Sofie Bongers, studente Nederlandse Taal en Cultuur, brengt dit semester door in Ljubljana, de hoofdstad van Slovenië. Op ANS-online schrijft ze over haar bevindingen van de Sloveense cultuur en wat een student Nederlands eigenlijk in het buitenland doet.
Na twee maanden in Ljubljana heb ik de drieweekse taalcursus afgerond en zitten de eerste weken colleges er alweer op. Mijn leven op de universiteit is niet het enige wat mij bezighoudt tijdens mijn buitenlandverblijf. Ik besteed ook veel tijd aan het ontdekken van Ljubljana en de omgeving. Wie voor het eerst de binnenstad van Ljubljana betreedt, valt een ding zonder twijfel op: hoe schoon de stad is.
Hoewel Slovenië op sommige vlakken wat oud en stoffig lijkt ten opzichte van Nederland, is het land op bepaalde vlakken dus behoorlijk progressief. Na tweede maanden in de stad moet ik nageven dat dit voormalig Joegoslavische land wat minder onderontwikkeld was dan ik van tevoren had gedacht. Bijvoorbeeld op het gebied van milieu; waar in Nijmegen bijvoorbeeld in 2018 de vlag uithing met ‘European Green Capital Award’, bemachtigde Ljubljana deze prijs al twee jaar daarvoor. De stad doet haar behaalde prijs nog steeds eer aan. In Ljubljana is vrijwel geen vuiltje op straat te vinden. Het blauwe water in de Ljubljanica rivier lijkt bijna drinkbaar. Om de haverklap vind je dan ook een prullenbak waar je al je afval kan scheiden.
Wie een goede wandeling maakt door de stad, valt ook op dat er weinig auto’s passeren, al helemaal niet in de oude binnenstad, waar vrijwel geen auto te bekennen is. Alle afstanden binnen de stad, zijn ook prima te doen met de fiets. Alhoewel het fietsverkeer nog wel het een en het ander te wensen overliet; ik heb meerdere keren meegemaakt dat een fietspad uit het niets stopt, waardoor ik tegen een hoge stoeprand opknalde. Af en toe bevat de weg een willekeurig gat of steekt er een baksteen uit de grond. Maar gelukkig, door de kalmte van de stad manoeuvreer ik mij als fietsende Nederlander overal gemakkelijk tussendoor.
Ik blijk niet de enige die onder de indruk is van het schone Ljubljana. Victor, een jongen uit China die ik heb ontmoet tijdens de taalcursus, vertelde dat hij zelfs een beetje geëmotioneerd raakte van de mooie sterrenhemel. Toen ik hem vroeg waardoor dat kwam, bleek dat hij nog nooit echte sterren in zijn leven had gezien. In Shanghai is de lucht zo vervuild, dat er niet eens sprake is van een heldere hemel. Hij vond het sterrenschouwspel van Ljubljana ‘een van de mooiste dingen die hij ooit had gezien’. In Nederland zijn de sterren gelukkig vaak ook zichtbaar, maar ik moest Victor nageven dat de aanblik met de sterren inderdaad prachtig was. De opvallend schone lucht en het gesprek met Victor, deed mij verdiepen in de Sloveense omgang met het milieu.
Volgens mijn Sloveense huisgenoot wordt het klimaatprobleem zeker aangepakt. Ze vertelde me dat de regering inwoners actief aanmoedigt om niet te veel met de auto te rijden. Momenteel zijn er volgens haar veel discussies over de bebossing van Slovenië. Het land bestaat nu nog voor zestig procent uit bos, maar dezer dagen wordt er steeds meer van deze bosomvang weggekapt. Met name jongeren zijn hier heel erg op tegen en laten dit weten door middel van protesten. De aanpak van de ontbossingen en de bijkomende protesten zijn ook zaken die ik krijg behandeld in mijn colleges over de geschiedenis en de geografie van Slovenië.
In het geheel lijkt Slovenië het probleem van klimaatverandering wat daadkrachtiger aan te pakken dan in Nederland. Het land lijkt toch niet alleen achter te lopen op Nederland, zoals ik het eigenlijk had verwacht. Soms lijkt Slovenië zelfs voor te lopen. Door de schone rivieren, straten en het vele groen in Ljubljana, lijkt de titel ‘Green Capital of Europe’ meer op zijn plaats voor Ljubljana dan voor Nijmegen.