Jongeren doen langer over hun studiekeuze, gaan minder snel op kamers en betreden later de arbeidsmarkt. Dit soort mijlpalen worden steeds later behaald waardoor deze generatie ‘uitgesteld’ wordt genoemd. Hoe komt het dat de generatie jongvolwassenen met de term ‘uitgesteld’ wordt bestempeld en is het terecht dat deze ontwikkeling als iets negatiefs wordt gezien?
Tekst: Floor Toebes en Jetske Lieber
Illustratie: Joëlla Verschoor
Ze slapen in tienerkamers, blijven achteloos swipen op Tinder voor het nodige fysieke contact en betreden later de arbeidsmarkt: de jeugd van tegenwoordig lijkt steeds later volwassen te worden. In de media worden ze ook wel de ‘uitgestelde generatie’ genoemd. Hoewel deze stelling generaliseert, is het wel feit dat keuzes later worden gemaakt. Verscheidende instanties luiden daarom de noodklok: het uitstellen van keuzes zou zeer problematisch zijn. Zo schreef de jongerenafdeling van de Sociaal-Economische Raad (SER) een alarmerend rapport en haalt het onderwerp wekelijks, zo niet dagelijks het nieuws. Je kunt je echter afvragen waarom deze generatie ‘uitgesteld’ wordt genoemd en of alle commotie terecht is. Is deze ontwikkeling echt vooral negatief of valt het misschien toch mee?
Huisje boompje beestje?
Volwassenen kijken negatief naar de ‘uitgestelde’ generatie omdat zij iets anders gewend zijn. Toon Cillessen, hoogleraar Ontwikkelingspsychologie aan de Radboud Universiteit (RU), stelt zelfs dat de discussie over de ‘uitgestelde’ generatie van alle tijden is en dat je die best met een korreltje zout kan nemen. ‘Mensen denken vanuit hun eigen kader, vanuit wat zij gewend zijn. Per generatie verandert het kader. Dus dat er nu negatief wordt gekeken naar de huidige generatie, is niet gek.’ De huidige generatie jongeren wijkt namelijk sterk af van de norm van de generaties voor hen omdat de jeugd van tegenwoordig het standaard patroon van ‘studie-relatie-baan-trouwen-kinderen’ niet per se meer volgt.
Sociologe Lonneke van den Berg, verbonden aan de RU, vertelt dat er zelfs tussen individuen meer diversiteit ontstaat in levensloop: ‘Vroeger lag meer vast welke stappen je zou zetten en in welke volgorde. Nu zie je daar veel meer verschillen in komen. Levens worden daardoor niet alleen uitgesteld, maar ook meer divers.’ Zo gaan veel jongeren na de middelbare school niet meteen studeren maar nemen ze eerst een tussenjaar en zijn jongeren langer single voordat ze aan een vaste relatie beginnen. Jong-volwassenen stellen dus vooral uit vergeleken met de generaties voor hen, maar niet als je hun gedrag in lijn met de norm bekijkt.
‘Uitstelgedrag is niets nieuws.’
Aan de andere kant verschilt de huidige generatie niet op alle fronten met generaties voor hen, want volgens Van den Berg is er vanaf de jaren 60 een stijgende lijn in de welvaart waardoor jongvolwassenen al decennia-lang steeds later belangrijke keuzes maken.
‘De toenemende welvaart heeft ervoor gezorgd dat jongeren steeds meer keuzes hebben en er meer waarde wordt gehecht aan de wil van het individu’, vertelt ze. Dit zorgt ervoor dat jongeren de tijd willen nemen om de juiste keuze te maken. Het uitstelgedrag is dus niets nieuws. De omstandigheden waarin ze de keuzes uitstellen wel. ‘Dit is de eerste generatie die het slechter heeft dan de generaties voor hen’, vertelt Ton Wilthagen, hoogleraar Arbeidsmarkt aan de Universiteit van Tilburg. Eerst was er nog een soort ‘vangnet’ waardoor jongeren een slechte keuze konden maken. Denk bijvoorbeeld aan de basisbeurs: studenten konden het zich vaak permitteren om één of zelfs twee keer van studie te switchen.
