Van 3 tot en met 7 april vindt in Nijmegen de 11e editie van het Go Short International Short Film Festival Nijmegen plaats. Tijdens het festival gaat Mind My Mind, de nieuwe film van de Nijmeegse Floor Adams, in Nederland in première als onderdeel van de Dutch Competition. De film, die op het Brusselse ANIMA filmfestival de publieksprijs binnensleepte, gaat over de autistische Chris en hoe het anders werken van zijn brein zijn leven en liefdesleven affecteert. ‘Ik vind het heel mooi iets te hebben gemaakt dat een doel dient, dat het meer is dan alleen voor de consumptie.’
Tekst: Zander Evenberg
Foto’s: David van Haren
Illustraties: Afbeeldingen uit Mind My Mind
‘Zijn jullie hier voor mij?’ vraagt een opgewekte Floor Adams ons, terwijl we zittend op een bankje in de zon aan het wachten zijn. Even later leidt Adams ons naar het bedrijfspand waar haar studio zich bevindt. In de geur van verse baksels, ‘hieronder zit een bakkerij’, nemen we plaats in het ietwat rommelige kantoor met uitzicht op de Waal waar Adams de afgelopen jaren aan haar nieuwste project heeft gewerkt.
Animatie ambities
Van jongs af aan wilde Adams al iets met animatie doen. Dus toen ze tijdens haar studie creatieve therapie las dat Disney een studio had geopend in Parijs voor de productie van De Klokkenluider van de Notre Dame en daar nog mensen zocht, besloot ze een brief te schrijven. ‘Ik kreeg een brief terug met “Dank u wel voor uw interesse en dit zijn de functies waarop u kan solliciteren.” En de vraag of ik bereid was te verhuizen naar Burbank of Parijs. Ik dacht “Ho wacht even, misschien over een paar jaar”‘, vertelt Adams lachend. Hoewel de ambitie om voor Disney te werken tijdelijk bleek, was de interesse in animatie dat niet. Dus besloot Adams om na haar opleiding Creatieve Therapie parttime aan de kunstacademie te gaan studeren. ‘Maar’, legt ze uit, ‘ik studeerde vrije kunst, dat was helemaal geen animatieopleiding. Toen ben ik naast de reguliere vakken als tekenen en schilderen animaties gaan maken. Na een paar jaar kwam ik erachter dat ik eigenlijk niet op deze school moest blijven als ik hier beter in wilde worden. Daarom ben ik een half jaar naar Gent gegaan.’ Als Erasmusstudent aan de Gentse animatieopleiding kreeg Adams de smaak te pakken: ‘Die mensen zaten allemaal in het donker te werken achter de lichtbakken en dachten echt: “Oh nóg een klus; ik moet wéér een lopend figuur animeren.” Terwijl ik dacht: “Ja! Lopend figuur animeren! Nu kan ik echt leren hoe het moet.”‘
Aanvankelijk kwam het werken in de kunstwereld niet van de grond. ‘Ik werkte toen nog parttime in de zorg en in mijn optiek kan je geen goede ondernemer worden wanneer je het er een beetje naast doet. Dus besloot ik te stoppen in de zorg en me volledig op het animeren te storten.’ Dit bleek een goede keuze: met opdrachten van Zembla, gemeentes en musea begon het balletje te rollen. ‘Toen ben ik echt de wereld in gestapt en durfde ik steeds meer te zeggen “Hier ben ik en dit is wat ik doe”. Dat is nu twaalf jaar geleden.’ Adams’ eerste jaren als animator bestonden vooral uit opdrachtwerk, maar na de financiering voor een eigen film stopte ze daar compleet mee.
‘Mensen met autisme zijn overal en er mag best wat meer vriendelijkheid voor ze zijn.’
Een realistisch beeld van autisme
‘Het idee voor Mind My Mind is ontstaan in 2009 toen ik op de UNIT academie les gaf aan jongeren met autisme. Daar was een jongen die mij alles kon vertellen over het Japanse metrostelsel: hoe de metro’s in Tokio heten en hoeveel suïcidepogingen er per jaar waren. Ik vroeg hem hoe hij dat kon onthouden, al die details en waar hij die informatie laat. Waarop hij zei “Ik weet het niet, maar ik heb er helemaal niets aan. Ik kan m’n dagelijkse dingen niet goed doen of m’n huiswerk onthouden.” Aan de buitenkant kan ik niet zien dat er iets aan de hand is, maar het is er wel. Mensen met autisme zijn overal en er mag best wat meer vriendelijkheid voor ze zijn, voor de mensen die social awkward in een hoekje staan op een feestje of die liever sociaal contact mijden. Dat zijn mensen die ook gezien mogen worden.’ Adams had al langer de ambitie een film te maken met betekenis en nu had ze daarvoor het goede onderwerp gevonden.
