Home Papieren ANSBladartikelen Bubble trouble

Dit artikel verscheen eerder in de eerste editie van ANS 2020-2021.

Met haar Instagramaccount Zeikschrift kaart Madeleijn van den Nieuwenhuizen misstanden aan in de Nederlandse media. Op het platform plaatst ze berichten waarin ze op onderbouwende wijze spreekt over stereotypering, inclusiviteit en misinformatie. ‘Als je bepaalde stemmen stelselmatig niet hoort in de media, dan ga je ook denken dat ze niet bestaan.’


Wanneer een tijdschrift een artikel plaatst ‘Zo kom jij aan je slanke summer body’, zal Madeleijn van den Nieuwenhuizen hier een kanttekening bij plaatsen. Op haar Instagramaccount betoogt ze dan dat een voller lichaam voor de zomer ook prima is. De 28-jarige uit Oldenzaal is beheerder van het mediakritisch Instagramaccount Zeikschrift, waar ze misstanden in alle soorten en maten aankaart: van bodyshaming tot kwalijke framing. Momenteel is ze PhD-kandidaat aan The City University te New York en onderzoekt ze de politieke geschiedenis van Amerika. Naast veertig uur aan onderzoekswerk stopt ze wekelijks gemiddeld twintig uur in Zeikschrift.

Vanuit haar kleine studiowoning in hartje Amsterdam vertelt ze bevlogen haar verhaal. ‘Ik kom uit een gezin waarin het ongewoon is om naar de universiteit te gaan, maar het wel heel belangrijk is dat je respect toont voor ieder ander.’ Ze legt uit dat binnen haar gezin gelijkwaardigheid altijd hoog in het vaandel heeft gestaan en dat ze tijdens het studeren een kritische blik op de wereld ontwikkelde. ‘De combinatie van die twee leidde ertoe dat ik iets wil bijdragen.’ Deze bijdrage probeert ze op haar Instagramaccount te leveren, waar ze zich verzet tegen beknellende stereotyperingen en framing. Haar kritiek kan over allerlei uitspraken in de media gaan: van vaders die geen luiers zouden kunnen verschonen tot vrouwen die niet zouden weten hoe belastingaangiftes werken. ANS sprak haar over de isolatie van de media, hoe ze zelf hiermee omgaat en hoe de mediabubbel volgens haar kan worden doorgeprikt.

Kritisch zeiken

De kritische houding die ze aanneemt, komt niet uit het niets. ‘Na een blauwe maandag op de toneelschool wilde ik iets anders, maar wist niet goed wat.’ Ze maakte een lijst met klassieke werken en kocht deze op een Amsterdams marktje. Kort daarop vertrok ze naar Parijs waar ze een baantje nam en de literatuurlijst, van De Beauvoir tot Marquez, stuk voor stuk afwerkte. ‘Door het lezen van die boeken kwam ik tot de ontdekking dat ik mezelf meer wilde onderleggen in het begrijpen van de wereld en haar geschiedenis.’ Ze legt uit dat haar studie haar vervolgens heeft geholpen een kritische houding te ontwikkelen die begint bij vragen stellen in plaats van je haasten naar conclusies.

‘Ik word eerder serieus genomen dan Sylvana Simons als ik over racisme spreek.’

Van den Nieuwenhuizen plaatst onder meer zeikschriften over de representatie van mensen van kleur in de Nederlandse bladenwereld. Dit doet ze bijvoorbeeld door het aantal witte mensen te tellen versus het aantal mensen van kleur. Zo telde ze in een recente uitgave van Esquire 165 witte mensen tegenover negentien mensen van kleur. ‘Soms is die kloof nog veel groter. Dan moet je je als redactie afvragen: voor wie schrijf ik en waarom speelt huidskleur daar kennelijk een rol in?’ Ze vertelt dat ze als wit persoon ook onderdeel is van het normbevestigende beeld dat de media uitstralen. ‘Ik zie er redelijk conventioneel uit en word bijvoorbeeld eerder serieus genomen dan Sylvana Simons als ik over racisme spreek. Ik zal nooit worden weggezet als overemotioneel op dit front.’ Het mediagenieke plaatje moet worden veranderd, betoogt ze.

Volgens haar komen de schijnrepresentaties tot stand als gevolg van de afgesloten leefwerelden van mediaredacties. Van den Nieuwenhuizen zou graag willen dat de media meer reflecteren op het beeld dat ze weergeven. Ze probeert ze hiertoe aan te zetten in haar posts op Instagram. ‘Ik hoop hierin structureel iets te kunnen veranderen.’

America first, the Netherlands second

‘Vlak voordat ik drieënhalf jaar geleden naar New York verhuisde, begon ik met Zeikschrift’, vertelt ze. Vanuit Amerika stelt ze vandaag de dag nog misstanden aan de kaak in de Nederlandse media. ‘Zeikschrift is voor mij ook een manier om de debatten en vraagstukken in Nederland te blijven volgen. Daarnaast vind ik dat er binnen de Nederlandse media veel minder ruimte is voor zelfreflectie dan in de Amerikaanse media.’ In de Verenigde Staten worden, volgens de criticus, sommige discussies al veel langer gevoerd, waardoor er meer tijd en ruimte is voor gelaagde reflectie. Ze noemt als voorbeeld de racismediscussie in de VS, die daar volgens haar al veel langer inhoudelijk wordt gevoerd.

