Thom Wijenberg serveert in het ANS een vers en gezond bijgerecht op basis van studentikoze belevenissen en frustraties. Kan sporen van ironie, fictie en zelfverheerlijking bevatten.
Zo nu en dan verschijnen er op Kamersite studentenkamers op exotische locaties, zoals Lent, Beuningen en Ravenstein. Het aantal reacties (‘Mailtje van mij!!’) op deze kamers is doorgaans niet zo heel groot. Hoewel ze meestal spotgoedkoop zijn, is de ligging een stuk minder aantrekkelijk. Niet iedereen is bereid om zich dagelijks in de drukte van het OV te werpen, laat staan om na een avondje bij de El Sombrero nog een paar lichtjaren te fietsen.
Toch woon ik ook in zo’n afgelegen kamer – of eigenlijk vind ik dat zelf wel meevallen. Het zijn vooral mijn vrienden die me eraan herinneren dat ze zo’n pokkeneind moeten fietsen als ze willen langskomen. De ligging (te weten: bijna in Groesbeek) is echter niet het enige dat mijn studentenhuis zo bijzonder maakt. Van de grote gemeenschappelijke woonkamer tot de kast met bordspellen en de rode picknicktafel in onze tuin; alles ademt kneuterige vakantiebungalow. Bovendien staat het huis op een parkachtig terrein dat verwantschap vertoont met de formule van Center Parcs. Nee, een subtropisch zwemparadijs of campingwinkel is er dan weer niet, maar we hebben wel een paar revalidatiecentra, een kapel en een kliniek voor plastische chirurgie. Altijd handig.
Je denkt nu vast: dat wil ik ook! Zijn er nog meer van die leuke studentenbungalows daar, Thom? Het antwoord is nee. Ons leuke huisje is one of a kind en wordt omringd door een paar toch wel vrij riante (bejaarden)woningen. De bewoners daarvan zijn trouwens wel een tikje nieuwsgierig. In dat opzicht is het net een camping. Wij trekken evenveel bekijks als die ene white trash-familie van caravan 172 in de Dordogne. Ik heb al een paar buren betrapt terwijl ze door onze haag probeerden te gluren. Onze overbuurman heeft er zelfs een sport van gemaakt. En hij schaamt zich er niet voor. Sterker nog, wanneer hij vindt dat ons gras te hoog is, zet hij zijn grasmaaier bij ons voor de deur.
Mijn vriend vraagt wel eens waarom ik niet op zoek ga naar een andere kamer, eentje die wat centraler ligt. Ik moet toegeven dat ik daar wel eens over heb nagedacht. Maar als ik dan ’s ochtends vogels hoor fluiten in plaats van bussen passeren en ik ga hardlopen door de bossen en bergen in de omgeving, dan weet ik het weer. Hier is het elke dag vakantie.