Het studentenlandschap op de Radboud Universiteit verandert. De universiteit zet in op internationalisering waardoor op de campus steeds meer buitenlandse studenten rondlopen. Integreren deze internationale nieuwkomers wel in het Nijmeegse studentenleven?
Tekst: Vera Crienen
Illustraties: Kutkunst.com
Dit artikel verscheen eerder in de derde editie van ANS.
Door de internationalisering van de studentenpopulatie groeit de verscheidenheid aan uitheemse planten op het Radboudiaanse veld. Tussen de tulpen verschijnen steeds meer onbekende en soms zelfs exotische bloemen. Het bloeiende internationale ecosysteem bestaat uit uitwisselingsstudenten die een paar maanden in Nijmegen verblijven, masterstudenten en bachelorstudenten.
Deze laatste groep groeit sinds dit jaar het snelst door zes nieuwe Engelstalige bachelorstudies op de Radboud Universiteit (RU). De studies International Business Administration en International Economics & Business hadden al langer een Engelse track binnen de Nederlandstalige bachelor. Nu zijn daar Artificial intelligence, Chemistry, Molecular Life Science, Arts and Culture Studies, International Bussiness Communication en Psychology bijgekomen. Het aantal eerstejaars studenten afkomstig uit het buitenland is hierdoor gestegen van 12 naar 21 procent, waarvan de meesten uit Duitsland komen. Dit jaar zijn er 534 nieuwe Duitse eerstejaars. Italië staat met 33 nieuwe studenten op nummer twee. Hiernaast zijn er ook studenten van buiten Europa. Zij komen met name uit Brazilië, Vietnam en China. Deze groeiende diversiteit in de universitaire natuur is fraai, maar integreren de internationale bloemen wel in het oerhollandse polderlandschap?
Welkom in Nijmegen
Tim Zengerle is een buitenlandse student op de RU die al goed is geïntegreerd. Deze derdejaarsstudent komt oorspronkelijk uit Duitsland en volgt de Nederlandstalige bachelor Psychologie. Zengerle spreekt Nederlands en heeft ook Nederlandse vrienden. Voor hem begon de integratie tijdens de intro. ‘De introductieweek is belangrijk voor het leggen van de eerste contacten’, vertelt Zengerle. ‘Tijdens deze week wordt ervoor gezorgd dat internationale studenten de kans krijgen om in contact te
komen met Nederlandse studenten. Je gaat met elkaar stappen, de stad verkennen en spelletjes doen. Daardoor leer je veel mensen kennen.’ Contact leggen tijdens de introductie is van belang voor elke nieuwe student, maar voor de buitenlandse eerstejaars die zich thuis moeten gaan voelen in een vreemd land is dit des te belangrijker.
‘Nederlanders zijn heel direct. Hoe ga je daar mee om?’
Dit jaar is de groep internationale bachelorstudenten voor het eerst echt groot. Boudewijn Grievink, Senior Beleidsmedewerker Internationalisering van het International Office aan de RU, vertelt dat er voor deze studenten geen apart introductieprogramma bestaat. ‘Ze volgen hetzelfde programma als de Nederlandse bachelorstudenten die de Engelstalige studie volgen’, legt hij uit. ‘Bij een aantal activiteiten, zoals de weekenden en de feestjes, worden ze ook gemengd met andere introgroepen.’ Voor de buitenlandse masterstudenten en uitwisselingsstudenten is dat anders. Zij volgen samen een ander introprogramma dan de Nederlandse eerstejaars.
Tijdens de introductie is er daarnaast een gezamenlijk onderdeel voor alle internationale studenten. Het International Office biedt een speciale presentatie en workshop aan waarin cultuurverschillen aan de orde komen. Grievink vertelt dat hier zaken worden besproken zoals de cultuurschok. ‘Nederlanders zijn bijvoorbeeld heel direct. Hoe ga je daar mee om? Verder worden er tijdens de introductie nog handige tips gegeven; hoe werkt een OV-chipkaart? Wat is een Bonuskaart? Dit moet ervoor zorgen dat buitenlandse studenten zo snel mogelijk uit de voeten kunnen in Nederland.’
Duitse kolonie
De RU probeert tijdens het introductieprogramma aandacht te besteden aan integratie. Toch bestaat er volgens Grievink nog steeds een internationale bubbel. ‘Het aantal Duitse studenten is zo groot dat het niet noodzakelijk is om Nederlands te leren of om Nederlandse vrienden
te maken. Deze groep vormt daardoor een soort Duitse kolonie’, legt Grievink uit. ‘Dat zie je vaker gebeuren onder internationale studenten. Ze zoeken elkaar op, omdat dit hen een veilig gevoel geeft.’
‘Veel internationale studenten zoeken elkaar op, omdat dit hen een veilig gevoel geeft.’
Zengerle herkent die internationale bubbel, ook bij zichzelf. ‘Als Duitser leer je in het begin heel veel mensen uit je eigen land kennen en vorm je daarmee een groepje. Ik ken genoeg Duitse studenten die bijna alleen met andere Duitsers omgaan.’ Toch is Zengerle niet alleen bij zijn landgenoten blijven hangen. ‘Wanneer je zelf moeite doet, leer je al snel mensen buiten je kring kennen. Nederlanders zijn naar mijn ervaring makkelijk te benaderen, vooral op feestjes. Ik heb dan ook Nederlandse studenten leren kennen die inmiddels mijn vrienden zijn.’
Veel internationale studenten zijn minder succesvol dan Zengerle in het contact maken met de inheemse studentenbevolking. Het International Office probeert deze studenten te helpen de internationale bubbel door te prikken. Daarvoor wordt overlegd met de studieverenigingen van de Engelstalige bacheloropleidingen over de mogelijkheden om de internationale studenten te betrekken bij de Nederlandse studenten. Concrete plannen zijn er echter nog niet.
Internationale huiskamer
De Stichting Studentenhuisvesting Nijmegen (SSH&) merkt dat de RU aan het internationaliseren is en dat de buitenlandse studentenpopulatie groter wordt. Volgens Vincent Buitenhuis, manager Strategie en Wonen bij de SSH&, moet de studentenhuisvester daarin meebewegen. ‘We hebben nu in totaal een kleine duizend kamers voor internationale studenten. Dit zijn short stay-kamers: kamers speciaal voor buitenlandse studenten die maximaal een jaar in Nijmegen studeren.’ Deze zijn al gemeubileerd en studenten mogen er maar een jaar in wonen.
Short stay-kamers komen voor in Hoogeveldt, Talia, Vosseveld, Molkenboerstraat en Galgenveld. Vaak zijn deze kamers geconcentreerd in een gang, waardoor sommige gangen in de SSH&-complexen internationale gangen zijn geworden. Dit is niet per se beleid volgens Buitenhuis, maar het heeft wel voordelen. ‘Wanneer een gang helemaal internationaal is, sturen we er een complexbeheerder naartoe die goed Engels spreekt.’
Internationale studenten die een hele bachelor in Nijmegen volgen, kunnen zich gewoon inschrijven bij de SSH& en vallen onder dezelfde procedure als Nederlandse studenten. Ze krijgen dus ook reistijdurgentie. ‘Voor ons maakt het niet uit of je uit Den Helder of Berlijn komt’, zegt Buitenhuis. ’Wanneer je van ver komt, heb je voorrang.’ Deze buitenlandse bachelorstudenten komen dus over het algemeen tussen Nederlanders terecht. ‘We hebben genoeg gangen met een mix van Nederlandse en internationale studenten’, vertelt Buitenhuis. Zengerle woont ook in zo’n gemengde gang. ‘Via de SSH& heb ik makkelijk een kamer kunnen vinden. Ik woon nu vooral tussen Nederlandse studenten.’ Dit is goed voor de integratie, vindt hij. ‘Sommige mensen blijven in Duitsland wonen omdat het voor hen niet zo ver weg is. Zij gaan elke avond terug en missen dus een groot deel van het Nederlandse studentenleven’. Om die reden heeft Zengerle er bewust voor gekozen om in Nijmegen te gaan wonen.
Ondanks de voordelen voor integratie ziet Buitenhuis ook minpunten van gemengd wonen. ‘Dit leidt wel eens tot onbegrip en botsingen tussen culturen.’ Van het studentenleven bestaat volgens Buitenhuis een soort ideaalbeeld dat het een international classroom en ook een international living room moet zijn. ‘Dat houdt in dat studenten met verschillende nationaliteiten allemaal samen studeren en wonen.’ Omdat dit soms ook leidt tot wederzijdse klachten, vindt hij dat dit beeld niet te veel moet worden geromantiseerd. Het beleid van de SSH& is daarom dat gemengd wonen wel wordt aangeboden, maar dat het een keuze moet blijven van de internationale student. ‘Het komt wel eens voor dat studenten overplaatsing aanvragen naar een gang waar meer internationale vrienden zitten. Dat moet ook gewoon blijven kunnen voor iedereen.’
Taalbarrière
Veel buitenlandse studenten die nu aan de RU komen studeren, volgen een Engelstalig programma. Voor hen is het dus niet noodzakelijk om Nederlands te leren. Toch is het voor studenten die langer in Nederland blijven een belangrijke stap in de integratie. Ook Zengerle ziet de voordelen van het Nederlands spreken. ‘Het kan je helpen om je thuis te voelen. Wanneer je een andere taal spreekt dan iedereen om je heen, blijf je altijd een “buitenlander”.’ Voordat hij naar de RU kwam, moest Zengerle binnen twee maanden Nederlands leren van de RU. ‘Toch leer je pas echt Nederlands als je hier woont’, vertelt hij. ‘In het begin had ik nog wel last van de taalbarrière, want small talk leer je niet tijdens een cursus. Je moet dus wel je best blijven doen om je taalvaardigheden bij te spijkeren.’
Om studenten hierbij te helpen, maakt het International Office afspraken met Radboud In’to Languages. Daar wordt een taalcursus Social Dutch aangeboden voor buitenlandse studenten die Nederlands willen leren. Studenten die hun Nederlands in de praktijk willen brengen, hebben volgens Grieving echter last van het feit dat mensen in Nederland zo goed Engels spreken. ‘Wanneer iemand hoort dat je geen Nederlander bent, wordt er gelijk overgeschakeld op Engels, vooral door studenten.’ Een van de manieren om toch Nederlands te oefenen en Nederlandse contacten te leggen, is lid worden van een studentenvereniging. Gijs Heldens, praeses van Ovum Novum, ziet hier de voordelen van voor buitenlandse studenten in verband met integratie. ‘De voertaal bij Ovum Novum is Nederlands, dus het kan voor internationale studenten nuttig zijn om lid te worden om zo de taal sneller te leren.’ Nog maar weinig internationale studenten hebben echter de weg naar een vereniging gevonden.
Bij Ovum Novum is het aantal buitenlandse studenten bijvoorbeeld op twee handen te tellen. Volgens Heldens zijn dit vooral studenten die een hele studie aan de RU volgen. Ook sportverenigingen zoals Phocas hebben nog weinig internationale leden. De studentenverenigingen richten zich niet op het werven van buitenlandse studenten. ‘We willen natuurlijk wel dat de drempel om lid te worden ook voor internationale studenten laag is’, zegt Heldens. ‘Daar hebben we nog geen aandacht aan besteed, maar met het oog op de toekomst zullen we daar wel over na moeten denken.’
‘Gemengd wonen leidt soms tot onbegrip en botsingen tussen culturen.’
De diversiteit in het universitaire studentenlandschap groeit en vraagt om aandacht voor integratie. De universiteit, de SSH& en studentenverenigingen denken hier over na, maar hebben de internationale bubbel nog niet door kunnen prikken. De buitenlandse student heeft vol gens Zengerle ook een eigen verantwoordelijkheid. ‘Een groot deel van het integratiewerk moet door de student zelf worden gedaan.’ Wanneer internationale studenten zich wortelen in het Nijmeegse studentenleven, zal het Radboudiaanse bloemenveld kleurrijker worden.