‘Media zijn vaak zo wit, je moet je ogen haast dichtknijpen.’

‘In Nederland hebben we nooit een vergelijkbare burgerrechtenbeweging gehad’, stelt ze. In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw werd de witte bevolking in de VS geconfronteerd met het feit dat racisme steeds minder werd gepikt. Gesprekken over de inrichting van de rechtstaat en over de residuen van eeuwenlange slavernij werden daar veel meer gevoerd dan bijvoorbeeld gesprekken over het koloniale verleden van Nederland. ‘Als je bepaalde geluiden stelselmatig niet hoort in de media, dan ga je ook denken dat ze niet bestaan en er dus geen probleem is’, redeneert ze. De zwartepietendiscussie is hier volgens Van den Nieuwenhuizen een voorbeeld van. ‘Toen daar discussie over ontstond, dacht het gros van de witte mensen: “Maar we bedoelen daar toch niets mee?” Ik dacht dat ook! Dat komt deels omdat er niet werd geluisterd naar mensen van kleur.’ Niet alleen in de zwartepietendiscussie werd in het begin amper geluisterd naar mensen van kleur, dit is ook te zien in het lang ontbreken aan journalistieke onderzoeken naar discriminatie op de arbeidsmarkt, de woningmarkt en bij de politie volgens Van den Nieuwenhuizen.

Geen afspiegeling van de maatschappij

Van den Nieuwenhuizen weet haar vinger te leggen op de oorzaak van deze ondervertegenwoordigde stemmen: als men kijkt naar de media-industrie in Nederland is er sprake van homogene kringen. ‘Die zijn vaak zo wit, je moet je ogen haast dichtknijpen, zo helder is het licht’, zegt ze lachend. Ze legt uit dat het Nederlandse medialandschap daarnaast een ons-kent-onswereldje is, wat resulteert in weinig diversiteit. ‘Dat patroon moet worden doorbroken door bijvoorbeeld sollicitatiegesprekken anoniemer te maken in plaats van de dochter van die-en-die aan te nemen op een redactie.’

‘De zogenaamde havermelkelite komt meermaals terug in de media.’

Gebrek aan diversiteit speelt zich ook af op geografisch niveau. Het grote deel van de redacties van tijdschriften, televisiestudio’s en kranten zit gevestigd in de randstad. ‘Dit kan je zien als een grote geografische bubbel.’ In de media wordt soms gesproken over bepaalde fenomenen alsof die voor heel het land gelden, maar dat is alleen het geval op de plek waar die journalist woont. Gekscherend begint ze over een luchtig voorbeeld: ‘Zoals de zogenaamde havermelkelite die meermaals terugkomt in de media. Het is echt een ding om in de randstad havermelkkoffie te drinken met je ZZP’ende vrienden. In de rest van het land wekt die term minder begrip op.’ De criticus is zich ervan bewust dat ook haar dit kan overkomen en probeert haar eigen gedrag daarop aan te passen. ‘Op een gegeven moment begon Zeikschrift zelf veel media-aandacht te genereren en kreeg ik er veel volgers bij.’ Gebarend vertelt ze: ‘Ik heb toen heel bewust geprobeerd veel “ja” te zeggen op uitnodigingen voor meer lokale interviews buiten de hoofdstad. Zo zat ik niet alleen in de Amsterdambubbel.

Preken voor eigen parochie

Van den Nieuwenhuizen geeft doordachte en activistische antwoorden. De vraag is hoe zij mensen overtuigt die het vanaf het begin al niet met haar eens waren. Verontschuldigend legt ze uit: ‘Als activist preek je helaas vaak voor eigen parochie. Toch probeert ze in contact te komen met mensen die het juist niet met haar eens zijn om haar bubbel te doorbreken. Op Instagram heeft ze regelmatig discussies met mensen die het niet met haar eens zijn. ‘Ik vind het dan heel belangrijk om tijd te maken voor het gesprek.’ Haar ruimte voor een open dialoog heeft haar account een zekere naam opgeleverd. ‘Veel mensen uit de mediawereld volgen mijn posts, waar ik heel blij mee ben. Met groei komen echter ook grotere verantwoordelijkheid en bepaalde verwachtingen: ‘Mensen verwachten dan misschien wel regelmatiger een post.’ Ze vertelt dat dit wellicht lastig met haar studie kan zijn. Hoe lang ze nog door zal blijven zeikschriften weet ze dan ook nog niet. ‘Mijn doel is dat ik het wel kan combineren met mijn PhD de komende jaren’, zegt ze bescheiden. Ondanks de drukte blijft Van den Nieuwenhuizen dit platform in haar eentje beheren. Het voordeel daarvan is dat ze bijvoorbeeld een week niets hoeft te posten als ze druk is met haar PhD. ‘Ik vind het belangrijk Zeikschrift zo autonoom en onafhankelijk mogelijk te houden.’

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen