Home Artikelen Studentenmomentje: De angst voor het eenzame diner

Eerstejaars Claire Vaessen verruilt het vertrouwde Culemborg voor het spannende Nijmegen, waar het studentenleven op haar wacht. Of het je nou gisteren of jaren geleden gebeurde, iedere student herkent de kleine momenten die zij vastlegt.

Gulzige blikken verwelkomden ons toen we met een reusachtige pan chili sin carne het balkon op liepen. Ze waren afkomstig van de bewoners van het studentenhuis waar een vriend en ik op bezoek waren. De vriend in kwestie stond naast me met een geïmproviseerde salade in zijn handen, die samen met de rest van de maaltijd als bedankje diende voor het aangeboden onderdak. 

Ik voelde me een beetje jaloers toen ik de bewoners hoorde over de enorme hoeveelheid wraps die ze de laatste tijd aten. Niet omdat ik zo dol ben op wraps, maar omdat hieruit bleek dat ze vaak samen aten. Dit vermoeden had ik al bij het zien van de keuken. Deze was versierd met uitgescheurde vegetarische recepten en er lag slechts één opscheplepel. In het studentenhuis van mijn broer is dit heel anders: daar staan twee magnetrons, schitteren kale muren en heeft iedereen een eigen kleur afwasborstel.

Dat mijn broer elke dag alleen op zijn kamer eet, met uitzondering van de enkele keren dat hij bij vrienden op bezoek gaat, vindt hij absoluut geen probleem. Anders dan hij moet ik er echter niet aan denken om mijn laptop als dinnerdate te hebben. Vandaar dat ik opspring van enthousiasme als ik tijdens mijn kamerjacht een Facebookadvertentie zie met ‘niemand hoeft hier ooit alleen te eten’. Helaas hebben deze huizen vaak intimiderende wensen als ‘we willen graag dat je veel thuis bent, ook in het weekend’ en ‘we zoeken een man van 20+’. Die beloftes durf ik simpelweg niet te maken. 

Ik moet er niet aan denken om mijn laptop als dinnerdate te hebben.

Het is dus nog even zoeken naar een geschikt huis waar ik niet alleen hoef te eten. Mijn afkeer daartegen is ontstaan toen mijn ouders een keer een week van huis waren. Na de zoveelste troosteloze snelle pasta kreeg ik genoeg van het eten met uitsluitend een slechte comedy ter gezelschap. Huizen waarin iedereen ‘lekker zijn eigen ding doet’, schrikken me sindsdien een beetje af.

Het advies van mijn vader schoot me ineens te binnen: ‘goed netwerken’. Voorzichtig vroeg ik, met de dampende pan nog in mijn handen, of de bewoners hun ogen voor me open wilden houden. Naast wat instemmend geknik kreeg ik ook nog tips voor als het ideale huis dan ooit op Facebook verschijnt. ‘Uiteindelijk vindt iedereen een gezellige plek om te wonen’, werd me op het hart gedrukt door een van hen. Hij had zelf ook een langdurige kamerzoektocht achter de rug. ‘En anders weet ik nog wel een leuke serie.’

Dit artikel verscheen eerder in ANS-krant 1.

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen