Het Kronenburgerpark en het Waalstrand zijn welbekende plekjes ‘groen’ onder studenten. Wie iets verder kijkt en modder op de schoenen niet vreest, ontdekt het uitgestrekte natuurgebied de Gelderse Poort. ANS ging op safari met boswachter Thijmen van Heerde en ontdekte de flora en fauna van het Nijmeegse rivierengebied.
Tekst: Noor de Kort en Tijn Oostenbrink
Foto’s: Noor de Kort
Dit artikel verscheen eerder in de zesde editie van ANS.
Nijmegen is geliefd onder studenten, maar ook natuurliefhebbers doen de stad aan de Waal graag aan. Een snelle blik op de omgeving maakt duidelijk waarom. De diversiteit en dynamiek van het rivierengebied rondom Nijmegen trekken natuurliefhebbers vanuit heel Nederland. Studenten komen echter vaak niet verder dan het met bierblikken bezaaide Waalstrand. Dat is erg jammer, vindt Thijmen van Heerde, boswachter bij Staatsbosbeheer in natuurgebied de Gelderse Poort. Samen met zijn collega’s draagt hij zorg over het gebied van 3000 hectare, dat zich uitstrekt van Lobith tot aan de rand van de Veluwe. Door de snel veranderende waterstand is het gebied altijd in beweging. ‘Anderhalve week geleden kon ik bij de Waal op veel plekken nog het bos in en nu heb ik daar een kano nodig’, lacht de boswachter. ‘De plant- en diersoorten die hier leven, moeten met deze constant veranderende omstandigheden dealen.’ Als achtjarig jongetje wist Van Heerde al dat hij boswachter wilde worden en toen er anderhalf jaar geleden een baan vrijkwam bij de Gelderse Poort aarzelde hij dan ook geen moment. Van Heerde vervult de rol van ambassadeur van het gebied en probeert op deze manier zijn aanstekelijke enthousiasme over te brengen. ANS trok de laarzen uit de kast en ging op stap in het natuurgebied dat op een steenworp afstand ligt van het centrum van Nijmegen.
Vroeg uit de veren
De boswachters van de Gelderse Poort zijn vroege vogels. Bij Van Heerde thuis gaat de wekker elke dag om half zes en iets meer dan een uur later komt hij samen metde andere boswachters op hun werkplek in de Ooijpolder. Iedere dag begint het werk hier voor de boswachters om acht uur met een sterke bak koffie en wat slap geou- wehoer. De mannen zitten aan een grote tafel en vooral de baas moet het ontgelden op de vroege morgen. ‘Je verdient meer, maar doet weinig’, grappen de mannen, als ze uitleggen wie welke taken vervult. Hij kan er gelukkig zelf ook om lachen. Van Heerde bekleedt zelf de functie ‘boswachter publiek’, waarbij voorlichting geven en het gebied promoten de belangrijkste taken zijn. Regelmatig werkt hij als gids in het gebied en daarnaast is Van Heerde het aanspreekpunt voor verschillende media. ‘Als Hart van Nederland belt met een verhaal over een aangereden otter, moet ik daar, hup, voor de camera kunnen staan. Dat kan ook zijn omdat de eerste ooievaar van het jaar is gezien in Nederland, of omdat we in het weekend een aantal recreanten op de bon hebben geslingerd.’
Intussen zijn de koffiekopjes leeg en beginnen de mannen hun taken voor te bereiden. Ook voor Van Heerde is het tijd om aan de slag te gaan. Allereerst staat er een afspraak op de planning met Annemieke van den Berg, omgevingsmanager bij Staatsbosbeheer. Samen zijn zij bezig met het realiseren van een informatiefilm over een project in de Millingerwaard, een natuurgebied in de Gelderse Poort. Hier wordt door Staatsbosbeheer, verschillende bedrijven en de gemeente een nevengeul gegraven. Van Heerde legt uit dat de film een tweeledig doel heeft. ‘De film dient als voorlichting, maar we willen er ook mee laten zien dat commercie en natuur hand in hand kunnen gaan.’
‘Bedrijven mogen hun gang gaan, mits zij respect hebben voor de natuur.’
Vanwege bezuinigingen door de overheid is samenwerking met het bedrijfsleven noodgedwongen een speerpunt geworden van Staatsbosbeheer. Van den Berg vertelt dat voormalig staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Henk Bleker in 2010 besloot flink te korten op natuursubsidie. Voor Staatsbosbeheer betekende dit een enorme budgetkorting. ‘Ineens moest Staatsbosbeheer het gaan rooien met nog maar dertig procent van haar oorspronkelijke budget. Goed voor de natuur was dit natuurlijk niet, maar we zijn wel creatiever geworden in de financiering van onze werkzaamheden.’ Sindsdien gaat Staatsbosbeheer steeds vaker in gesprek met bedrijven die mogelijk baat hebben bij het opzetten van projecten in de natuurgebieden. Dat de natuur bewaard blijft, staat echter nog steeds voorop. Daarom adviseert Staatsbosbeheer de bedrijven ook op het gebied van duurzaamheid. ‘Bedrijven mogen hun gang gaan, mits zij respect hebben voor de natuur’, stelt Van den Berg.