‘Voor je zelfontplooiing is het cruciaal om eerst te ontdekken wat het leven je te bieden heeft.’
Vanwege de economische crisis van 2008 is dit niet langer meer het geval: de basisbeurs is afgeschaft en de studieschuld groeit elke maand meer en meer. Dit klinkt vooral negatief, maar is uitstellen an sich hierdoor ook negatief?
Laatbloeien is uitbloeien
‘Nee’, vindt Cillessen. Door langer de tijd te nemen voor belangrijke beslissingen, kunnen jongeren zich beter ontwikkelen tot volwassenen, legt hij uit. ‘Voor je zelfontplooiing is het cruciaal om eerst te ontdekken wat het leven je te bieden heeft.’ Jongeren moeten de tijd hebben om te kijken welke keuzes er mogelijk zijn en wat de beste keuze is. ‘Als je een keuze maakt zonder dat je weet wat er te bieden is, word je ongelukkig’, redeneert hij. De hoeveelheid aan keuzes leidt wel tot keuzestress. ‘Als je naar een supermarkt gaat en er zijn twee soorten pindakaas of er zijn vijftig soorten, dan maakt dat wel een verschil’, legt Cillessen uit. Daarom is het zo belangrijk om de tijd te nemen om een keuze te maken.
Door de huidige economische omstandigheden wordt uitstellen nog problematischer. Dit zou je door de huidige economische omstandigheden echter kunnen betwisten. Sinds de economische crisis van 2008 neemt de welvaart van jongvolwassenen namelijk af: zo is de basisbeurs afgeschaft en een woning huren of kopen is steeds duurder geworden. Hierdoor moeten jongeren wel keuzes uitstellen. Ze kunnen zich een verkeerde keuze simpelweg niet meer permitteren. Deze kunnen ze niet meer terugdraaien. ‘Als mensen minder zeker zijn over een economische situatie, worden bepaalde transities uitgesteld’, beaamt Van den Berg. ‘Er is minder geld beschikbaar, dus dan gaan jongvolwassenen ook nog niet samenwonen of een huis kopen.’ Jongeren hebben dit dondersgoed door en worden volgens Wilthagen ook op deze toekomst voorbereid: ‘Ze beseffen dat een groot en breed cv hard nodig is en daarom stellen ze het betreden van de arbeidsmarkt vaak uit.’
Wilthagen stelt daarom dat uitstellen het probleem niet is. ‘Het probleem is dat jongvolwassenen heel erg moeten leunen op hun ouders. Wanneer dit niet kan, val je tussen wal en schip en is het maar de vraag of je je hoofd boven water kunt houden.’ Ook Van den Berg noemt dit en is bang voor een groeiende ongelijkheid tussen verschillende sociale klassen.
‘Als je geen vangnet hebt, kun je je een verkeerde keuze niet permiteren.’
Generatietoets
Hoewel uitstellen iets van alle tijden is, is het maar de vraag of het goed of slecht is voor jongeren. Enerzijds ontwikkelen jongeren zich beter tot volwassenen door het uitstellen van keuzes. Anderzijds moeten zij dit in een zeer nadelige situatie doen. Als je zelf geen vangnet hebt, kun je je een verkeerde keuze niet permitteren waardoor er nog meer druk op je komt te staan om de juiste keuze te maken. Daarom zou iets als een generatietoets een verbetering van de zaak zijn. De SER heeft de invoering geadviseerd. De generatietoets houdt in dat wetten voordat ze worden aangenomen, getoetst worden op basis van de verwachte gevolgen voor verschillende generaties. Als de generatietoets er bijvoorbeeld was voordat het leenstelsel werd ingevoerd, zou er wellicht meer zijn nagedacht over de gevolgen van het leenstelsel voor de huidige generatie studenten. Dit had er dus voor kunnen zorgen dat zij in een voordeligere situatie waren beland waar uitstellen minder noodzakelijk en meer een eigen keuze zou zijn. De uitgestelde generatie is op die manier in ieder geval niet achtergesteld.