Lijsttrekker van Partij voor de Dieren Marianne Thieme probeert zich al tien jaar te onderscheiden in de Tweede Kamer. Door vast te houden aan haar idealen wil ze een ander geluid laten horen. ‘Alle andere politieke partijen zijn grijstinten van D66.’
Tekst: Wout Zerner
Foto’s: Ted van Aanholt
Dit artikel verscheen eerder in de vijfde editie van ANS.
De Partij voor de Dieren (PvdD) heeft zich ontwikkeld tot een luis in de pels van de grote partijen. ‘In de Kamer is veel haantjesgedrag: je ziet al die mannetjes van de andere partijen over elkaar heen vallen om hetzelfde te zeggen.’ Door authentiek te blijven probeert Marianne Thieme, lijsttrekker van de PvdD, zich te onderscheiden van de andere lijsttrekkers. ‘De Kamer is door het gedrag van die mannetjes soms net een apenrots, al kunnen we daar als PvdD natuurlijk niets op tegen hebben’, voegt Thieme lachend toe.
In 2002 richtte Thieme, samen met andere dierenbeschermers, de Partij voor de Dieren op. Vier jaar na de oprichting, bemachtigde de PvdD voor het eerst zetels in de Tweede Kamer. Sindsdien is de partij uitgegroeid tot een stabiele factor in het parlement. Door de eigen manier van profileren probeert de PvdD haar eigen idealen te verwezenlijken. Thiemes vaste slagzin aan het eind van iedere redevoering is hier een typisch voorbeeld van: ‘Voorts ben ik van mening dat er een einde moet komen aan de bio-industrie.’
Aan de vooravond van de Tweede Kamerverkiezingen sprak ANS met Thieme over de standpunten de PvdD en hun rol in het parlement. ‘Als kleine partij zijn wij vaak de smaakmaker.’
Wat is er veranderd aan de standpunten van de partij ten opzichte van vier jaar geleden?
‘Aan onze standpunten is niets veranderd, maar aan onze insteek wel. Door de verschillende crises, zoals de economische crisis en de klimaatcrisis, hebben we meer kans gekregen om onze visie te geven op de samenleving. In eerste instantie denk je bij de Partij voor de Dieren aan groene onderwerpen. Dat dieren worden uitgebuit en de natuur verdwijnt zijn echter gevolgen van de manier waarop wij de samenleving hebben georganiseerd.’
Is de PvdD een one-issuepartij?
‘Wanneer je niet verder kijkt dan de naam van de partij lang is, zou je kunnen concluderen dat de PvdD een one-issuepartij is. Andere politieke partijen zijn echter de echte one-issuepartijen. Zij denken alleen aan de kortetermijnbelangen van een bepaalde groep mensen. Zo zijn er partijen voor de rijken, de armen en de ouderen. De andere partijen vertegenwoordigen allemaal deelbelangen van mensen. Dit mens-centrale denken is het one-issuedenken waartegen wij ageren.’
‘Bij de oprichting van de partij dacht iedereen dat wij nooit in de Tweede Kamer zouden komen.’
Mogen mensen dan niet voor hun eigen belangen opkomen?
‘Jawel, maar je moet problemen integraal bekijken. De planeet moet centraal worden gesteld, zodat er op een andere manier naar de eigen belangen wordt gekeken. Deze manier van kijken zorgt ervoor dat de beslissingen die je maakt niet schadelijk zijn voor anderen. Je eigen deelbelang kan dan ondergeschikt zijn aan de belangen van de maatschappij. Een voorbeeld van het mens-centrale kortetermijndenken zijn de gepensioneerden die zich verzetten tegen het verlagen van hun pensioen, terwijl de nieuwe generatie misschien helemaal geen pensioen meer krijgt. Wij proberen tegenwicht te bieden tegen dit beperkte denken.’
Denkt u dat de naam van de partij mensen afschrikt, ondanks de achterliggende boodschap?
‘Bij de oprichting van de partij dacht iedereen dat wij nooit in de Tweede Kamer zouden komen. Als het ons toch zou lukken, ging iedereen ervan uit dat we ook zo weer weg zouden zijn. Toch hebben wij het voor elkaar gekregen dat steeds meer mensen zich aangetrokken voelen tot de Partij voor de Dieren. Mensen kijken dus verder dan de naam van de partij, net zoals mensen niet meer denken dat de Partij van de Arbeid alleen maar over arbeid gaat. Ik denk dat er ook maar weinig mensen zijn die iets hebben met het getal 66. Geen enkele partij heeft het hele programma in zijn naam staan, maar ik ben mij ervan bewust dat de voordeur smal is.’
U ziet die smalle voordeur niet als een probleem?
‘Nee, ik ben er juist van overtuigd dat het een succesfactor is geweest waardoor wij in de Kamer zijn gekomen. Alle andere politieke partijen zijn grijstinten van D66. Mensen
zien helemaal geen verschillen. Wat is het verschil tussen D66 en de SGP als ze allebei een gedoogpartner van dezelfde regering kunnen zijn? Door de eenheid van de partijen is onze samenleving vastgelopen. Het specifieke profiel en de naam van onze partij zorgen ervoor dat wij veel emoties oproepen; mensen vinden een partij voor dieren ‘idioot’ of juist ‘geweldig’. Deze sentimenten zijn nodig om die vastgelopen samenleving weer op gang te krijgen. Onze naam heeft dus ook een opvoedkundige functie.’
Is het kleine aantal zetels een nadeel?
‘Het is ouderwets om te denken dat invloed of macht afhangt van het aantal zetels. In de huidige politiek zie je dat alle middenpartijen op elkaar lijken. Ze denken op dezelfde manier. Daarbij vormen ze ook vaak coalities die zijn gestoeld op compromissen. Hun idealen worden hierdoor echter niet verwezenlijkt. Als kleine partij zijn wij vaak de smaakmaker. Ondanks het beperkte aantal zetels hebben we buitenproportioneel veel invloed. We kunnen net de doorslaggevende stem zijn. Door vast te houden aan onze idealen en ervoor te zorgen dat de coalitiepartijen ons nodig hebben voor een meerderheid, hebben we veel macht.’
‘Het is niet reëel dat wij een coalitie zullen initiëren. Wij zullen niet de allergrootste worden.’
Zou u zelf dan niet in de coalitie willen?
‘Jawel, maar het is niet reëel dat wij dit zullen initiëren. Wij zullen niet de allergrootste worden. De andere partijen zullen naar ons toe komen, als ze er eerst met elkaar niet uit zijn gekomen. Dan hebben wij nog wel wat idealen te verwezenlijken, zeker als het gaat om dierenwelzijn, natuur, en milieu. Deze onderwerpen zijn voor veel partijen ondergeschoven kindjes, dus daar valt veel te winnen.’
Op wat voor manier brengen jullie de groene onderwerpen toch onder de aandacht?
‘Door onze expressieve manier van politiek bedrijven stellen wij misstanden op een niet-traditionele manier aan de kaak. Wij zijn compromisloos in het debat en gaan er hard in. Andere partijen gaan altijd op zoek naar een compromis. Onze aanpak zorgt ervoor dat de partijen langzaam onze richting opschuiven. Toen wij in de Tweede Kamer spraken over de vleestaks was de Kamer te klein. Het idee zorgde voor veel emoties. Een paar maanden later zie je dat andere partijen er ook over beginnen. Wij brengen onderwerpen die taboe zijn op de politieke agenda. Daarom stuiten wij op zoveel weerstand als wij het voorstel indienen. Het duurt vaak even voordat het besef ook bij de andere partijen is doorgedrongen.
Is de Partij voor de Dieren daarin uniek in de Kamer?
‘Ja, wij maken veel gebruik van buitenparlementaire instrumenten. Voorbeelden daarvan zijn onze documentaires over de effecten van vleesconsumptie op het klimaat. Dit soort middelen gebruikt geen enkele andere partij. Toen de staatssecretaris in het kader van bezuinigen veel natuurgebieden wilde verkopen, hebben wij een crowdfundingactie opgezet om veel van die natuurgebieden te kopen. Veel mensen schaarden zich als verzetsdaad achter de Partij voor de Dieren. Hierdoor stopte de staatssecretaris de uitverkoop van natuur. We zijn daardoor overigens de enige politieke partij in de wereld met een eigen natuurgebied.’
Hoe komt het dat jullie de enige zijn met deze aanpak?
‘Ik denk dat het bij veel partijen vooral aan verbeeldingskracht ontbreekt. Ze denken niet in mogelijkheden, maar vooral in beperkingen. Het idee heerst dat we door moeten gaan met de marktwerking, grootschaligheid en groei. Als er meer wordt geconsumeerd en geproduceerd, komt volgens hen alles goed. Het geloof dat alles toch wel goedkomt is ook de reden dat de andere partijen zo saai zijn en weinig aan de wereld veranderen. Een kleine partij kan heel groot worden met creativiteit, maar dat gebeurt op dit moment niet.’
Het CDA stelt een kiesdrempel van 2 procent van de stemmen voor, waardoor de opkomst van nieuwe, kleine partijen onder druk komt te staan. Hoe kijkt u aan tegen dit voorstel van het CDA?
‘Het voorstel om een kiesdrempel in te voeren laat zien hoe wanhopig de traditionele partijen zijn. Ze verdedigen vooral hun eigen belangen, terwijl ze zelf ook diep in hun hart weten dat ze steeds minder legitimiteit hebben. Deze partijen hebben nog maar driehonderdduizend leden, een kwart van wat het ooit is geweest. Hiervan is maar een klein aantal actief binnen de partijen en zij verdelen onderling de baantjes. Deze elite zorgt ervoor dat er een kloof ontstaat tussen het publiek en de politici. Het invoeren van een kiesdrempel is een uitholling van de democratie. Het overhevelen van zoveel mogelijke zaken naar Europa is hier ook een voorbeeld van. De burger mag het beleid niet meer bepalen. De nieuwe politieke partijen zouden de stabiliteit van het land in gevaar brengen, maar dat doen juist de traditionele partijen. In de peiling staan wij trouwens op zes zetels, dus ik maak mij er geen zorgen over.’