Hij werd geboren in het Nijmeegse Waterkwartier. Als eerste in zijn familie ging hij naar het Stedelijk Gymnasium. Terwijl hij koffie drinkt op het Erasmusplein, voelt hij zich zo nu en dan een Marsman.
Het is januari en het is koud en nat op de campus. Het CultuurCafé is een warm, broeierig nest vol paradijsvogels, versufte dodo´s en kippen die van de leg zijn. Het is vrijdagmiddag en er wordt veel bier gedronken, want het is half vier geweest. De meeste studenten zijn in een uitgelaten bui, net als de docenten en een verdwaalde professor. Een docent grijpt een student aan om hem te introduceren bij een collega van een andere vakgroep. Het is een ongemakkelijk tafereel om te aanschouwen dat student en docent elkaar treffen in het informele.
Januari is ook de maand waarin er in Nederland flink wordt gedebatteerd over de ´flexibilisering´ van het onderwijs. Het idee is om studenten de mogelijkheid te geven om per studiepunt collegegeld te betalen in plaats van per jaar. Studenten die veel naast hun studie doen of om andere redenen langer over hun studie willen doen, betalen zo niet voor onderwijs dat ze niet ontvangen.
In een hoek van het café zitten twee meisjes iets te luid tegenover elkaar te klagen. De Marsman kon al opmaken dat ze in hun Masterfase zitten, dat de blonde hockeyt en dat de brunette haar eigen mueslirepen maakt. Ze hebben zojuist te horen gekregen dat ze volgende week een voorstel voor hun scriptie moeten inleveren. ´Het is echt super vervelend´, zegt de een geagiteerd. Ze vervolgt: ‘ik was al goed aan het nadenken over mijn onderwerp, maar nu wordt de druk opeens onnodig opgevoerd!’ Terwijl de Marsman geniet van deze geraffineerd gespeelde slachtofferrol, antwoordt de ander: ‘Op zich is een beetje druk wel goed als je wilt afstuderen komende zomer’.
Wanneer een student per studiepunt betaalt, zit er minder een financiële stok achter de deur die er voor zorgt dat hij of zij nominaal studeert. De keuze om een vak te gaan volgen wordt niet bekneld door de noodzaak om een bepaald quotum te halen. Een student mag eigenlijk steeds meer zelf bepalen bij flexibilisering. Hij wordt, met andere woorden, steeds meer zelf verantwoordelijk gesteld om vakken te behalen. De vraag is echter of iedereen daar blij van wordt. Meer keuzevrijheid kan paradoxaal genoeg ook als een plicht tot eigen verantwoordelijkheid ervaren worden.
De Marsman loopt de donkere Thomas van Aquinostraat in en overdenkt dat bij verregaande flexibilisering van het universitair onderwijs de student nog maar één vijand overhoudt: zichzelf.