Froukje Veenstra (19) ging afgelopen januari viral met haar single Groter dan ik. Inmiddels toert ze door het land als hoofdact van muziekfestival Popronde en brengt ze dit najaar een nieuwe EP uit. Ze is een rising star, en dat in coronatijd. ‘Dit was mijn moment en alles leek in te storten.’
Dit artikel verscheen eerder in de tweede editie van ANS 2020-2021.
Vlak voordat de pandemie de popzalen van hun publiek beroofde en ziekenhuizen volstopte met zieken, brak een nieuwe ster door in de Nederlandse muziekwereld: Froukje Veenstra. Met haar single Groter dan ik bereikte de conservatoriumstudent in een klap duizenden luisteraars. Haar boodschap over klimaatverandering schalde door speakers in het hele land: ‘De wereld staat in de fik, en ik zou het willen blussen, maar het vuur is groter dan ik.’ In een mum van tijd stond haar agenda volgepland: te gast bij talkshow M van Margriet van der Linden, interviews van verschillende kranten en spelen op NPO 3FM. ‘Ik dacht dat ik nooit meer tijd zou hebben om een boek te kunnen lezen, maar dat is gelukkig goed gekomen’, grinnikt Froukje.
De jonge muzikant brengt binnenkort een nieuwe single uit en als de coronamaatregelen het toelaten, zal ze ook optreden. Afgelopen jaar zijn veel artiesten financieel genekt door afgelaste concerten. Froukje heeft gelukkig minder geleden onder het wegvallen van optredens: ‘Ik ben als artiest niet anders gewend dan coronatijd en studeer nog. Daarnaast ben ik financieel niet afhankelijk van optredens’, legt de zangeres uit. De huidige crisis stemt haar niet weemoedig, integendeel. Ze lijkt zelfs de wind mee te hebben. Zo verklapt ze ons glunderend dat er dit jaar een nieuwe EP wordt uitgebracht en dat ze een nummer heeft geschreven samen met Pepijn Lanen, bekend als Faberyayo van de Jeugd van Tegenwoordig. Hoe komt het dat Froukje juist bekend is geworden te midden van een wereldwijde crisis? In de gure wind op een terras vlakbij Rotterdam Centraal sprak ANS de muzikant. Op anderhalve meter afstand vertelt Froukje over haar nieuwe muziek en het artiestenbestaan in tijden van quarantaines en mondkapjes.
Doorbraak tijdens uitbraak
Een droom kwam uit toen de jonge zangeres in januari doorbrak met haar single. ‘Ik wilde van jongs af aan al artiest worden’, vertelt ze terwijl ze haar handen warmt aan een cappuccino. ‘Mijn ouders zijn beiden muzikant en voor elke gelegenheid werd een lied gemaakt.’ Zo werd musiceren er met de paplepel ingegoten. Het is dan ook niet gek dat ze besloot om haar dromen na te jagen bij het Rotterdamse conservatorium Codarts.
Afgelopen jaar schreef ze Groter dan ik als opdracht voor haar opleiding. ‘We moesten een nieuwjaarslied maken’, zegt de muzikant opgewekt. ‘Meestal krijgen we technische opdrachten, dit was meer voor de leuk.’ Froukje produceerde het nummer in haar studentenkamertje: ‘Het was allemaal nogal do it yourself: ik heb de demo zelf ingezongen en de muziek is duidelijk niet van hele goede kwaliteit.’ Haar beste vriend en producer Jens vond het nummer beter dan ‘voor de leuk’ en spoorde haar aan om het nummer écht uit te brengen. ‘Groter dan ik heeft zowel clubtunes om op te dansen als betekenisvolle lyrics. Die combinatie maakt dat het nummer mensen zou kunnen prikkelen’, legt de zangeres uit. ‘Daarnaast was ik er simpelweg trots op en had ik niets te verliezen.’ In één ‘powerdag’ hebben ze de demo samen in de studio getransformeerd naar een professionele song.
‘Die linkse chick’
‘In het begin heb ik klimaatinstanties zoals Greenpeace en het Wereld Natuur Fonds gemaild om het lied te verspreiden omdat ik dacht dat mijn songtekst iets bij zou kunnen dragen aan een debat’, legt Froukje uit. ‘Blijkbaar droeg het inderdaad iets bij want opeens luisterden veel mensen naar de single en deelden ze het met elkaar.’ Alles leek goed te gaan, totdat corona roet in het eten gooide. Evenementen waar nieuwe artiesten zich gewoonlijk introduceren, zoals optredens of muziekfestivals, gingen niet door. ‘Dit was mijn moment, maar alles leek in te storten’, vertelt ze. ‘Gelukkig viel dat achteraf reuze mee.’ De artiest kreeg er namelijk alleen maar meer luisteraars bij.
‘Tijdens de quarantainetijd zaten mensen natuurlijk veel thuis achter een beeldscherm. Misschien hebben ze me daardoor vaker voorbij zien komen.’ Momenteel toert Froukje rond voor het muzikale festival Popronde en treedt ze in het echt op. ‘Nu mag ik door corona juist in de grote popzalen, zoals het Nijmeegse Doornroosje spelen, in plaats van zingen in kleine kroegjes’, vertelt ze vrolijk. ‘Internationale artiesten komen door de restricties minder snel naar Nederland en daardoor is er meer plek voor debuterende muzikanten zoals ik.’ Hoewel ze op de planken van Nederlands grote podia staat, herkent men haar op straat nog niet. ‘Maar ik heb weleens op datingsapps gehad dat iemand me herkende’, giechelt ze.
Inmiddels is Froukje door verschillende media geïnterviewd en gaan de meeste interviews over haar mening omtrent het klimaat, die duidelijk te herkennen is in Groter dan ik. Omdat media vooral dit onderwerp aansnijden, gaat het niet vaak over Froukjes muzikale kunsten. Wat vindt ze daar eigenlijk zelf van? ‘Ik vind het niet heel kut dat iedereen me ziet als klimaatactivist, maar ik ben boven alles vooral artiest’, antwoordt ze stellig. ‘Ik sta nog steeds achter de boodschap van mijn eerste single hoor’, nuanceert ze vervolgens. ‘Maar nu word ik gezien als “die linkse chick” die zich vooral bezighoudt met klimaatactivisme, terwijl ik meer in mijn mars heb.’ Om dit beeld recht te zetten, slaat ze interviews over het klimaat momenteel over en gaat haar tweede single dan ook niet over een opwarmende aarde maar over iets heel anders, namelijk: het omgaan met ongelukkig zijn. ‘In Ik wil dansen zing ik dat je door de anonimiteit van het uitgaansleven even je problemen kan vergeten’, vertelt Froukje. Deze tekstuele inhoud ligt er volgens de artiest niet heel dik bovenop en in eerste instantie hoor je vooral het bouncy housegeluid om jawel, op te dansen.
Dansbare tunes met diepe teksten
Volgens de zangeres is haar muziek te herkennen aan precies dat dansbare geluid. Verder zingt ze alleen in het Nederlands: ‘Daar voel ik me vertrouwd bij en ik kan daarnaast ook niet zo goed schrijven in het Engels.’ Haar nummers in een genre passen, vindt ze lastiger: ‘Ik denk dat mijn muziek bestaat uit een mix van house- en hiphopinvloeden maar dat je het ook electropop kan noemen.’ Qua onderwerpen kunnen haar nummers overal over gaan. ‘Soms houdt iets me zo erg bezig dat ik nergens anders over kan schrijven, maar meestal verzin ik liedjes over dingen die ik zelf meemaak of voel.’ Zo gaat haar aankomende single bijvoorbeeld over ongelukkig zijn binnen een relatie en heeft ze een ander lied op haar nieuwe EP geschreven in een moment van frustratie. ‘Dat nummer gaat over mensen die alleen maar om geld geven’, vertelt ze.
Een veelzijdig repertoire aan onderwerpen dus, maar waar haalt Froukje haar ideeën vandaan? ‘Uit allerlei verschillende dingen’, antwoordt ze enthousiast. ‘Boeken, films, muziek, inspirerende personen uit mijn omgeving: ik kan overal wel een idee uit halen!’ Alle toffe dingen die ze tegenkomt, stuurt ze naar zichzelf in een groepsapp om ze niet te vergeten. ‘Als ik een specifiek iemand moet noemen die me inspireert, is het Stromae’, voegt ze toe. ‘Zijn diepe teksten en goede beats vind ik heel tof en herken ik ergens wel in mijn eigen muziek.’ Op de vraag met welke muzikanten ze graag samen wil werken, antwoordt ze bescheiden: ‘Typhoon vind ik heel cool, maar joh, ik weet niet of zulke grote namen me kennen.’ Desalniettemin heeft ze al een grote naam aan de haak geslagen. ‘Ik heb samen met Pepijn Lanen een nummer geschreven voor mijn aankomende EP’, vertelt Froukje met glimmende ogen. Een leuke samenwerking, maar het zal niet bijdragen aan haar bekendheid. Dat was ook niet haar bedoeling: ‘Zijn naam is in kleine lettertjes te lezen in de credits, want ik wil niet interessant doen omdat ik met een grote naam heb samengewerkt’. Waar het nummer over gaat, wil ze nog niet kwijt.
‘Ik wil wel meer vertellen over mijn nieuwe EP hoor’, vertelt Froukje glunderend. Op deze plaat zal ze verschillende kanten van zichzelf laten zien. Komt er misschien een coronalied aan? ‘Nee’, antwoordt ze stellig. ‘Ik kan het woord “corona” niet meer horen en ik kan het denk ik ook niet uit mijn mond krijgen als ik het moet zingen!’