Ze wordt beschouwd als een van de grootste gezichten van de Nederlandse parasport. Rolstoelbasketbalster Bo Kramer (26) speelt sinds 2014 voor het Nederlandse vrouwenteam, dat al jaren aan de top van de wereld staat. De aanvallende speler is meervoudig Europees- en wereldkampioen, en mag zich sinds kort ook tweevoudig Paralympisch kampioen noemen. Nu breekt er een nieuw hoofdstuk in haar leven aan: een fulltime masterstudie.
Uitgebreid uitrusten van alle wedstrijden en aandacht tijdens de Paralympische Spelen in Parijs zit er niet in voor Bo Kramer. Ze gaat meteen aan de slag met de master Biomedische Wetenschappen aan het Radboudumc. Naast haar sportieve bezigheden wil ze ook iets te betekenen voor kinderen met kanker, de ziekte waar ze zelf ook mee te maken kreeg als kind. Door botkanker moest ze onder meer zware operaties aan beide benen ondergaan. Staan en lopen gaan prima, maar intensieve bewegingen kan ze niet meer doen zonder pijn. Sporten doet Kramer dus in een rolstoel, en dit al sinds haar vijftiende op internationaal niveau. Tussen de topsport door wist ze een hbo-studie en een premaster te voltooien. Nu studeert ze voor het eerst voltijds, wat betekent dat basketbal nu even bijzaak wordt. Hoe ervaart ze dit, na zoveel jaren van haar leven gewijd te hebben aan de topsport?
Strijden aan twee fronten
Door de drukte met de topsport en het studeren zat een studentenleven er niet echt in voor de basketbalster. Afgelopen jaren verspreidde ze de studielast over meerdere jaren, maar ook dat was flink aanpoten. ‘Je moet er inderdaad veel voor opofferen. Ik was altijd met of topsport of studie bezig. Het is zwaar om op twee fronten tegelijk te moeten leveren’, vertelt ze. Door haar dubbelleven heeft ze veel dingen van het typische studentenleven moeten missen. ‘Als ik om me heen kijk bij leeftijdsgenoten of als ik hoor in de klas wat zo’n studentenleven inhoudt, denk ik soms: dit heb ik dus allemaal moeten missen.’ Ook buiten studentikoze zaken mist Kramer belangrijke momenten. ‘Het ergste vond ik dat ik belangrijke familiemomenten niet kon meemaken. Ik heb bijvoorbeeld de vijftigste verjaardag van mijn moeder gemist.’ Gelukkig ervoer ze ook voordelen met het bedrijven van topsport tijdens haar studie. ‘Omdat ik mijn geld verdiende met sport hoefde ik bijvoorbeeld geen bijbaantje bij de Albert Heijn te nemen om rond te komen. Het lijkt me ook smerig om met zijn zessen in een studentenkamer te wonen. Dat hoef ik ook gelukkig ook niet mee te maken.’ Wat haar betreft hangen er dus nadelen en voordelen aan. ‘Als ik op het podium sta met een gouden medaille denk ik: ja, hier doe ik het voor.’
‘Als ik om me heen kijk bij leeftijdsgenoten of als ik hoor in de klas wat zo’n studentenleven inhoudt, denk ik soms: dit heb ik dus allemaal moeten missen.’
De overgang van topsport naar collegebanken is een flinke omschakeling voor Kramer. ‘Je bent zo gewend om in die bubbel van het basketballen te zitten en midden in de spotlights te staan. In een grijs klaslokaal stil zitten, opdrachten maken en voor tentamens leren is dan echt wel even wennen.’ Eerder studeerde ze Fysiotherapie aan de HAN, maar ze kwam erachter dat ze toch niet in dat vakgebied wilde werken. ‘Toen bedacht ik dat ik onderzoek zou willen doen naar kinderkanker, omdat ik daar zelf mee te maken heb gehad’, vertelt ze. Zo kwam ze uiteindelijk uit bij de studie Biomedische Wetenschappen.
Nieuwe plannen
Nu ze fulltime studeert, doet ze het rustiger aan met basketbal. Ze speelt niet meer voor een club in het buitenland, maar bij een vereniging in de buurt, voor de lol. De universiteit biedt hulp en begeleiding aan voor studenten die aan topsport doen. Vanwege haar status als topsporter mag ze bijvoorbeeld vaker colleges missen of naar voren schuiven. Ook kan ze regelen dat ze colleges op afstand volgt. De universiteit is daarin dus best flexibel. ‘Als je zelf met een goede oplossing komt, vinden ze het meestal wel prima.’
‘Topsport is heel leuk, maar ik heb ook andere ambities.’
Hoewel Kramer vanaf nu druk bezig zal zijn met haar studie, sluit ze deelname aan de volgende Spelen in Los Angeles niet uit. Ze zou nog graag een spektakel zoals Parijs willen meemaken, maar blijven basketballen tot haar veertigste zoals sommige teamgenoten, lijkt haar niks. ‘Topsport is heel leuk, maar ik heb ook andere ambities.’
Na jarenlang op hoog niveau te sporten en tegelijkertijd te studeren, komt er voor haar nu eindelijk wat tijd vrij om van het echte studentenleven te genieten. Ze kijkt er naar uit om bijvoorbeeld vrienden te maken buiten de sport en af en toe gezellige avondjes te houden. Of ze het fulltime basketballen gaat missen weet ze nog niet. ‘Ik weet dat ik studeren leuk vind, maar de afgelopen acht jaar heb ik nog nooit op een tempo hoeven studeren dat normaal is voor een student. Daar ben ik best benieuwd naar.’