Als onderdeel van de research master Historical Studies brengt Vincent Veerbeek een semester door in Riverside, Californië, om onderzoek te doen naar de grijze gebieden van de Amerikaanse geschiedenis. Op ANS-Online doet hij maandelijks verslag van zijn indruk van de Verenigde Staten, een land dat altijd blijft verbazen. Is Amerika echt zo vreemd als we in Nederland denken, of valt het allemaal wel mee?
Bij het horen van termen als ‘wetenschap’ en ‘onderzoek’ denken mensen al snel aan scheikundige proefjes in witte labjassen zoals je ze vroeger zag bij Het Klokhuis. Onderzoek neemt echter veel verschillende vormen aan en dit beeld is zeker voor de geesteswetenschappen niet van toepassing. Wat geesteswetenschappelijk onderzoek dan wel inhoudt is lastig te zeggen.
Een aantal min of meer vaste kenmerken zijn snel opgesomd: bronmateriaal doorspitten in een archief, eigen conclusies trekken over bijvoorbeeld het verleden en die resultaten vervolgens delen met andere onderzoekers. De praktijk laat echter genoeg ruimte voor interpretatie, wat precies de reden is dat de Radboud Universiteit onderzoekers in de dop naar de academische frontlinies stuurt, bijvoorbeeld in de VS. Zo ben ik dankzij mijn eigen onderzoek naar onderzoek al een aantal onverwachte ervaringen rijker.
Neem bijvoorbeeld het archief, dé plek om geschreven bronnen te vinden. In eerste instantie zou je misschien een steriele bibliotheek verwachten, maar dat is lang niet altijd het geval. Zo zijn de archieven van Sherman Institute letterlijk gevestigd in het museum over de geschiedenis van de school. Doordat de ‘leeszaal’ van het archief zich middenin het piepkleine museum bevindt, is er geen duidelijke scheiding tussen de twee. Toegegeven, het is geen groot museum en meer dan een handjevol bezoekers komt er in een gemiddelde week niet. Toch is het wel even wennen om te werken met het geluid van baby’s op de achtergrond als je de leeszaal van de UB gewend bent. Dat is niet per se iets negatiefs, want naast onrustige peuters brengen bezoekers ook herinneringen met zich mee waar ze regelmatig over vertellen. Dat maakt het archief tot een plek waar het verleden niet alleen verstopt ligt in tientallen ongeorganiseerde archiefdozen, maar leeft in die verhalen.
Een ander belangrijk onderdeel van wetenschappelijk onderzoek zijn conferenties. Ook mijn beeld van deze academisch verantwoorde theekransjes heb ik afgelopen maand bij moeten stellen tijdens een uitstapje naar Las Vegas. De plek waar die discussies plaatsvinden hoeft namelijk geen universiteit of ivoren toren te zijn. Integendeel, dat kan ook gewoon in een hedonistische goktempel waar je eerst langs tientallen pokertafels moet om een discussie over Amerikaans imperialisme bij te wonen. Een carrière in de geesteswetenschappen mag dan het academische equivalent van Russisch roulette zijn, dit soort casinoconferenties maken het wel heel letterlijk.
Wat is geesteswetenschappelijk onderzoek? Academisch werk te midden van baby’s en gokautomaten? Veel ervaring met de academische wereld in Nederland heb ik niet, dus misschien pakken de Amerikanen het ook op het gebied van onderzoek gewoon anders aan dan wij. Wat in elk geval vaststaat is dat er geen eenduidig antwoord bestaat. Ironisch genoeg is dat ook een van de weinige zekerheden in de geesteswetenschappen.