Niet alles waar je niet aan moet ruiken of met je tengels aan moet zitten is beplakt met rode gevarendriehoeken. Roel van Koeverden vertelt je iedere ANS waar je als student voor moet oppassen. Houd buiten bereik van kinderen en huisdieren.
Arriva, streekvervoer met streken
Ingeklemd tussen twee hijgende dikzakken kijk je hoe de persoon voor je selfies zit te maken. Ondertussen volg je onvrijwillig het telefoongesprek van een meid die aan de andere kant van de coupé zit. Ze gaat vanavond sushi eten met vriendinnen. Fijn om te weten. Je probeert nog even een dutje te doen, maar wordt ruw gewekt als de trein zonder aanleiding abrupt stopt en een paar tellen later weer verder rijdt. Als er ook nog wordt medegedeeld dat de trein niet verder rijdt dan station Mook/Molenhoek, is de Arriva-experience compleet. Arriva-sprinters zijn een noodzakelijk kwaad voor velen van ons, maar waarom zijn ze eigenlijk zo kut?
Allereerst, de stoelen zijn altijd te klein voor je. Ergens in het hoofdkantoor van Arriva is bepaald dat reizigers slechts een zitoppervlak van 6,5 cm2 hebben. Als gevolg zit je ieder ritje naar thuisthuis tegen een of andere naar rioolwater stinkende goorlap aangedrukt.
Verder is de kans dat je rust vindt in een Arriva-trein even groot als de kans dat je rust vindt in de TKB tijdens carnaval. Bij ieder dorpsstationnetje stroomt de trein vol met een horde luidruchtige orks gekleed in vuilniszakjassen. Ze komen steevast in groepjes van drie of vier de rust verstoren met hun onophoudelijke geouwehoer over bier, school en scooters.
Bovenop al die nadelen komt nog dat Arriva-sprinters even betrouwbaar zijn als je manipulatieve ex-vriendje. Ze rijden niet op stroom, maar op diesel. Op de Limburgse leeuw op de zijkant na zijn het praktisch derderangs kolentreinen uit de voormalige Sovjet-Unie.
Als klap op de vuurpijl heeft Arriva een rijk repertoire aan sadistische trucjes in huis. Zo koppelen ze wel eens lukraak het achterste treindeel los, zodat je een half uur in de kou kunt gaan staan wachten op station Boxmeer. Hopelijk ben je nog vruchtbaar als je om half twaalf weer eens terug bent op je kamertje.
Al die nadelen zouden niet zo zwaar wegen als er tenminste wifi was om de misère te vergeten. Maar helaas, wifi in een Arriva-sprinter is net als Sinterklaas: het bestaat niet en steeds minder kinderen geloven erin.
Aldus is mijn reisadvies aan jullie om Arriva-sprinters te mijden als een leprakolonie. Pak de fiets. Of de benenwagen desnoods. Of bel je ouders op dat je de komende vijf jaar niet meer thuiskomt. Alles. Behalve. Arriva.