Home Papieren ANSBladartikelen Vissers: tegen de stroom in

Vissers: tegen de stroom in

De Nijmeegse schrijver Marjolein Visser is klaar om in de schijnwerpers te treden. Deze maand verschijnt haar debuut Restmens, een roman over uiterlijk en verhalen van mensen die zelf het woord niet kunnen nemen. ‘Ik wil met dit boek voor ontregeling zorgen.


Voor Marjolein Visser begon het schrijven met verhalen over wintersportvakanties. ‘Mijn familie kwam achteruit skiënd van de zwarte piste, maar ik bakte er niets van. Ik hield daarom een logboek bij met grappige verhalen dat ik achteraf naar iedereen opstuurde.’ Deze maand publiceert de Radboud-alumnus, psycholoog en antropoloog echter geen vakantieverhaal, maar haar debuutroman. Restmens draait om de ontmoeting tussen iemand met een verstandelijke en iemand met een fysieke beperking. In het boek stelt Visser vragen als: welk effect heeft een drastische ingreep in ons uiterlijk op onze levens en hoe is het voor mensen met een beperking om constant omgeven te zijn door hulpverleners? ‘In onze maatschappij is er veel aandacht voor persoonlijke verhalen. Die worden verteld door mensen die hun eigen verhaal goed kunnen verkopen’, aldus Visser. De Nijmeegse zwemt tegen deze stroom in en vertelt de verhalen van mensen die daar zelf niet toe in staat zijn of geen publiek hebben. Zo schreef ze eerder voor de VPRO een verhaal over een uitgeprocedeerde vluchteling die terugkeerde naar Mali. Restmens volgt dezelfde idealistische lijn van Vissers eerdere literaire werk. ANS sprak haar over haar te verschijnen roman, rebellie en de rol van schoonheid in onze samenleving.

Twee beperkingen, één boek

In Restmens maken we kennis met Pim. Hij heeft een verstandelijke beperking en weet daardoor vaak niet wat er precies om hem heen gebeurt. Daartegenover staat David, een cynische wetenschapper. Door een ongeluk raakt hij fysiek beperkt. Ook zijn uiterlijk, iets waar hij altijd veel waarde aan heeft gehecht, veranderde daardoor drastisch. Het eerste deel van de roman beschrijft de worsteling die beide personages meemaken. In het tweede deel ontmoeten Pim en David elkaar en dan ontstaat er volgens Visser een heel bijzonder contact tussen de twee tegenpolen.

In haar lichte bovenwoning in het Waterkwartier vertelt Visser: ‘Ik heb Klinische Psychologie en Culturele Antropologie en Ontwikkelingsstudies gestudeerd. De thema’s voor mijn schrijfwerk vond ik tijdens mijn studietijd. Het schrijven heb ik er eigenlijk een beetje naast geleerd.’ Voor Visser was het al in een vroeg stadium duidelijk dat haar debuut iets te maken moest hebben met haar ervaring als (trauma)psycholoog. ‘Ik had zelf een aantal losse personages voor de roman bedacht. Mijn redacteur stelde toen voor om Pim en David, twee mensen met verschillende beperkingen, samen te brengen. Dat vond ik een interessant idee.’

‘De lezer moet zich afvragen: wat ben ik nou aan het lezen?’

Rebellen en dwarsdenkers

Hoewel de roman pas in de loop van de maand verschijnt, biedt Visser op 7 maart al een preview van Restmens. Dan staat ze op het podium van het Nijmeegse Boekenfeest, ter gelegenheid van de Boekenweek 2020. In haar ogen past het boek perfect binnen het thema van dit jaar: rebellen en dwarsdenkers. ‘De centrale figuren in Restmens zijn tegendraads. Met name Pim, die met een open, naïeve blik naar de wereld kijkt. Juist in een maatschappij waarin vooral slimme, welbespraakte mensen het woord voeren, vind ik hem een echte dwarsligger.’ Ook in andere opzichten kun je Restmens een ‘dwars’ boek noemen. In het hedendaagse literaire veld waarin autobiografische verhalen enorm in trek zijn, is een roman over de verhalen van anderen een vreemde eend in de bijt. De populariteit voor persoonlijke verhalen signaleert Visser ook op de schrijfopleiding van ArtEZ, waar ze heeft lesgegeven. Voor haar was het echter snel besloten dat ze geen min of meer waargebeurd coming-of-age-verhaal wilde schrijven. ‘Ik dacht: nee, fuck dat! Geen boek over een jonge, zoekende vrouw. Mijn leven is niet zo boeiend, dus een verhaal daarover lijkt me helemaal niet interessant’, zegt ze en met een brede glimlach voegt ze daaraan toe: ‘Met alle respect naar mezelf, hoor.’


