Home Opinie & Achtergrond [Ingezonden] RU zoekt wetenschappelijke helden om de aarde te redden

[Ingezonden] RU zoekt wetenschappelijke helden om de aarde te redden

door Redactie

De promotievideo van de Radboud Universiteit (RU) die vorige week maandag verscheen, zette PhD student Boris van Meurs tot denken. In onderstaande brief bekijkt hij de video vanuit een filosofisch perspectief en stelt zichzelf de vraag welke rol wetenschappers spelen in het doembeeld dat de RU schetst. 

 

 

 

‘Je bent nodig’ 
De Radboud Universiteit Nijmegen
heeft deze week een videoboodschap de wereld ingestuurd om personeel te werven. Gezocht: wetenschappelijke helden, bereid de aarde te redden. In het filmpje zien we een indrukwekkende animatie van onze planeet, geteisterd door geopolitieke drama’s en klimaatrampen. Vanuit een positie in de ruimte blikken wij op de tollende globe en nemen we waar hoe het Verenigd Koninkrijk richtingloos wegdrijft van Europa over de Atlantische Oceaan. We zien hoe het Antarctische ijs slinkt, de aarde verdort en er verschijnt een tekst in beeld terwijl wij fragmenten van een speech van klimaatheldin Greta Thunberg horen. ‘Je bent nodig.’ Kom werken bij de Radboud Universiteit.

‘Als we de aarde willen redden, dan bedoelen we vooral van onszelf.’

Uit deze video spreekt een belangrijke zelfopvatting van de wetenschap in de moderne tijd, namelijk dat zij in staat is om een lege ruimte in te nemen. In het filmpje zien wij de aarde vanaf een afstand vanuit het heelal, zodat wij vanaf deze, letterlijk, lege ruimte een goede blik hebben op wat er gaande is op onze verwarde planeet. Deze lege ruimte staat symbool voor de mogelijkheid van de wetenschapper om zich te onttrekken aan de wereld om zich heen, om vanuit een ‘perspectief vanaf nergens’ zonder vooroordelen tot kennis te kunnen komen. Je kan je voorstellen dat de video van de Radboud een stuk verwarrender was geweest als we over de schouders van Boris Johnson hadden meegekeken of gepositioneerd waren middenin in een protest van gele hesjes tegen hogere accijns op benzine. De blik vanuit de lege ruimte illustreert juist de mogelijkheid van de wetenschap om zich boven conflict te verheffen en de beste beschrijving te geven van wat er aan de hand is. Maar verbloemt dit verheffingsideaal niet de politieke rol en taak van wetenschap?

Noodzaak van de lege ruimte
Waarom blikken wij in deze video van zo’n grote afstand op de aarde? Misschien is deze afstand nodig, omdat het aardse perspectief ons hopeloos maakt. De Duitse filosoof Peter Sloterdijk merkte ooit op dat iedere tijd zijn eigen manier heeft om ontevreden te zijn met de wereld. In het oude, christelijke Europa werd de stoffelijke kant van de schepping verafschuwd. Theologen beoefenden retorische acrobatiek om de ontsnappingsclausule van de onsterflijke geest open te houden. Ons misnoegen richt zich tegenwoordig niet op de stoffelijke wereld zonder meer, maar vooral op onszelf. De catastrofes waarnaar we staren in de video zijn een confrontatie met het voorheen ongekende vermogen van de mens om de voorwaarden van haar materiële bestaan weg te vagen. Als we de aarde willen redden, dan bedoelen we vooral redden van onszelf. Als we ontevreden zijn met de wereld, dan zijn we vooral ontevreden met onszelf als mensheid en de wereld die we gemaakt hebben.

‘We hebben de aarde dan misschien tot nu toe zwaar toegetakeld, maar we geloven er nog steeds in dat we kunnen veranderen wie we zijn.’

De lege ruimte is een utopie om deze ontevredenheid dragelijk te houden. Tegenover een verslagenheid over de menselijke conditie plaatsen wij een geloof in de mogelijkheid de mens te ontstijgen. We hebben de aarde dan misschien tot nu toe zwaar toegetakeld, maar we geloven er nog steeds in dat we kunnen veranderen wie we zijn. Een betere mens, een betere aarde. We zoeken daarom naar de lege ruimte, vanuit waar we onszelf als een project kunnen zien om te verbeteren. Als we vanaf daar met een objectieve, rationele blik naar de mens zouden kijken, dan kunnen enkele technische ingrepen in onze manier van leven allicht verlichting brengen.

Frustratie van de lege ruimte
De bezetter van de lege ruimte wordt helaas niet zonder meer als autoriteit in de wereld erkend. Dat ligt niet aan de wetenschap zelf, die is helder genoeg in haar bevindingen. De desastreuze gevolgen van de industrialisering zijn inmiddels bijna live te volgen via talloze satellieten en meetapparatuur. Geowetenschappers brengen klimaatveranderingen al decennia in beeld. Waarom kunnen de klimaatwetenschappers met hun beschrijving van de wereld deze zelfde wereld niet dwingen zich eindelijk rationeel te gedragen? Waarom is de objectiviteit van de wetenschappers geen stok om mee te slaan? Een oplossing van dit raadsel ligt in de locatie van de lege ruimte.

Theorie kan de wereld om ons heen in kaart brengen, maar tilt ons niet boven deze wereld.’

Het ‘perspectief vanaf nergens’ is namelijk altijd een ‘perspectief vanaf ergens’. Ook wetenschappers zweven wij niet in de neutrale, theoretische ruimte. Zij zouden geen perspectief kunnen ontwikkelen zonder hun universiteiten, zonder kostbare laboratoria, zonder talloze journals en onmisbare geldstromen voor onderzoek. Anders gezegd: de lege ruimte heeft een adres. Theorie kan de wereld om ons heen in kaart brengen, maar tilt ons niet boven deze wereld – en zonder constante gedragenheid door de wereld zou de theorie nergens zijn. Als we de metafoor nog wat mogen oprekken, dan zouden we kunnen zeggen dat de lege ruimte zich onmiddellijk vult met computers, nietmachines, printers, vergaderingen en kantoortuinen op het moment dat de wetenschappers haar betreden. Dat betekent dat wetenschap weliswaar de wereld scherp in kaart brengt, maar ook altijd nog spreekt vanaf dezelfde aarde waarop haar tegenstanders wonen.

Galactisch Realisme
De lege ruimte vanuit waar onze conflicten en frictie overwonnen zouden kunnen worden is daarom niet veel meer dan een fictie, welke ons nu zeker een eeuw wegstuurt van een erkenning van de precaire situatie van wetenschap als aardse activiteit. Vanuit de belofte op neutraliteit rekenen we op de mogelijkheid dat de mens van zichzelf verlost kan raken en zich opnieuw kan uitvinden vanuit een ruimte zonder macht en strijd. Maar wat als dat niet kan? Wat als er geen universele bereidheid is om de positie van de wetenschapper te erkennen? Dan zal de wetenschap zich onvermijdelijk in het conflict moeten mengen. Als wetenschappers ‘nodig’ zijn, dan niet als intergalactische arbiters in menselijk klimaatconflict – zij staan als partij zelf in dit conflict en moeten het van binnenuit verhelderen.

Als medewerker van de Radboud Universiteit voel ik mij natuurlijk gevlijd dat de hoop op mij gevestigd wordt om de wereld te redden. Of in ieder geval dat ik vanuit ‘mijn eigen specialisatie’ kan bijdragen aan een ‘gemeenschappelijk doel’. Dat wij dit als de taak van de wetenschap opvatten en deze taak zonder cynisme kunnen proclameren, toont hoe moeilijk wij het vinden om te accepteren dat wij vanaf het aardoppervlak beginnen met denken. Het subject zonder conflict lijkt echter het meeste op de astronaut die losraakt van de ruimtesonde en in de leegte van het heelal zonder weerstand wegzweeft.

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen