Wanneer Cecile Collin haar gedachten aan het papier schenkt, zet ze jou in de CC. Zo kan jij meelezen met de studentikoze ongemakken van deze student Nederlands.
Het zonnetje schijnt, de lucht is blauw, irritante campagnelui van studentenpartijen met nutteloze flyers, verdwijn gauw! Dat waren mijn gedachten toen ik als eerstejaars wist te ontsnappen aan een college Morfologie en in de zon wilde genieten van een ijsje dat ik had gescoord in de Refter. Helaas was de rust ver te zoeken; om de haverklap kreeg ik óf een bak koffie óf een bord met tien stellingen onder mijn neus geduwd. De medezeggenschapsverkiezingen veranderden de campus in een gigantisch mijnenveld, waardoor je door TvA moest zigzaggen om opdringerige USR-kandidaten te ontwijken.
Het kon mij helemaal niks verrekken, die hele verkiezingen. Wat maakte deze flyerende flierefluiters nou belangrijker dan de andere studenten die jou het hele jaar probeerden te overtuigen om bij een vereniging te gaan, naar een dispuutsfeest te komen of om vrijwilligerswerk te doen met Siamese lilliputters in Zuid-Tadzjikistan? Leuk die ambities om de universiteit te verbeteren, maar val mij er niet mee lastig. Ik vond het als eerstejaars wel prima geregeld op de Radboud Universiteit. Bovendien wist ik de verschillen tussen de deelnemende partijen toch niet: ze hadden allebei zwarte shirtjes, namen die begonnen met een ‘a’ en ontzettend ongeloofwaardige en ambitieuze plannen voor de universiteit. Toen ik ging stemmen ging ik voor de partij die mij de meeste gratis koffie had gegeven en koos ik voor iemand van de Letterenfaculteit. Ik kende die lui op de lijsten toch niet, dus dan gaven dit soort criteria de doorslag.
Ondertussen zijn er vier partijen in de race om de USR-zetels, is het BSA op de meeste faculteiten veranderd, is er een supermarkt in het Erasmusgebouw en zijn er continu verbouwingen gaande op de campus. Ondanks al deze veranderingen zijn we nog altijd even ongeïnteresseerd in medezeggenschap. Anderhalf jaar nadat de eerste campagnestudent mij de weg versperde op het Erasmusplein zag ik op televisie een item over studenten die in Amsterdam een universiteitsgebouw in beslag hadden genomen, omdat ze vonden dat ze te weinig inspraak hadden. Goh, dacht ik, die inspraak heb ik gewoon al. Misschien moest ik er toch maar eens iets mee gaan doen.