Graven voor groen
Om het samengaan van natuurbeheer en het bedrijfsleven te illustreren, besluit Van Heerde naar de Millingerwaard te gaan. Ook boswachter Misja van Vonderen, die zich bezighoudt met het onderhoud van het gebied, gaat mee. Nadat Van Heerde de auto van een collega heeft weten te regelen, vertrekt hij over de dijk richting het gebied. Eenmaal aangekomen bij de nevengeul in de Millingerwaard zet hij de auto stil om uitleg te geven over de herinrichting van het gebied. Staatsbosbeheer is voor het financieren hiervan een samenwerking aangegaan met grondstofproducent K3Delta, die verantwoordelijk is voor zandwinning in de Milingerwaard. Van Heerde wijst rechts naar het water van de nevengeul, waar op het eerste gezicht niets bijzonders te zien is. ‘Als je de weerspiegeling van de fabriekstoren in het water volgt, kom je uit bij een donkere vlek. Dat is de dam die nieuw is aangelegd.’ Van Heerde vertelt dat de plek waar hij nu op staat, de weg naar de oude steenfabriek van Millingen, zal verdwijnen. Op die manier kan de nevengeul verbonden worden met de Waal. ‘Als het water dan hoog genoeg staat, ontstaat er een enorme stroming over de dam. Oversteken via de dam is dan levensgevaarlijk.’ Naast de toegangsweg zal ook de steenfabriek worden afgebroken. Een hijskraan is in de verte bezig met de ontmanteling van de vroegere laad- en losplek. Van Vonderen tuurt aandachtig door zijn verrekijker en Van Heerde ziet een mogelijkheid voor een fotomomentje. De boswachter pakt zijn telefoon er weer bij. ‘Ik ben veel bezig met tweeten, facebooken, instagrammen, vloggen en bloggen, zodat mensen vanaf de luie bank ook kunnen volgen wat wij hier doen.’
Van Heerde en Van Vonderen stappen weer in de auto om de uitgegraven kwelvingers, uitlopende waterstroompjes van de nevengeul, van dichterbij te bekijken. Vlak na het kerkje in Kekerdom – ‘wat een idyllisch plaatje, hè’ – stuurt Van Heerde de auto de dijk af, opnieuw de Millingerwaard in. De kwelvingers van de nevengeul waren allemaal dichtgeslibd, maar zijn opnieuw opengegraven. Op deze manier kan kwelwater – ondergronds, schoon water – de Millingerwaard binnenkomen en daar profiteren volgens Van Heerde zowel planten als dieren van. ‘Nu zien we nog vooral veel ganzen- en eendensoorten, maar in de toekomst zouden daar een zeearend en visarend bij kunnen komen. Wat planten betreft zullen er vooral meer kranswieren groeien. Waterviolier is bijvoorbeeld een heel mooi kranswier dat alleen voorkomt op plekken met schoon water.’
Work in progress
Een andere diersoort die het goed doet in het gebied van de kwelvingers, is de bever. Dit gebied kent, in tegenstelling tot de rest van het rivierengebied, een redelijk constante waterstand en heeft veel wilgenbomen. Daardoor is het een fijne leefomgeving voor dit dier. In de zomer organiseert Van Heerde kanotochten naar de beverburchten en ook nu wil hij graag een burcht van dichtbij laten zien. Hij vertelt dat de graafwerkzaamheden ook gevolgen hebben voor het leven van de bever. ‘Omdat een van de burchten de stroming te veel zou tegenhouden, hebben we deze weggehaald. We hebben de takken daar neergelegd’, wijst de boswachter naar een andere plek aan de waterkant. ‘Diezelfde bever is nu alweer bezig met het bouwen van een nieuwe burcht.’
‘De bever kan het hier helemaal dichtleggen; dat is voor hem een fluitje van een cent.’
‘De wilgentakken zijn in eerste instantie voedsel voor de bever’, vertelt Van Heerde. Hij loopt een stukje het bos in en wijst op een omgeknaagde boom. ‘Hij knaagt de bast eraf en als hij zijn burcht wil upgraden, of een dam wil bouwen, neemt hij de takken mee.’ Aan deze laatste klus hoeft de bever in de Millingerwaard nu nog niet te geloven, maar dat zal waarschijnlijk veranderen. ‘Ik ben heel benieuwd wat de bevers gaan doen als de dam in de nevengeul straks in werking is’, zegt Van Heerde enthousiast. ‘Het waterniveau zal dan meer op en neer gaan en dat vindt een bever niet leuk. Waarschijnlijk zal hij op een aantal plekken dammen gaan bouwen. Hij kan het hier helemaal dichtleggen; dat is voor hem een fluitje van een cent.’
Op safari
Onderweg terug naar de werkplek van de boswachters, rijdt Van Heerde langs een van de oude steenfabrieken. ‘In dit vervallen gebouw hebben de dieren vrij spel’, legt Van Heerde uit. We doen in dit geval geen specifieke ingrepen. Sommige plekken richten we helemaal in voor de beesten, maar deze niet: we zien wel wat er gebeurt.’ Tijdens een stukje offroad waar menig safariganger jaloers op zou zijn, spot Van Heerde plots een Galloway-koe met een kalfje van een paar weken oud. ‘Kijk dan, dit is toch prachtig’, verzucht hij. Hij manoeuvreert de auto in de perfecte positie voor een fotomomentje op maar een paar meter afstand. De donzige beesten hebben een hoge knuffelfactor, maar laten zich niet makkelijk aaien. ‘Voor de auto zijn ze niet bang’, legt Van Heerde uit. Het safari-gevoel is nu echt compleet op het Nijmeegse achterland. ‘Dit maakt mijn werk nou leuk’, zegt hij, terwijl hij zelf ook wat plaatjes schiet voor zijn Instagram. ‘Vaak heb ik geen idee hoe de dag precies gaat verlopen. Dat je zo’n kalfje tegenkomt, verwacht je niet.’ Met mooie plaatjes op zak stuurt de boswachter zijn auto de Gelderse rimboe uit. Van Heerde vertelt dat veel mensen naar het buitenland op vakantie gaan om bepaalde natuurverschijnselen te zien. De Gelderse Poort is volgens hem minstens zo interessant. ‘Hier is genoeg te zien’, besluit hij. ‘Je moet alleen weten waar je moet kijken.’