Home Artikelen Het Schaamrood: Zwerver

Tweedejaarsstudent Jackie de Bree observeert zo nu en dan confronterende situaties. Doorgaans blijkt daaruit dat gevoelens van schaamte vaker op de loer liggen. Zowel voor haar als haar omgeving. In deze column beschrijft zij met licht ironische toon zo’n geval.


Deze column verscheen eerder in de tweede editie van ANS 2020-2021.

Op een van de laatste zonnige dagen zat ik met een vriend op straat toen een van de welbekende stadszwervers ons benaderde. Al graaiend naar wat muntjes hoorde ik hoe mijn vriend de zwerver afwimpelde: ‘Kleingeld heb ik niet, maar een baan wel.’ Vervolgens keerde hij de man zijn rug toe. Ik keek vuil op naar mijn vriend en schudde verontschuldigend mijn hoofd richting de dakloze. Het leek hem allemaal koud te laten. Zijn gezichtsuitdrukking vertrok pas toen ik hem de tachtig cent gaf. Even later vroeg mijn vriend verontwaardigd waarom ik het geld had gegeven. Het sociale vangnet in Nederland is immers stevig genoeg en de meeste zwervers besteden hun bedelverdiensten bovendien aan drugs, stelde hij. Ik koos een gevoeliger argument: ‘Wat moet iemand wel niet overkomen om in zo’n vernederende positie te belanden dat hij gedwongen is te bedelen?’

‘Allemaal projectie en plaatsvervangende schaamte!’ zei mijn vriend. ‘Jij kunt toch niet weten hoe het leven van die zwerver er echt uitziet?’ Volgens hem gaf ik de man geen geld uit medelijden om zijn toestand, maar uit projectie van mijn eigen situatie. Ik zou namelijk veronderstellen dat de zwerver bij het bedelen gebukt gaat onder een grote dosis schaamte en vernedering en mijn medeleven hiervoor drukte ik dan uit in een bijdrage.

‘Ik gaf de zwerver het geld alleen maar omdat ik dacht vanuit mijn eigen wereldje.’

Juist omdat de levens van mij en de dakloze zoveel verschillen, zullen onze percepties vast ook afwijken. Want om lang en effectief te kunnen bedelen, moet je je als zwerver over je grootste gevoelens van schaamte heen zetten. ‘Te veel schaamte belemmert je erin een groot aantal mensen te benaderen’, legde mijn vriend uit. Daar had hij een punt. Hoewel ik meende slechts oog te hebben voor zijn situatie, gaf ik de zwerver het geld alleen maar omdat ik dacht vanuit mijn eigen wereldje.

Hoe oprecht is mijn liefdadigheid nog als ik daarbij meer stilsta bij mijzelf dan bij de ander? Ik staarde wat beduusd voor me uit. Mijn bijdrage leek slechts een gift aan mijzelf te zijn. De plaatsvervangende schaamte maakte ruimte voor persoonlijke schaamte. Als ik niet buiten mijn eigen perceptie weet te stappen, heeft het weinig morele zin een zekere schijn hoog te houden. Toch valt het nog te bezien hoe gemakkelijk het weigeren van een bedelende hand me af gaat.

1 Reactie

Max 3 december 2020 - 12:20

Wat een verschrikkelijke reactie van die vriend van jou. Alsof de reactie ‘kleingeld heb ik niet, maar ene baan wel’ niet denken vanuit je eigen wereldje is. Het sociale vangnet werkt enkel voor mensen die hierin vallen, een klein onderzoek naar hoe het GBA-systeem in Nederland werkt laat al duidelijk zien dat dit niet zo rechtlijnig is.

Dumpen die vriend van je, arrogante zak. Laat je jezelf niet naar beneden praten door zo’n persoon. De daklozen hebben het al zwaar genoeg in deze corona-tijd waarin (bijna) niemand meer met kleingeld rondloopt…

Antwoord

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen