In deze rubriek staat iedere editie een ander issue centraal dat de gemoederen flink bezighoudt. Deze editie: de bureaucratie in de zorg.
Tekst: Jonathan Janssen.
Illustratie: Bibi Queisen
Dit artikel verscheen eerder in de vierde editie van ANS.
Zorgverleners klagen over de toenemende hoeveelheid tijd die ze kwijt zijn aan administratie, tijd die ze beter kunnen besteden aan zorg voor de patiënt. Volgens een onderzoek van zorgverlenersorganisatie VvAA zijn artsen 40 procent van hun tijd bezig met administratie. Drie op de vijf zorgverleners stoort zich aan overbodige protocollen en voorschriften. Alle partijen in de zorg en politiek zijn het erover eens dat er iets moet gebeuren aan deze regeldruk. Zorgverzekeraars en inspecties worden door critici vaak aangewezen als de schuldigen achter het probleem, omdat ze eisen dat alle uitgevoerde handelingen secuur moeten worden vastgelegd. Zorgverzekeraars zeggen dat ook besturen en beroepsgroepen verantwoordelijkheid dragen voor de administratiedruk. ANS zoekt uit hoe de bureaucratie in de zorg moet worden opgelost. Moeten dokters en verplegers zelf een halt toeroepen aan de overmatige bureaucratie of kunnen ook andere instanties, zoals zorgverzekeraars, de regeldruk aanpakken?
Joost Zaat, huisarts en columnist bij de Volkskrant
‘Zorgprofessionals klagen vooral bij de verkeerde instanties. Ze zeuren bij de zorgverzekeraars en de inspecties, maar dat zijn zeker niet de enige schuldigen aan de regeldruk. De besturen van ziekenhuizen en wetenschappelijke beroepsverenigingen dragen hier ook aan bij. Dokters en wijkverpleegkundigen moeten tactischer gaan klagen bij de juiste instanties en niet in het wilde weg om zich heen roepen dat alles fout zit.
‘Administratie in de zorg is namelijk noodzakelijk. Het bijhouden van het patiëntendossier is cruciaal voor de dagelijkse zorg en collegiaal overleg. Daarnaast is het vanzelfsprekend dat zorgverzekeraars en patiënten willen weten of hun geld wordt uitgegeven aan kwalitatief goede zorg.
‘Het grootste probleem is dat zorgverleners zich zo ergeren aan de hoeveelheid administratie. Het onnodig verslagleggen in aparte formulieren en registraties mag minder. Dokters zouden ongehoorzamer moeten zijn. Stel: mevrouw Jansen heeft een prothese. Als de zorgverzekeraar dan komt vragen of haar been inmiddels is aangegroeid, dan ga je daar als dokter gewoon geen antwoord op geven. Dat is zinloze administratie, dat been groeit echt niet terug. Initiatieven als Het Roer Moet Om en (Ont)Regel de Zorg laten deze kwestie goed zien.
‘De zorg kost de maatschappij veel geld. Dan kan de dokter of verpleegkundige niet zeggen: “Jullie moeten als maatschappij maar geloven dat er zinnige dingen met dat geld worden gedaan.” Zorgprofessionals moeten gewoon verantwoording blijven afleggen aan de patiënt en aan zorgverzekeraars. De dokters moeten echter wel bedenken of bepaalde indicatoren en formulieren echt nodig zijn, of dat het simpeler kan.’
‘Meetbare indicatoren leiden alleen maar tot onnodige administratie.’
Bart Meijman, huisarts en initiatiefnemer van Actiecomité Het Roer Moet Om
‘Wantrouwen is de oorzaak van de huidige regeldruk in de zorg. Dat is niet alleen een probleem in de zorg, maar van de hele maatschappij. Door dat wantrouwen zijn meerdere lagen van controle ingesteld om de kwaliteit van de zorg in de gaten te houden. Die kwaliteit is echter lastig meetbaar, zolang de controleur niet naast de dokter zit in zijn praktijk. Daarom is men allerlei meetbare indicatoren op gaan stellen, maar die leiden alleen tot onnodige administratie.
‘De oplossing van de kwestie begint bij de zorgverleners die moeten opstaan en zeggen dat we zo niet door kunnen gaan. Nu zijn ze al 40 procent van hun tijd kwijt aan administratie, als er niets gebeurt wordt dat binnenkort meer dan de helft. Het scheelt al veel werk als dokters besluiten voortaan alleen nog te administreren wanneer ze afwijken van het protocol.
‘De media en politiek zouden vervolgens incidenten minder moeten uitvergroten. Zij voeden het wantrouwen. Wordt er in de zorg een fout begaan dan moeten de schuldigen gelijk worden aangewezen. Om falen in de toekomst te voorkomen bedenkt men nieuwe regels, waardoor de regeldruk alleen maar toeneemt.
‘Tenslotte zou iedereen gewoon weer vertrouwen moeten hebben in de zorgprofessional. Dan hoeft men zich niet constant te legitimeren tegenover zorgverzekeraars en inspecties. Het moet de norm worden dat kwaliteitsverantwoording met name wordt afgelegd aan de eigen beroepsgroep. Zo kan ik als dokter heel goed zien of een collega zijn werk goed heeft gedaan. Voor een buitenstaander is dat veel moeilijker te beoordelen.’
‘Alle betrokkenen moeten zich afvragen hoe ze slimmer kunnen administreren.’
Wouter Kniest, adviseur Public Affairs Zorgverzekeraars Nederland
‘De regeldruk kan niet worden opgelost door een enkele partij. Alle betrokkenen moeten zich afvragen hoe ze slimmer kunnen administreren. Dezelfde informatie wordt namelijk vaak vier keer opnieuw geregistreerd omdat vragen op formulieren en in informatiesystemen niet goed op elkaar aansluiten. Wij pleiten als zorgverzekeraars voor een gestandaardiseerde gegevensuitwisseling zodat alle partijen hun informatie niet apart hoeven op te vragen. Dit noemen wij registratie aan de bron, omdat de informatie vastgelegd door de eerste behandelaar op die manier door meerdere organisaties kan worden opgevraagd.
‘Enige administratie blijft dus noodzakelijk. We hebben besloten de zorg samen te betalen, dus willen we weten of ons geld goed wordt besteed. We geven steeds meer geld uit aan de zorg, omdat deze continu verbetert dankzij nieuwe medicijnen en methoden en we langer leven. Omdat er zoveel geld omgaat in de zorg wordt de vraag om administratie groter. Als handelingen precies worden vastgelegd, is de zorg namelijk beter te controleren op kwaliteit. Zo kan men dus zien of al dat geld daadwerkelijk kwalitatieve zorg oplevert. Niet alleen zorgverzekeraars en inspecties, maar ook zorginstellingen en beroepsverenigingen vragen om deze informatie.
‘Die hoge zorgkosten mogen niet naar zinloze behandelingen gaan. Een groep medisch specialisten kwam een jaar geleden met de beter-niet-doen-lijst van dertienhonderd behandelingen die regelmatig worden uitgevoerd in ziekenhuizen, maar waarvan men niet zeker weet of ze wel het gewenste effect hebben. Van zulke behandelingen moeten we af. Dat leidt tot minder onnodige kosten en minder noodzaak voor regeldruk.’
Wat doet de overheid aan oplossingen voor de regeldruk in de zorg?
Actiecomité Het Roer Moet Om kwam in maart 2015 met het Manifest van de Bezorgde Huisarts, dat werd ondertekend door ruim zevenduizend huisartsen. Datzelfde jaar liet toenmalig minister Edith Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport weten de regeldruk voor zorgverleners aan te willen pakken met het actieplan Merkbaar Minder Regeldruk. Zij riep zorgorganisaties op om te kijken hoe ze zelf wat konden doen aan de regeldruk.
De regering neemt ook steeds meer maatregelen tegen de overmatige administratie in de zorg. Huisartsen hoeven bijvoorbeeld sinds januari 2017 geen herhaalverwijzingen meer uit te schrijven voor logopedisten, dermatologen en diëtisten. Van augustus tot november 2017 was er een denktank actief, genaamd (Ont)Regel de Zorg, die voor zes beroepsgroepen keek welke administratie en regels overbodig zijn. Deze denktank werd gefinancierd door het ministerie, in samenwerking met zorgverlenersorganisatie VvAA en Het Roer Moet Om. In het regeerakkoord van kabinet-Rutte III zijn uit het rapport van (Ont)Regel de Zorg de ‘schrapsessies’ overgenomen. Dit zijn sessies waarin de overheid, zorgverzekeraars, zorginstellingen en gemeenten samen kijken waar onnodige regels kunnen worden verwijderd. Tenslotte heeft de nieuwe minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge in november een akkoord gesloten met wijkverplegers om in 2018 de administratiedruk in de wijkverpleging te verminderen.