Timo Bakrin, koepellid van de Universitaire Studentenraad (USR) van het Bestuurlijk Overleg Studentenverenigingen (B.O.S.) en Joppe Hamelijnck, fractievoorzitter van De Vrije Student in de USR, vinden dat de studenten aan de Radboud Universiteit in hun vrijheden worden beperkt, mede door de aanwezigheidsplicht in werkcolleges. De student moet volgens de twee USR-leden haar soevereiniteit weer terugkrijgen. ‘Men moet uitgaan van de verantwoordelijkheid van de student en deze niet aan het ‘handje’ meenemen door de studie heen.’
Overal ter wereld staat de soevereiniteit onder druk en de mensen willen het terug! Ook wij willen dat de student haar soevereiniteit terug krijgt. Vrijheid is één van de belangrijkste verworvenheden van de moderne tijd en.de universiteit is een perfecte plek waar deze verworvenheid tot zijn uiting komt. Tenminste, dat zou je denken. Wij merken dat de student van de Radboud Universiteit hierin wordt beperkt. Neem als voorbeeld Meat Free Monday, een ideologische keuze van de universiteit welke aan de student wordt opgelegd. In plaats van deze student te informeren over de keuze voor vlees en een discussie over het eten van vlees te stimuleren, wordt de keuze al gemaakt door de universiteit. De universiteit gaat hierbij voorbij aan een kernaspect van de academische wereld, namelijk dat er ruimte moet zijn voor discussie over een bepaald onderwerp.
De universiteit moet een open plek zijn voor intellectuele discussies, zij moet een bron zijn van kennis die kan worden ingezet voor kritisch denken. De universiteit moet geen stelling innemen of een ideologie voorschrijven die ervoor zorgt dat studenten in hun vrijheid beperkt worden. De Meat Free Monday, waar de universiteit de studenten niet verantwoordelijk genoeg acht om zelf hun keuze te maken doet dit wel. Ook mag de student niet zelf kiezen of zij bier wil drinken voor half 4 op de campus en moet de rokende student ook de campus af om rookwaren te halen. Dit alles laat zien dat de universiteit haar studenten als niet verantwoordelijke mensen ziet, terwijl wij van mening zijn dat juist studenten zeer geschikt zijn om verantwoordelijkheid te dragen.
Wat hieruit voortvloeit is bijvoorbeeld de verplichte aanwezigheid bij werkcolleges. Er wordt vanuit gegaan dat de student niet over voldoende verantwoordelijkheid beschikt of zij al dan niet aanwezig zijn bij werkcolleges. Afschaffing van deze plicht zal ervoor zorgen dat docenten de ‘’ krijgen hun colleges zo aantrekkelijk mogelijk te maken, zodat het voor studenten écht nuttig wordt om aanwezig te zijn. Wanneer een college dus niet veel toevoegt, haken mensen af, wanneer het wel zeer nuttig is dan zal de zaal zich vullen. Zo wordt aanwezigheid een graadmeter voor kwaliteit van het onderwijs. Nog te vaak is er sprake van verplichte ‘ophokuren’ waarin studenten niet gemotiveerd en/of voorbereid aanwezig zijn. Dit is voor zowel de docent als de student die wél gemotiveerd deelneemt frustrerend. Een goed voorbeeld is een werkcollege waarin steeds hetzelfde groepje studenten actief deelneemt, terwijl het gros van de studenten stil blijft. Wij geloven dat wanneer de aanwezigheidsplicht wordt losgelaten, enkel de gemotiveerde studenten overblijven, waardoor er meer ruimte ontstaat voor een vruchtbare discussie, in plaats van de pijnlijke stiltes die iedereen wel bekend zijn.
De doelstellingen die een vak voorschrijft dienen te worden behaald, maar dit moet losgekoppeld worden van de aanwezigheid. Het kan niet zo zijn dat een student aan het eind van de rit wel de kennis heeft bemachtigd om een tentamen te halen, maar dat deze student wordt uitgesloten van het tentamen omdat hij/zij niet vaak genoeg aanwezig is geweest. Men moet uitgaan van de verantwoordelijkheid van de student en deze niet aan het ‘handje’ meenemen door de studie heen. Er wordt van de student van allerlei zaken verwacht dat hij ze zelf regelt, wat ons betreft kan dit ook met de werkcolleges. Wanneer een student dus minder tijd nodig heeft om een onderwerp te begrijpen, moet er dus voor hem/haar de mogelijkheid zijn om een college over te slaan. Zo houdt de student ook meer tijd over om zijn of haar leven naast het studeren te ontplooien en naar eigen keuze in te vullen. Ook zal wat ons betreft de kwaliteit van het onderwijs een impuls krijgen wanneer de docenten dus zelf actie moeten ondernemen om de werkcolleges aantrekkelijk te maken voor de studenten die ze volgen. ‘Ophokuren’ zullen automatisch komen te vervallen omdat daar ook vanuit de studenten weinig animo voor is.
De studenten zouden zichzelf juist kunnen ontwikkelen wanneer ze meer vrijheid krijgen, dit zou gestimuleerd moeten worden. Verder zou er over ideologische onderwerpen als het al dan niet kiezen voor vlees niet opgelegd moeten worden, maar bediscussieerd moeten worden. Het is dus tijd dat de student zijn soevereiniteit terugkrijgt!
Tekent,
Namens De Vrije Student, J. Hamelijnck
Namens het B.O.S., T.A.D.B. Bakrin