In haar film wilde Adams laten zien hoe de processen in het hoofd van iemand met autisme werken, dus voor ze aan haar script kon beginnen moest er eerst onderzoek worden gedaan. ‘Ik had hele vragenlijsten voor vooral mensen met Asperger. Die vroeg ik dingen als “wat betekent flirten voor je?” en “wat zijn je speciale interesses?” Ook had ik toen veel contact met een vriendin van me die promoveerde aan het Leo Kannerhuis centrum voor autisme. Verder heb ik veel boeken gelezen en het internet afgezocht.’ Op basis van haar eigen ervaringen met mensen met autisme en gesprekken met ervaringsdeskundigen, creëerde Adams het personage Chris; een jongen met autisme die verliefd wordt op een meisje. ‘Chris is een combinatie geworden van verschillende kenmerken die uit mijn onderzoek en ervaringen naar voren kwamen, zoals zijn bijzondere interesse in Duitse bommenwerpers, maar hij is wel echt een op zichzelf staand personage geworden.’ Met haar film wil Adams een realistischer beeld geven van autisme dan in de televisiewereld vaak te zien is. ‘Autisme wordt nu heel erg weggezet als zo’n alleswetende geek die moordzaken kan oplossen met buitengewone krachten of lucifers op de grond kan laten vallen en dan precies weet hoeveel het er zijn. Terwijl dat helemaal niet zo is of hoeft te zijn. Op mijn film krijg ik vaak de reactie dat mensen het fijn vinden dat er een menselijke film over autisme is. Zo hebben we de film laten zien op een studiedag over seksualiteit en autisme. Daar zaten experts op het gebied van autisme in de zaal die achteraf zeiden: “Ons werk is bijna overbodig met zo’n film.” Het klopt natuurlijk niet wat ze zeggen, maar het is wel een groot compliment.’
Uit de hand gelopen elf minuten
Toen ze in 2012 geld kreeg van de provincie dacht Adams nog dat het een film van elf minuten zou worden, die ze helemaal in haar eentje zou maken. ‘Maar het project werd steeds groter en ik had meer geld nodig. Na anderhalf jaar kwam ik in aanraking met Willem Thijssen, een Oscar-winnende producent, die wat zag in het script. Hij stelde voor naar het Filmfonds te gaan en ik weet nog dat ik daar zat en vertelde dat ik van plan was met één animator samen te werken.’ Lachend: ‘Uiteindelijk zijn er zeven animatoren geweest en heb ik zelf geen animatiewerk meer gedaan, maar heb ik alleen nog mensen aangestuurd. Toen werd het ook een verhaal van een half uur. Uiteindelijk is het echt een enorm project geworden waar 60 mensen aan hebben gewerkt.’
‘Ik had het regiewerk onderschat waardoor ik vaak ’s avonds en in de weekenden nog zat te werken.’
Dat het project zo groot werd, weerspiegelde zich ook in de lengte van het maakproces: waar de beoogde voltooiing aanvankelijk 2014 was, duurde het in werkelijkheid 5 jaar langer. Hoe dat komt? ‘Misschien een beetje zelfoverschatting. Het schrijven van een goed script, een verhaal dat van alle kanten klopt, kost een hoop tijd. Daar was ik zeker een jaar mee bezig.’ Ook het animeren kost veel tijd, legt Adams uit: ‘Een seconde animatie is opgebouwd uit 12 tot 24 tekeningen. Ik tekende dan ruwweg het shot, de belangrijkste poses en waar alles zit. Dat gaat dan naar een animator en die zorgt dat elke beweging getekend wordt. Die tekeningen moesten allemaal ingekleurd worden en er moesten achtergronden bij gemaakt worden. Die wilde ik zelf maken, daarmee hield ik de controle over hoe het beeld er uit kwam te zien. Ook het opnemen van het geluid was tijdrovend. Voor een animatiefilm moet ieder geluidje apart worden gemaakt en opgenomen, daar zijn we twee weken mee bezig geweest.’ Daarbij merkte Adams dat het werk als regisseur nieuw voor haar was: ‘Ik wilde die 700 achtergronden graag zelf tekenen, maar ik had het regiewerk onderschat; hoeveel tijd je bezig bent met het aansturen van iedereen. Dus zat ik vaak ’s avonds en in de weekenden nog te werken. Wat ik wel hoor is dat we voor een film van dertig minuten nog redelijk snel zijn geweest, dus dat houd ik maar in m’n achterhoofd.’
Niet voor niets
Uiteindelijk is Adams erg tevreden met het resultaat: ‘Het was ook allemaal niet voor niets: de reacties zijn heel positief. Tijdens de première in Brussel zaten er 800 mensen in de zaal die moesten lachen en meegingen in het verhaal, dus dat was heel goed. Daarbij heb ik ook de ambitie gekregen om meer met mensen samen te werken. Toen ik afstudeerde bij de kunstacademie had ik een docent die zei “Floor doet alles heel erg goed, het enige onprofessionele is dat Floor alles in haar eentje wil doen”. En nu denk ik “die man had hartstikke gelijk.”‘ Hoewel Adams de afgelopen zes jaar bijna fulltime met Mind My Mind is bezig geweest, is ze niet bang om nu in een zwart gat te vallen: ‘Ik ga binnenkort weer met wetenschappers aan tafel over genderstereotypen. Dus er komt wel weer iets nieuws.’