Funs Elbersen, fractievoorzitter voor studentenpartij AKKUraatd in de Universitaire Studentenvergadering, vindt dat er actie moet worden genomen tegen de extra kosten die studenten moeten maken tijdens hun studie. ‘Vraagt een onderwijsinstelling om een eigen bijdrage, dan moet naar studenten bovendien duidelijk worden gecommuniceerd dat het om een vrijwillige bijdrage gaat en moeten de kosten worden gespecificeerd, zodat de student bij voorbaat weet waar hij aan toe is.’
Studeren is anno 2016 een dure aangelegenheid. Het collegegeldbedrag kruipt steeds verder richting de 2000 euro en de basisbeurs is afgeschaft, maar alsnog verlangen onderwijsinstellingen via allerlei sluipwegen steeds opnieuw uitgaven van studenten. Denk bijvoorbeeld aan kosten voor softwarelicenties, extra readers en verplichte studiereizen; kosten die kunnen variëren van enkele tientallen tot honderden euro’s. Deze extra studiekosten zetten de toch al matige toegankelijkheid van het onderwijs nog verder onder druk.
Naast onwenselijk, is dit in veel gevallen direct in strijd met de wet. De inschrijving aan een onderwijsinstelling geeft de student het recht om deel te nemen aan het onderwijs en het recht om tentamens en examens af te leggen. Van welke bedragen deze inschrijving afhankelijk mag worden gesteld, staat keurig vermeld in de WHW; de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek. Deze wet biedt onderwijsinstellingen niet de ruimte om extra uitgaven (voor bijvoorbeeld licenties, readers, en excursies) als noodzakelijk om de opleiding af te kunnen ronden te bestempelen.
Een onderwijsinstelling mag wel excursies opnemen in het curriculum, maar alleen als daarnaast een gratis alternatief wordt geboden waarbij dezelfde competenties worden getoetst. Zo’n gratis alternatief moet verder redelijk zijn. Hebben 200 studenten een boek nodig en wordt er (naast de optie tot aanschaf) in de bibliotheek maar één exemplaar ten uitleen aangeboden, dan is het maar de vraag of het geboden gratis alternatief wel redelijk is. Vraagt een onderwijsinstelling om een eigen bijdrage, dan moet naar studenten bovendien duidelijk worden gecommuniceerd dat het om een vrijwillige bijdrage gaat en moeten de kosten worden gespecificeerd, zodat de student bij voorbaat weet waar hij aan toe is.
Toch wordt er vaak niet of nauwelijks naar studenten gecommuniceerd dat de gevraagde bijdrages vrijwillig zijn en worden excursies onnodig vaak als verplicht onderdeel van het curriculum gepresenteerd, zonder dat daarbij een gratis alternatief wordt geboden. Voor zover studenten al op de hoogte zijn van het feit dat dit niet mag, durven ze er in de praktijk vaak niets tegen te doen, uit angst bij de docenten bekend te komen te staan als “die lastige student” en vrezen ze nadelige gevolgen te ondervinden in het vervolg van hun opleiding.
Het is hoog tijd dat er actie wordt ondernomen tegen deze extra studiekosten. Studenten kunnen voor hulp terecht bij bijvoorbeeld de rechtswinkel van Studentenvakbond AKKU, maar voorkomen is natuurlijk beter dan genezen. Daarom roepen wij van AKKUraatd het College van Bestuur op om er beter op toe te zien dat de wet wordt nageleefd en dat er bij het vaststellen van onderwijsprogramma’s redelijke, gratis alternatieven worden aangeboden. Ik ga de bestuurders van de Radboud Universiteit hier dan ook concrete vragen over stellen in de Gezamenlijke Vergadering met de verschillende universiteitsraden.