Home Artikelen Vraagtekens: Aadeehaadee

Is het alledaagse wel zo alledaags? Daar zet PPS-student Madelief zo haar vraagtekens bij. Juist in de dagelijkse studentensleur vindt ze altijd wel een filosofische gedachte of politieke bevinding. Een open blik en een korreltje zout zijn geadviseerd.

Donderdagavond, zeven uur. In stilte zit ik aan mijn bureau. Mijn handen zweven boven het toetsenbord, het document op mijn scherm is leeg. Buiten waait een gure decemberwind, maar op mijn whiteboard staat nog een planning van juni. Welke deadlines er zijn en voor wanneer houd ik allemaal niet meer bij, en dat is voor mij niets nieuws. Ik word regelmatig boos op mezelf en mijn onkunde om mijn werk op orde te houden, al weet ik best waar het door komt: ik heb ADHD. Ik heb er een hekel aan om dat te zeggen. Aadeehaadee. Het voelt als een excuus, alsof ik slechts lui of gedemotiveerd ben en maar gewoon beter mijn best moet doen. Waar komt dit gevoel vandaan? 

Als het aan de mensen om mij heen ligt, moet ik hard werken, ambitie hebben en niet opgeven, dan kom ik er wel. In onze maatschappij geldt: willen is kunnen, en iets niet kunnen is een keuze. Van mijn wiskundedocent kreeg ik na de zoveelste onvoldoende te horen dat ik ‘gewoon een planning moest maken.’ Ik was drukker bezig met karikaturen van docenten tekenen en met het oefenen van linkshandig schrijven dan met mijn huiswerk, en daarom moest ik mij ‘beter concentreren.’ Goh, had ik daar nou maar eerder aan gedacht. Als je iemand met ADHD kent, bespaar diegene dan dit soort goedbedoelde tips.

Tegelijkertijd zie ik op social media allerlei grappige video’s over mentale stoornissen, die doen alsof iedereen die zijn huiswerk uitstelt, een beetje onhandig is, en af en toe wat vergeet al meteen ADHD heeft. ADHD wordt dan gedefinieerd als een aantal kleine problemen waar iedereen zich in kan herkennen, niet als een stoornis die alle aspecten van iemands leven beïnvloedt​. Omdat ‘iedereen tegenwoordig een beetje ADHD is’, bestaat ADHD niet echt meer. Wanneer ik dan in paniek op de bank voor me uit zit te staren, met een hoofd als een sneltrein vol met al mijn deadlines, alles wat ik ooit gevoeld heb en een willekeurig liedje van Ed Sheeran, denk ik dat ik het allemaal maar verzin. 

Het heeft mij zo’n negentien jaar gekost voordat ik erachter kwam dat ik extra hulp nodig had, in plaats van een schuldgevoel. En daar ben ik niet de enige in. ADHD moet niet worden weggewuifd als iets onbenulligs. Kunnen we niet allemaal ons best doen om begripvol en behulpzaam te zijn? Dat zou mij al een hoop frustratie schelen wanneer ik mijn planning weer eens oppak. Misschien dat ik dan ooit mijn aadeehaadee kan accepteren.

Deze column verscheen eerder in ANS-krant 5.

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen