Sofie Bongers, studente Nederlandse Taal en Cultuur, brengt dit semester door in Ljubljana, de hoofdstad van Slovenië. Op ANS-online schrijft ze over haar bevindingen van de Sloveense cultuur en wat een studente Nederlands eigenlijk in het buitenland doet.
Een maand geleden begon mijn grote avontuur: vijf maanden studeren in Ljubljana, de hoofdstad van Slovenië. De melodieuze naam alleen al doet verlangen naar een bezoek. Of dat deed het tenminste voor mij. Ik wist vrijwel niets van deze stad voordat ik op zoek ging naar een bestemming voor mijn buitenlandminor. Ruim een maand verder spreek ik al een aardig woordje Sloveens en heb ik steeds minder vaak Google Maps nodig om de weg te vinden.
Afgelopen maand heb ik een poging gedaan om orde te brengen in het ongeordende dagelijks leven van mij hier in Ljubljana. Ik kan niet echt zeggen dat dat is gelukt. Mogelijk is dit te wijten aan de nogal ouderwetse en trage levensstijl die de gemiddelde Sloveen aanhoudt. Alles gaat hierdoor net iets langzamer dan in Nederland. Een voorbeeld ter illustratie: toen ik de eerste keer op het kantoor van de Faculteit der Letteren kwam, wilde ik graag een wijziging doorvoeren in mijn vakkenpakket hier. Dat bleek een nogal lastige vraag. Toen de dame van het kantoor mijn Learning Agreement ‘er even bij ging pakken’, verwachtte ik dat ze deze zou openen via haar computer. In plaats daarvan ging er een reusachtige kast open die rijk gevuld was met mappen: mijn Learning Agreement zou ergens in die kast moeten liggen. Een simpele wijziging door middel van een programma als Osiris was duidelijk geen optie. Na het openen van verschillende mappen en wel vijf keer mijn naam te hebben herhaald, had ze mijn documenten dan toch eindelijk gevonden. Een komisch tafereel.
Om de Sloveens samenleving nu meteen te bestempelen als ouderwets is echter onterecht. De Slovenen zijn met sommige zaken juist verrassend vooruitstrevend. Waar het in andere Balkanlanden een gevoelig onderwerp is om te spreken over homoseksualiteit, maken ze daar in Slovenië duidelijk geen probleem van. Ik volg hier bijvoorbeeld een vak Introduction to gay and lesbian studies, een vak waar ik in Nederland nog nooit van heb gehoord. Veel universiteiten bieden wel vakken over gender aan, maar ik heb niet het idee dat er vakken gewijd zijn aan dit specifieke onderwerp. Daarnaast heb ik sommige colleges uitleg gekregen hoe ik genderneutraal moet omgaan met taal bij het schrijven van essays. Mijn Sloveense huisgenoot wist mij te vertellen dat deze kwestie niet alleen een onderwerp is op de universiteit, maar dat er vandaag de dag ook steeds meer van de Slovenen wordt verwacht om genderneutraal taalgebruik te hebben in het dagelijks leven. Ik vond het een verrassing dat dat in het ietwat stoffige Slovenië zo van belang is.
Ik volg hier niet alleen vakken aan de Letterenfaculteit, maar help ook mee met de afdeling Nederlands. Ook in Slovenië wordt er namelijk Nederlands gestudeerd. Zo help ik met het organiseren van een Nederlandse filmavond en help ik de studenten met het voorbereiden van hun spreekbeurten. Wanneer ik aan een aantal Sloveense studenten vraag waarom ze Nederlands studeren, luidt met name het antwoord dat veel Slovenen Nederland een ‘fascinerend land’ vinden. Meerdere studenten zien het land zelfs als een voorbeeld en willen daarom graag de taal beheersen. Veel van deze studenten willen graag Nederland bezoeken of zien daar zelfs een toekomst. Iets waar de gemiddelde Nederlander mogelijk niet bij stilstaat. Misschien kunnen deze studenten dan Nederlandse ideeën, ik noem maar iets zoals ‘Osiris’, vertalen naar het Sloveens. Dat zou ze een hoop mappen besparen.