Wie niet uitgesproken en aanwezig is, wordt al gauw ondergesneeuwd in een studentenwereld vol sociale dieren. Masterstudent Biomedical Sciences David Tissen heeft al vaak zijn verhaal proberen te houden, maar was toch al gauw uitgepraat.
Terwijl ik naar mijn scherm staar, maakt de zon zijn dagelijkse rondje langs mijn balkon af. Woorden vermeerderen zich in schamel tempo, en het getik blijft redelijk incidenteel. Er is geen kruid gewassen tegen mijn writer’s block, en na een onvruchtbare schrijfsessie sta ik op om met wat mandarijnen te jongleren in de keuken. Naast de Google docs van mijn column heb ik nog een ander tabblad openstaan. Mijn agenda, die mijn verraad aan de doelgroep van deze reeks columns onthult. Sorry allen, ik denk dat ik toch niet meer zo introvert ben.
‘Mijn maag, die normaal allergisch is voor smalltalk, maakte toen zowaar geen flikflak’
Naarmate het collegejaar handen en voeten kreeg, ging de deur van mijn kamer wat vaker open dan aanvankelijk de bedoeling was. Zowaar heb ik me frequent in het gezelschap van anderen bevonden. Soms was ik met goede vrienden van me, maar bijwijlen ook in vreemd territorium tussen gezichten die nog niet op de kaart stonden. Op mijn stageplaats werd ik opeens mondig bij de koffieautomaat op maandagmorgen. ‘Hoe was je weekend?’ floepte ik er dan uit. Mijn maag, die normaal allergisch is voor smalltalk, maakte toen zowaar geen flikflak. Het werd al helemaal bont toen ik mijn vinger opstak om iets te vragen tijdens een werkgroep. Ik schrok me kapot. Want ja, wie ben ik als ik ineens wél iets durf te zeggen in groepen van een redelijke omvang?
Nu schildert mijn schrijfstijl me misschien af als een sociale vlinder, maar dat is ook weer niet helemaal waar. Als ik thuis kom, haal ik nog steeds veel geluk uit het pingelen op mijn gitaar en wat woorden kladderen op papier. Het geluk blijft daarentegen niet meer beperkt tot dat soort bezigheden. Ik kan nu veel energie halen uit de sociale interactie en daarmee iemands dag maken. Van de vijf W-vragen, tot de zoektocht naar iemands excentriciteit en niche kennis. Als ik daarvoor mijn voormalig kenmerk in moet leveren, doe ik dat maar al te graag. Ik ben namelijk uitgesproken en draag de pen graag over aan een gelukkige volgende.