Home Papieren ANSBladartikelen Van boerengat naar stad

In Tijdgeest wordt iedere editie het verleden, heden en de toekomst van een fenomeen of ontwikkeling besproken. Deze editie: verstedelijking in Nederland.

Volgens de Verenigde Naties bereikte de mensheid in 2007 een mijlpaal: voor het eerst in de geschiedenis woonden er meer mensen in de stad dan op het platteland. Ook in Nederland groeien steden in de Randstad en universiteitssteden als Nijmegen al jaren, aldus het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Als gevolg daarvan is de vraag naar woningen in steden zo groot geworden dat huizen schaars en bijna onbetaalbaar zijn. Tegelijkertijd hebben provinciaalse gebieden als Friesland, de Achterhoek en Zuid-Limburg te maken met bevolkingskrimp en vergrijzing. Waarom willen zoveel mensen in de stad wonen? En zal het stadsleven in de nabije toekomst net zo populair blijven als nu?

Verleden: Golven van urbanisatie

‘In de loop van de 19e eeuw vond een gigantische urbanisatiegolf plaats’, vertelt Paul Puschmann, docent Economische, Sociale en Demografische Geschiedenis aan de Radboud Universiteit (RU). ‘Dat komt doordat tijdens de industriële revolutie in de steden veel nieuwe werkgelegenheid ontstond.’ Steeds meer mensen gingen daarom in de stad werken en wonen. Omdat de stedelijke leefomgeving hygiënischer en gezonder werd, nam daarbij de natuurlijke bevolkingsgroei toe. In de geschiedenis wisselen urbanisatiegolven af met suburbanisatiegolven, periodes waarin veel stedelingen juist naar het omringende platteland trekken. In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw vond de laatste grote suburbanisatiegolf plaats. ‘Vooral gezinnen hadden toen behoefte aan een groter huis met tuin en een groenere omgeving’, verklaart Puschmann. Stedelingen trokken daarom vooral naar ‘groeikernen’, kleinere steden in de directe omgeving, zoals Amsterdammers die naar Almere verhuisden. Groeikernen mochten van de overheid meer groeien dan andere steden.

Om te voorkomen dat de steden overvol raakten probeerde ze de bevolkingsgroei van de jaren vijftig en zestig te spreiden. Toegenomen mobiliteit leidde tot een verkleining van de culturele kloof tussen stedelingen en mensen van het platteland. ‘In de negentiende eeuw mopperden Rotterdammers nog over de kledingwijze, de taal en het opleidingsniveau van toegestroomde plattelandsmigranten’, vertelt Puschmann. Dankzij toegenomen mogelijkheden om te forenzen, leven stedelingen en dorpelingen inmiddels meer door elkaar. ‘Steeds meer mensen werken of studeren in de stad en gaan aan het einde van de dag weer terug naar het dorp’, zegt sociaal geograaf aan de RU Rianne van Melik. ‘De grens tussen stad en platteland is op die manier vervaagd in onze dagelijkse activiteiten.’

Heden: Postindustriële samenleving

In dit nieuwe millennium trekken vooral jongeren weer massaal naar de grote steden. Volgens Zef Hemel, bijzonder hoogleraar Grootstedelijke Vraagstukken aan de Universiteit van Amsterdam, komt dat doordat we in een postindustriële kenniseconomie leven. ‘Onze economie draait om kennis en die wordt vooral uitgewisseld in steden, binnen universiteiten en op financiële markten. Iedereen die iets in de kenniseconomie wil betekenen, trekt naar de stad.’ Onze postindustriële samenleving is dan ook echt een stedelijke samenleving, stelt RU-hoogleraar Planologie Peter Ache. ‘Er zijn natuurlijk mensen die van het platteland en de natuur houden, maar de meerderheid van de bevolking heeft tegenwoordig een duidelijke voorkeur voor een stedelijke leefomgeving. Ze vinden stedelijke voorzieningen op het gebied van onderwijs, cultuur en arbeid belangrijk.’

‘Het gevoel dat je achterloopt, leidt tot een minderwaardigheidscomplex.’

De populariteit van de stad heeft ook problemen met zich meegebracht, zoals een oververhitte huizenmarkt door een woningtekort. ‘Er valt hier in Amsterdam gewoon niet tegenop te bouwen’, zegt Hemel. ‘En de prijs blijft maar stijgen.’ Hoewel veel starters in het stadscentrum willen wonen, is dit voor hen een onbereikbaar droombeeld geworden. Ondertussen krimpt en vergrijst de periferie in het noorden en oosten alsook Zeeland en Zuid-Limburg. ‘Daar wordt het alsmaar lastiger om huisartsenposten, scholen en winkels open te houden’, zegt Puschmann. ‘Heel wat bus- en treinverbindingen verslechteren of verdwijnen in zijn geheel.’ Hier zijn de overgebleven dorpelingen natuurlijk niet blij mee. Hemel denkt dat die frustraties zelfs hebben geleid tot de boerenprotesten. ‘Het gevoel dat je achterloopt, leidt tot een minderwaardigheidscomplex. Iedereen is zo onderhand boos en gaat naar het Malieveld.’

Toekomst: De triomf van de stad?

De verstedelijking zal in de nabije toekomst alleen maar toenemen volgens prognoses van het CBS. Amsterdam zal tot
2035 met 17,8 en Utrecht met 22,5 procent stijgen in bevolkingsaantallen. Ook Nijmegen groeit flink door. Daarentegen blijft de bevolking in de periferie krimpen. Toch zal ook het leven van de toekomstige stadsbewoner niet altijd over rozen gaan. Ache verwacht dat steden met uitdagingen zullen moeten kampen. Zo zal het een steeds grotere taak worden om het toenemende verkeer in goede banen te leiden en alle stadsbewoners van drinkwater te voorzien. Deze problemen zijn echter niet onoverkomelijk. ‘Op bouwkundig gebied zijn er al ontwikkelingen gaande om deze problemen op te lossen’, stelt Ache. De toekomst van onze voedselvoorziening ligt zelfs in de stad, voorspelt Hemel. ‘Een groot deel van de voedselindustrie bevindt zich al in kunstmatige kassen die kunnen worden opgestapeld. We zullen daardoor steeds minder landbouwgrond op het platteland nodig hebben.’

De toekomstige Nederlander kan dan genieten van teruggekeerde natuur buiten de stad. Het geürbaniseerde leven zal dan ook perfect bij de maatschappelijke duurzaamheidstrend passen, denkt Hemel. ‘We hebben het romantische beeld dat het leven op het land duurzamer is, maar hoe groter de stad, hoe vriendelijker voor het milieu. Stedelingen gebruiken minder ruimte, hebben minder spullen en gebruiken meer het openbaar vervoer.’ Van Melik is terughoudender over het succes van steden. Ze denkt dat die nog wel eens ten onder kunnen gaan aan hun eigen populariteit. ‘De triomf van de stad hangt samen met de betaalbaarheid. Als ze niet meer betaalbaar is, gaan we vanzelf ergens anders op zoek naar comfort.’

Elk jaar lopen er steeds meer dorpen leeg en trekken mensen naar de stad. Waarom is de stad zo aantrekkelijk en zullen steden blijven groeien? ANS zette in deze infographic de feiten op een rijtje. 

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen