptie, ligt de situatie weer anders. Dan heeft de student volgens de universiteit niet het recht om volle krediet van de ontdekking te krijgen maar zijn de universiteit en student gezamenlijk eigenaar van het concept. Zij moeten vervolgens in overleg om onderlinge afspraken te maken. Zo kunnen ze bijvoorbeeld samen een patent aanvragen of de universiteit kan middels een licentieovereenkomst het patent financieren. Volgens Gerritsen komt dit naar schatting slechts eens in de vijf jaar voor op de RU dat een uitvinding gedeeltelijk van de universiteit en student is. ‘Aan technische universiteiten worden veel meer en vaker dergelijke uitvindingen gedaan’, vertelt hij. Het is daarom logisch dat meningsverschillen over grijze gebieden daar meer spelen dan aan de RU.


Gebruik van infrastructuur

Voor projecten en opdrachten zijn er dus redelijk vaststaande afspraken, maar hoe zit het wanneer een student gebruikmaakt van faciliteiten van de universiteit? ‘Als een student geen gebruik maakt van unieke infrastructuur van de universiteit dan is de vinding van de student zelf’, vertelt Gerritsen. ‘Als een student bijvoorbeeld iets uitvindt in de bibliotheek, dan is de vinding van hem of haar.’ De RU steunt dergelijke projecten vervolgens via Mercator Launch, die studenten gratis ondersteunt wanneer zij hun uitvinding op de markt willen brengen.

Bij ‘unieke’ infrastructuur is het weer wel zo dat de universiteit mogelijk (gedeeltelijke) rechten claimt op de uitvinding. ‘Als een student gebruikmaakt van unieke infrastructuur, is maatwerk nodig’, vertelt Gerritsen. Als voorbeeld geeft hij het magnetenlab de HFML-felix, die bestaat uit twee laboratoria waar ‘baanbrekende ontdekkingen’ worden gedaan, aldus de website van de HFML-felix. In zo’n geval zal de universiteit in gesprek gaat met een student omdat er wederom sprake is van een product dat is voortgevloeid uit inspanningen van beide partijen.

Hoewel de regels niet altijd even zwart-wit en duidelijk zijn voor de student, is de RU dus vrij welwillend in het meedenken over projecten en het afspraken maken rondom het intellectueel eigendom. Daarmee is de universiteit een stuk soepeler dan de TU Eindhoven, die haar studenten in beginsel al afstand laat doen van hun rechten, gewoon voor het geval dat.

Julia Meilink
Myrte Nowee

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen