Van 26 tot en met 29 november strijken dichters en schrijvers in Nijmegen neer voor het literair Wintertuinfestival. Het thema van dit jaar is ‘Hoop’. Schrijver Anton Dautzenberg presenteert donderdag tijdens dit festival zijn bloemlezing Vuur! over maatschappelijke betrokkenheid in de Nederlandse literatuur. ‘Engagement is in Nederland een viezer woord dan in het buitenland.’
Tekst: Noor de Kort
Zijn schrijvers in Nederland voldoende maatschappelijk betrokken?
‘Ik vind niet dat schrijvers maatschappelijk betrokken moeten zijn, maar ze zouden het wel meer kunnen zijn. In andere landen staat de maatschappelijk betrokken schrijver op een voetstuk. Voorbeelden hiervan zijn Bertold Brecht, George Orwell en Emile Zola. In Nederland is dat net even anders: engagement is hier een viezer woord dan in het buitenland.’
Hoe kun je in de Nederlandse literatuur zien dat schrijvers weinig maatschappelijk betrokken zijn?
‘Dit is te zien aan de onderwerpkeuze en aan de kleine rol die schrijvers spelen in het maatschappelijk debat. Daarnaast wordt er vanuit de literaire wereld negatief gereageerd als schrijvers buiten de kaften van een boek treden. Ik heb voor mijn bloemlezing geëngageerde literatuur van de afgelopen vijf eeuwen bestudeerd en je ziet dit steeds weer terugkomen. Op het moment dat een schrijver de publieke ruimte betreedt, wordt deze bijna altijd teruggefloten en soms zelfs erg agressief benaderd vanuit de literaire wereld.’
Kunt u hier voorbeelden van noemen?
‘Als een schrijver maatschappelijk betrokken werk schrijft, wordt er negatief gereageerd door andere schrijvers of recensenten. De Frans Kellendonklezing van Maarten Asscher is exemplarisch voor hoe er in Nederland tegen engagement in literatuur wordt aangekeken. Asscher presenteert in de lezing een model om engagement onder schrijvers te classificeren, met behulp van vier niveaus. In de volgens Asscher hoogst haalbare categorie staat de schrijver die nergens lid van is, geen ingezonden stukken schrijft, geen actueel rumoer in zijn stukken opneemt, maar toch een geëngageerd schrijver is. In het model geldt dus dat hoe verder je van de samenleving afstaat, hoe meer het wordt gewaardeerd. Literatuur wordt dus vooral gezien als een bron van het produceren van schoonheid en als schrijver moet je de ordinaire kant van de samenleving vermijden.’
Waardoor komt het dat schrijvers in Nederland weinig maatschappelijk betrokken zijn?
‘Ik denk dat de sterke protestantse wortels een rol spelen in Nederland: we eisen van schrijvers een bepaalde lijdzaamheid en ingetogenheid. Daarnaast is Nederland ook een redelijk pragmatisch land door het klimaat en de ligging. We zijn altijd heel sterk gericht op handel en daardoor praktisch ingesteld.’
Denkt u dat het publiek tegenwoordig minder geïnteresseerd is in werk dat kritisch staat tegenover de samenleving?
‘Ik denk dat er wel interesse is, maar dat het publiek onvoldoende wordt uitgedaagd. Je ziet regelmatig dat een schrijver die doorbreekt naar het grote publiek en een column krijgt, in die column gaat schrijven over huis-, tuin- en keukenzaken of relaties. Hij kiest er dan niet voor om een rol van betekenis te spelen in een maatschappelijk debat. Decennia terug lag dat toch wat anders. Toen was het publieke schrijverschap synoniem aan een kritische rol richting samenleving en politiek. Deze rol is aan het verdwijnen: er is een behaagzucht in de literatuur geslopen, waardoor schrijvers bang zijn om het publiek pijn te doen.’
Zou u het beter vinden als schrijvers in Nederland meer maatschappelijk betrokken zouden zijn?
‘We leven in een neodemocratie die wordt gegijzeld door opiniepeilingen. Je ziet dat het onderbuikgevoel regeert. Als gevolg daarvan slingeren politici stoere taal en ongenuanceerde oneliners de wereld in. Ik vind het fijn dat er schrijvers zijn als Arnon Grunberg en Tommy Wieringa die een genuanceerder geluid laten horen. Hiermee bieden ze tegenwicht aan het populisme. Ik juich het zeker toe als een schrijver zich maatschappelijk betrokken opstelt, maar als een schrijver dat niet doet, wil ik hem daar niet om veroordelen. Met mijn bloemlezing wil ik vooral laten zien dat het spannende literatuur kan opleveren als schrijvers een rol van betekenis spelen in samenleving.’