Waar is de blingbling?

Restmens stelt de heersende moraal rondom schoonheid aan de kaak. Via het personage David bevraagt Visser of een rigoureuze verandering in je voorkomen invloed heeft op je innerlijk en de manier waarop mensen met je omgaan. Vanuit haar studie Klinische Psychologie weet ze hoe belangrijk ons uiterlijk voor ons is. ‘Je fysieke verschijning bepaalt hoe snel je een baan krijgt, of mensen met je willen praten of met je naar bed willen.’ De roman voert personages op die op dit gebied met één-nul achterstand beginnen, omdat we in deze tijd van sociale media juist graag naar mooie mensen kijken. Knappe vloggers treffen we niet in Restmens. Visser vraagt zich hierom af of ze een risico heeft genomen met de keuze van haar onderwerp. ‘Het zou kunnen dat niemand mijn boek wil lezen, omdat het niet gaat over dingen die nu in de media de aandacht krijgen. Dat mensen denken: ik vind dit niet boeiend, waar is de blingbling?’

Idealistische insteek

Toch is het voor Visser geen optie om de maatschappelijke thematiek in haar roman te verruilen voor oppervlakkige schoonheid. Haar onderwerpkeuze is nauw verbonden met haar visie op het kunstenaarschap. ‘Het klinkt misschien wat weeïg’, waarschuwt ze, ‘maar mijn idealisme is mijn drijfveer. Ik vind het heel erg dat sommige levens minder waard lijken te zijn dan andere. Er zijn mensen die het heel moeilijk hebben, maar geen platform hebben om hun verhaal te vertellen. Door allerlei oppervlakkige dingen, zoals achtergrond, uiterlijk of intelligentie, hebben zij minder publiek. Ik vind dat oneerlijk.’ In tegenstelling tot deze mensen heeft Visser wel publiek. En daar wil ze gebruik van maken. ‘Mensen die meer moeite moeten doen, hebben vaak een ontzettend interessant perspectief op de wereld. Ik wil dat liever laten zien dan mijn eigen perspectief.’ Dat geldt niet alleen voor de personages in Restmens, maar ook voor de vluchtelingen waarmee ze regelmatig werkt. Zo organiseerde ze schrijflessen in asielzoekerscentra waarin vluchtelingen hun eigen verhaal op papier zetten. ‘In mijn teksten wil ik laten zien hoe oneerlijk het leven voor deze mensen kan zijn. Ik wil dat de lezer denkt: dit had ik kunnen zijn.’ De indrukkende verhalen van de vluchtelingen neemt ze na haar werk ook wel eens mee naar huis. Dat vindt ze niet erg. Integendeel zelfs, deze verhalen zorgen er volgens Visser voor dat ze op de barricades gaat staan en dergelijke projecten blijft opzetten.

‘Mensen zullen dingen lezen die ze schokkend of gek vinden.’

Niet onder een dekentje gaan liggen

Hoewel haar werk als psycholoog haar in grote mate inspireerde, benadrukt Visser dat we Restmens moeten zien als een fictief verhaal. Niets in de roman heeft ze zelf meegemaakt en ook de personages zijn niet gebaseerd op echte cliënten. Toch acht ze het niet onwaarschijnlijk dat er lezers zullen zijn die menen dat Visser mensen uit haar eigen leven opvoert. ‘Dat vind ik ergens ook wel een fijn idee, dat iemand me opbelt en zegt “zo heb ik dat niet ervaren” of “zo gaat dat niet in onze instelling”. Dan zorgt het boek voor een beetje onrust.’ Naar eigen zeggen schreef ze vroeger voorzichtiger. Ze wilde toen vooral graag iedereen ‘bedienen’ en tevreden houden. Daar zegt ze met Restmens vanaf gestapt te zijn. ‘Ik wil met dit boek graag voor ontregeling zorgen. Ik ben van mening dat dat is wat een kunstwerk, in dit geval een boek, moet doen. De lezer moet zich afvragen: wat ben ik nou aan het lezen? En wat vind ik eigenlijk van deze mensen?’

Als voorbeeld van die ontregeling noemt ze een zelfmoordscène die bij haar uitgeverij voor enige discussie zorgde. In overleg met haar redacteur koos Visser er uiteindelijk toch voor om de passage niet te schrappen. Ze wilde de personages immers ook op hun meest eenzame momenten tonen. ‘Mensen zullen dingen lezen die ze schokkend of gek vinden. Niet iedereen zal positief zijn, maar dat hoort erbij als je je nek uitsteekt. Daar moet je tegen kunnen. Anders kun je net zo goed thuis onder een dekentje gaan liggen.’

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen