Home Opinie & AchtergrondInterview Schuld na de zonde

Schuld na de zonde

door Redactie

Steeds vaker is de Nederlandse koloniale geschiedenis onderwerp van discussie. Historicus Gert Oostindie begrijpt de ophef, maar probeert deze geschiedenis ook in de tijdgeest van toen te zien. ‘Als ik twee eeuwen geleden aan mensen had gevraagd of de slavernij zou moeten worden afgeschaft, had vrijwel iedereen dat onzin gevonden.’

Tekst: Joep Dorna
Foto’s: Julia Mars en Vincent Veerbeek

Dit artikel verscheen eerder in de eerste editie van ANS.

Optocht 180xjpg‘De roofstaat aan het IJ werd groot door slavernij. ‘Met deze leus protesteerden socialistische actievoerders in Amsterdam tijdens Keti Koti, het festival ter viering van de afschaffing van de slavernij, tegen de misstanden van Nederland tijdens de koloniale tijd. Tegelijkertijd stellen ook links-activistische academici en politici dat Nederland excuses moet aanbieden voor haar koloniale verleden. Veel Nederlanders hebben moeite met deze discussie. Op welke manier moeten we de koloniale tijd herdenken? En op welke wijze is de koloniale tijd nog steeds van invloed op onze samenleving?

Een belangrijke stem in dit debat is Gert Oostindie. Hij wordt gezien als autoriteit op het vlak van het Nederlandse koloniale verleden en de invloed daarvan op de Nederlandse identiteit. Sinds zijn promotie in Utrecht in 1989 schreef hij zo’n dertig boeken over deze onderwerpen. Hij is directeur van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde en hoogleraar Koloniale en postkoloniale geschiedenis in Leiden. Onlangs mocht hij de prestigieuze Daendelslezing in het Rijksmuseum in Amsterdam houden over de ‘postkoloniale beeldenstorm’ die in Nederland zou woeden tegen monumenten uit het koloniale tijdperk. Oostindie is zeer kritisch over het koloniale verleden. Toch krijgt hij zelf ook kritiek vanwege zijn weigering het koloniale verleden zonder meer te veroordelen. ‘De uitgangspunten van het kolonialisme deugden niet, maar ik wil niet vanuit hedendaags perspectief met een moralistisch vingertje wijzen naar de VOC-matrozen die ook maar hun werk deden. Begrijpen welke veranderingen ervoor zorgen dat personen van gedachten veranderen, vind ik relevanter. Net als uitzoeken hoe deze veranderingen tegenwoordig van invloed zijn.’

Koloniale wortels
Om de discussie rondom het kolonialisme te begrijpen, is het volgens Oostindie belangrijk om na te gaan waar de groeiende boosheid over het kolonialisme vandaan komt. ‘In de kern is de koloniale geschiedenis een racistische geschiedenis, gedreven door het streven naar macht en rijkdom’, legt de hoogleraar uit. De koloniën dienden vooral om Nederland rijker te maken. In Indonesië, Suriname, de Antillen en elders deden de Nederlanders aan slavenhandel en onderdrukten ze de bewoners van andere afkomst. Later gingen Nederlanders ook denken dat zij een belangrijke ontwikkelingsmissie moesten volbrengen in de koloniën, in het bijzonder in Nederlands-Indië. Nederlanders vonden zichzelf onmisbaar voor Indonesië en meenden dat het land het zonder het Europese moederland niet zou redden.

‘In Indonesië geldt de Nederlandse overheersing als een intermezzo in de geschiedenis van het land. Suriname en de Antillen zijn echter getekend door de Nederlandse overheersing’, zegt Oostindie. Waar het grootste deel van de Indonesische bevolking haar oorsprong vindt in het land zelf, bestaat het gros van de huidige Surinaamse en
Antilliaanse bevolking uit afstammelingen van Afrikanen die er als slaven, en Aziaten die er als contractarbeiders werden gebracht. ‘Het begrijpen van dit stukje geschiedenis is ontzettend belangrijk om in te zien hoe Nederlanders met een Caribische afkomst omgaan met kolonialisme’, legt de historicus uit. ‘Zij kunnen zeggen dat zij hier zijn omdat de Nederlanders daar waren.’

Op de agenda
Na de onafhankelijkheid van Indonesië in 1949 werd er lange tijd niet over de koloniën gepraat. ‘Ik ging zelf in het midden van de jaren 70 studeren. In die tijd werd er bijna geen aandacht besteed aan koloniale geschiedenis of aan migranten uit Nederlands-Indië’, herinnert Oostindie zich. De Caribische geschiedenis kwam pas op de agenda te staan na de massale verhuizing van Surinamers naar Nederland aan het einde van de jaren 70. In die periode trok een derde van alle Surinamers naar Nederland in de hoop op een beter leven. Ook de trek van inwoners vanuit de Antillen heeft hieraan bijgedragen. ‘De postkoloniale migranten hebben ervoor gezorgd dat de koloniale geschiedenis meer als onderdeel van de nationale geschiedenis wordt gezien. Tegenwoordig is het ondenkbaar dat je Geschiedenis studeert zonder iets te horen over de koloniale geschiedenis.’

‘Ik loop niet weg voor het trekken van harde conclusies over het kolonialisme.’

Naast deze postkoloniale migratie heeft volgens Oostindie een toenemende belangstelling van wetenschappers bijgedragen aan de steeds groter wordende aandacht voor de koloniale tijd in de samenleving. Daarmee groeit ook de aandacht voor koloniaal geweld en racisme. De afgelopen jaren verschenen van verschillende historici onder andere de boeken Roofstaat, De brandende kampongs van Generaal Spoor en Soldaat in Indonesië over het koloniale verleden van Nederland. In de Canon van de Nederlandse geschiedenis, die zo’n tien jaar geleden werd geïntroduceerd, gaan vijf van de vijftig vensters over het kolonialisme. ‘Ik zeg zeker niet dat het koloniale tijdperk altijd voldoende of evenwichtig wordt besproken, maar we doen niet meer alsof het kolonialisme niet heeft bestaan’, vertelt Oostindie.

Ook in de politiek krijgen groepen uit de voormalige koloniën steeds meer invloed, waarbij Oostindie de oprichting van het Nationaal Monument Slavernijverleden in 2002 in Amsterdam als keerpunt noemt. ‘De overheid beslist wat in de openbare ruimte wordt herdacht. Pas toen meer mensen van Antilliaanse of Surinaamse afkomst op invloedrijke posities in de politiek kwamen, werd dit thema op de politieke agenda gezet.’ Wel waarschuwt Oostindie voor staatspedagogiek, waarvan sprake is wanneer de politiek ingrijpt in het debat. ‘Toen ik in mijn studietijd voor archiefonderzoek in Cuba werkte, merkte ik hoe heftig daar de communistische waarheid erin werd gedrild. Ik vond het heel leerzaam om te zien hoe het niet moet. De staat moet ruimte bieden voor verschillende perspectieven op de geschiedenis, maar zich zoveel mogelijk op de achtergrond houden.’

Identiteitsoorlog
Over de vraag hoe de rol van Nederland tijdens het kolonialisme moet worden herdacht, zijn veel verschillende meningen. Oostindie heeft moeite met de twee extreme groepen in het debat. ‘Aan de ene kant zie je een kamp in de rechts-populistische hoek die kritiek op het kolonialisme direct ziet als blijk van een ‘weg met ons’-mentaliteit. Niet voor niets heette de teloorgegane partij van Rita Verdonk Trots op Nederland. Aan de andere kant staat een links-activistisch kamp dat zegt dat wat er nu over het kolonialisme wordt verteld niet ver genoeg gaat. Deze groep reduceert de hele nationale geschiedenis tot kolonialisme en gooit daarbij hedendaags racisme, kolonialisme en kapitalisme op een hoop. Zij zien achter iedere nuancering direct vergoelijking of ontkenning van kolonialisme.’

Het conflict tussen de twee kampen kwam onder andere naar voren in een discussie over de naamswijziging van het Rotterdamse kunstcentrum Witte de With dat vernoemd is naar een viceadmiraal van de VOC. Nadat dat museum vanwege de connotatie met de “foute zeeheld” aankondigde de eigen naam te willen veranderen, werd het ongewild onderdeel van een breder debat over de vraag hoe we onze koloniale “helden” moeten herinneren. Zo stelde de rechtse raadsfractie Leefbaar Rotterdam raadsvragen over de “cultuurbobo’s die het uitwissen van onze nationale historie voor ogen hebben”. Een collectief van voornamelijk linkse academici en activisten beweerde op hun beurt dat instellingen vernoemd naar VOC-helden de misstanden uit de koloniale tijd “stilzwijgend bevorderen”. Volgens hen doen “witte instellingen” nog lang niet voldoende om de misstanden uit het verleden te herstellen.

Oostindie plaatst vraagtekens bij de “oorlogstaal” die beide groepen in hun oordelen gebruiken. ‘Ik loop niet weg voor het trekken van harde conclusies over het kolonialisme, maar tegelijkertijd heb ik er veel moeite mee wanneer personen moraliseren met de kennis van nu. Impliciet zeg je daarmee dat je het zelf veel beter gedaan zou hebben.’ Volgens Oostindie mist daar zelfreflectie. ‘Als ik een lezing houd over slavernij, vraag ik mijn publiek aan het begin wie het ermee oneens is dat slavernij een misdaad tegen de menselijkheid is. Nu steekt natuurlijk nooit iemand zijn hand op, maar als ik twee eeuwen geleden in die zaal dezelfde vraag had gesteld, had vrijwel iedereen het afschaffen van de slavernij onzin gevonden.’

Gert 800x600

Makkelijk oordelen
Activistische wetenschappers stellen dat kennis van de koloniale tijd ook belangrijk is, omdat deze nog steeds van invloed is op de huidige Nederlandse identiteit. Een van de leiders van deze stroming, Gloria Wekker, schrijft in haar boek Witte Onschuld dat de strijd tussen etnische groepen doorgaat zolang witte Nederlanders zich niet bewust zijn van de sporen die het koloniale verleden op de nationale identiteit heeft achtergelaten. Volgens Wekker komt veel van het hedendaagse racisme in Nederland voort uit opvattingen vanuit de koloniale tijd.

Oostindie denkt ook dat vierhonderd jaar kolonialisme sporen heeft achtergelaten in de Nederlandse identiteit. ‘Veel Nederlanders zien de eigen geschiedenis als progressief en tolerant, en vergeten de racistische superioriteitsgevoelens die tijdens de koloniale periode heersten. In sommige gevallen komen deze gevoelens opnieuw naar voren in de samenleving, bijvoorbeeld bij de discussie rondom Zwarte Piet. Op die gebreken in de Nederlandse samenleving moet iedereen kritiek kunnen leveren.’ Aan de andere kant gaan de discussies over de koloniale tijd volgens Oostindie te vaak over het boete laten doen van Nederland, zonder dat daar iemand mee wordt geholpen. ‘Stel dat jouw over-over-overgrootvader schatrijk werd van de VOC en jij daarom rijk bent. Moet jij je dan persoonlijk verantwoordelijk voelen? Ik denk het niet. Het is niet jouw verantwoordelijkheid wanneer jouw voorouders mogelijk iets verkeerds hebben gedaan.’

 

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen