‘Als je alleen maar de regels volgt en niet geniet, doe je het geschenk van het leven geen eer aan.’ Theologiestudente Joanne denkt na over de balans tussen geloven en plezier maken en beschrijft het studentenleven met een zakbijbel in haar hand.
‘Wat doet zo’n jong meisje als jij bij zo’n ouderwetse studie?’ Donderdagavond in de kroeg, geen onbekende vraag. Mijn automatische antwoord: ‘Mensen zijn steeds meer met zingeving bezig, maar de kerk zullen ze niet snel instappen. Die staat voor veel mensen voor onbekende rituelen en vage taal. Theologie is voor mij de uitdaging om op die behoefte aan zingeving in te spelen en de rol van de kerk daarin te bekijken. Niet ouderwets dus, maar superactueel.’
Een goede vriendin, atheïstisch opgevoed, vroeg me eens naar de Heilige Geest. Als kroegtheoloog dacht ik dat wel even uit te kunnen leggen. ‘Het is een deel van de Drie-eenheid die ook God en de Zoon is. Na de Hemelvaart van Jezus, zendt Hij de Heilige Geest om mensen te inspireren zodat ze Zijn boodschap kunnen doorgeven.’ Terwijl ze me steeds waziger aankijkt, realiseer ik me dat ik een superdogmatisch praatje aan het houden ben. Vage taal. Ik probeer een persoonlijker antwoord. ‘Inspiratie, je gegrepen voelen, vervuld zijn van een energie die je het idee geeft dat het goed komt en je aan het werk zet’. Ik denk een glimp van begrip te zien, maar die vervaagt snel.
Frustrerend! Ik zeg wel stoer dat theologie juist nu zo spannend is, maar wanneer ik zondagmorgen tussen de grijze koppen zit, voel ik weinig avontuur. Ik kan mijn vriendin niet eens uitleggen wat de Heilige Geest is, laat staan dat ze zoiets uit een kerkdienst haalt. Ik houd van die kerkdienst, maar dat er weinig dertigminners zitten verbaast me niets. We hebben een andere belevingswereld nu: bij het woord koning denken we aan onze gezellige Prins Pils, die door zijn vrouw ‘een beetje dom’ werd genoemd. Waar denk je dan aan bij ‘God de Koning’?
Mijn vriendin kwam terug op ons gesprek. ‘Ik zat gisteren aan het raam een sigaretje te roken. Het was een mooie avond en ik had uitzicht op Nijmegen. Toen streek de wind langs mijn gezicht en ik voelde me gelukkig. Is dat wat je bedoelt met die Heilige Geest?’ Eerst gniffel ik om deze eenvoudige opvatting van de Heilige Geest. Dan voel ik een energie die met het idee geeft dat het goed komt en dat ik door wil met theologie. De vage taal wordt voor haar duidelijk door een ervaring die ze aarzelend toeschrijft aan iets Groters. In de theologie gaat het om deze ervaringen, hoe men ze heeft vertaald en hoe we er nu opnieuw over kunnen praten. En juist daarom zijn er jonge mensen nodig bij zo’n ‘ouderwetse studie’.