Bij het zien van een eerste zwaluw, zonnestralen en paardenbloemen gaat bij iedereen het groene hart sneller kloppen. Met de komst van de lente kunnen de handschoenen eindelijk worden opgeborgen en heeft iedereen een goed excuus om een uurtje eerder te stoppen met studeren.
Met dat extra uurtje heb je genoeg tijd om erop uit te gaan. Het Waalstrandje en de stadsparken zijn mooie plekjes om in het gras te liggen, maar kijk eens verder dan het strand lang is. In de Nijmeegse achtertuin grazen jonge Gallowaykoeien in de wei, instagramt de boswachter er rustig op los en bouwen ijverige bevers burchten in de nieuw gegraven ‘kwelvingers’. Het hout wordt door de knaagdieren nuttig besteed, iets wat niet gezegd kan worden van houtverwerking op de RU. Vele bomen gaan neer om vervolgens in de vorm van een hand-outs rond te gaan in de collegezalen, en daarna weer in de prullenbak te belanden. Met een beetje minder printgeweld blijft er genoeg hout over voor de bever om naast zijn vertrouwde burcht een tuinhuis te bouwen.
Al het groen dat je tijdens de wandeling omringt, zet je aan het denken. Ben ik zelf wel milieubewust bezig in mijn studentenbestaan? Gelukkig kan je in een handomdraai je kratje bier omtoveren tot afdruiprekje en een petfles verknippen tot bloempot. Met een stukje vlees minder in de week help je de natuur ook al een handje. Hoewel vlees volgens de eigen sector zeer voedzaam is, draagt de industrie flink bij aan de uitstoot van broeikasgassen. Een kotelet duurder maken door middel van een vleestaks is misschien wel de oplossing, maar hoe haalbaar is het idee?
Tijdens het struinen in de Gelderse Poort vliegt de tijd. De zon zakt langzaam weg achter de skyline van Nijmegen, waardoor de wind steeds frisser aanvoelt. Misschien moeten die wollen handschoenen toch nog in de jaszak blijven zitten. Puur voor de zekerheid, want één zwaluw maakt nog geen zomer.
De hoofdredactie