In Kamervragen gaan twee studenten op ontdekkingstocht in elkaars kamer en speculeren ze over de persoonlijkheid, activiteiten en vreemde trekjes van de bewoner. Kunnen ze uitvinden wat voor persoon er achter de kamer schuilgaat? Deze editie: Lisa en Tim.
Tekst: Julia Mars en Jeyna Sow
Foto’s: Steven Huls
Dit artikel verscheen eerder in de zevende editie van ANS.
Lisa bij Tim
‘Jezus, wat een kamer!’ Wanneer Lisa het luxe vertrek van Tim binnenstapt, is ze totaal overdonderd. De woning bestaat uit meerdere kamers en is van alle gemakken voorzien, waaronder een dure speakerinstallatie, een enorme flatscreen-tv en maar liefst twee goedgevulde koelkasten. ‘Wat ruikt het hier lekker’, zegt Lisa verwonderd, terwijl een verzameling geurstokjes haar aandacht trekt. ‘De hele inrichting straalt rust uit. Misschien moeten we vrienden worden, zodat ik kan leren om ook zo netjes te worden.’ Ze is vastberaden: ‘Hier moet wel een meisje wonen.’
Lisa besluit een kijkje te nemen in de keuken. Wat ze daar aantreft, slaat alles. ‘Een elektrische wijnkoeler, dat kan toch niet!’ Lisa komt niet meer bij van het lachen. Op de vensterbank staat een verzameling lege bierflesjes. ‘Het is vast een echt verenigingsbeest’, concludeert ze. ‘Ondanks alle luxe kan ze ook genieten van een biertje op de bank.’ De loungeset die in de woonkamer staat, bevalt haar wel. ‘Daar zou ik graag eens op willen chillen.’ Lisa is nieuwsgierig naar hoe de slaapkamer eruit ziet. De inhoud van de kledingkast, die enkel bestaat uit petten en mannenschoenen, kan ze niet plaatsen. ‘Dat is wel erg minimalistisch’, besluit ze uiteindelijk.
Lisa blijft met een prangende vraag zitten. ‘Hoe kom je aan zo’n kamer?’, vraagt ze zich hardop af terwijl ze rondsnuffelt in de badkamer, die ook tot in de puntjes is afgewerkt. ‘De bewoner zal wel veel werken om bij te verdienen. Of misschien studeert ze Economie en weet ze hoe ze haar geld moet investeren.’ Lisa laat haar hand over een stapeltje keurig opgevouwen witte handdoeken glijden. Ze schudt haar hoofd. ‘Het is net een hotel hier.’ In de la onder de wastafel ontdekt Lisa allerlei verzorgingsproducten voor mannen. Pas nu valt haar op dat er wel erg veel mannenartikelen te vinden zijn. ‘Ik raak in de war, misschien woont hier toch een man’, zegt ze met een frons. ‘Maar hoe kan een man zo opgeruimd zijn?’
Tim bij Lisa
Tim ziet door de bomen het bos niet meer als hij de ruime kamer van Lisa binnenstapt. ‘Wauw, hier staat een kokosnotenboom, en daar een ananasplant’, zegt hij. Hij kijkt verbluft om zich heen in de mini-jungle. ‘Hoe langer je kijkt, hoe meer planten je ziet. Ze zal wel erg van planten houden’, merkt hij droogjes op. Dan valt hem de badjas op, die toepasselijk genoeg voorzien is van een bloemenmotief. ‘Ah, dat is een weggevertje. Hier zal wel een meisje wonen.’
Het duurt even, maar na een tijdje begint Tim te acclimatiseren. Een glimlach verschijnt op zijn gezicht bij het zien van een aantal flesjes speciaalbier en een verzameling reisboeken over Zuidoost-Azië. ‘Ze lijkt me een echte levensgenieter’, zegt hij terwijl hij een potje gevuld met festivalbandjes en andere prullaria van dichtbij bekijkt. Daarin ziet hij een overeenkomst. ‘Ik heb zelf ook zo’n verzameling festivalbandjes aan mijn tas hangen.’ Voorzichtig trekt hij een kastje open. ‘Ballen!’, roept hij iets te enthousiast. ‘Zou ze kunnen jongleren? Dat zou echt cool zijn.’ Toch voelt hij zich nog niet helemaal geworteld in de kamer, want na bijna alle kastjes open te hebben getrokken, laat hij de onderste laatjes toch maar dicht. Tim blijkt een nette jongeman te zijn: ‘Daar zit waarschijnlijk ondergoed in, die zal ik maar niet open doen’
Tim grinnikt als hij sportschoenen en weckpotten vol met noten en zaden ziet staan. ‘Dat is wel een beetje hashtag fitgirl.’ Wat voor sport de bewoner beoefent, durft hij niet te zeggen. Op zoek naar aanwijzingen kijkt hij de kamer rond, tot zijn oog valt op iets wat hij veel interessanter vindt. In de tuin, te midden van het ongemaaide gras, ziet hij een konijnenren staan. ‘Wat gaaf’, roept hij uitgelaten. ‘En wat lekker, zo’n tuin.’ De ruimte en de inrichting van de kamer bevallen Tim wel. ‘Mijn kamer is heel anders, maar ik zou hier wel kunnen leven’, zegt hij goedkeurend.
Vragenuurtje
Tijd voor de confrontatie: hadden de studenten het bij het juiste eind of sloegen ze de plank compleet mis?
Wanneer Lisa (20, tweedejaars Psychologie) ziet dat de bewoner van de kamer helemaal geen meisje is, slaat ze haar hand voor haar mond. ‘Wat erg, ik had verwacht dat je een vrouw zou zijn!’ Gelukkig kan Tim (20, eerstejaars Biologie) er wel om lachen. ‘Tja, mijn moeder heeft de inrichting gedaan’, bekent hij. Lisa wil weten hoe Tim aan zijn kamer is gekomen. Hij bloost een beetje en geeft toe dat zijn ouders het appartement hebben gekocht. Hij besluit alles maar op te biechten en vertelt dat zijn moeder af en toe de ramen komt lappen. ‘Wil ze niet ook eens bij mij langskomen?’ lacht Lisa. ‘Die van mij zijn belachelijk smerig.’
Ondanks Tims grote drankvoorraad en luxe accessoires, is hij niet de verenigingsfanaat die Lisa had verwacht. Hij is alleen lid van zijn studievereniging en maakt een bescheiden indruk. Wel komen zijn vrienden vaak bij hem over de vloer. ‘Dat is makkelijk, met zo’n grote bank. De afgelopen donderdagen wilden mijn vrienden steeds per se bij mij Temptation Island kijken.’
Later komt het gesprek onvermijdelijk terug op de planten van Lisa. Gebaseerd op de inrichting zou het logischer zijn geweest dat bioloog Tim in deze kamer had gewoond. De twee moeten lachen als ze de ironie opmerken. ‘Als psycholoog had ik inderdaad beter in zo’n klinische setting gepast waar alles heel strak is ingericht.’ Het gesprek leeft helemaal op als Tim zijn verwondering over de hoeveelheid planten op Lisa’s kamer uitspreekt. ‘Ze zijn niet allemaal van mij hoor, sommige zijn de oppasplanten van mijn huisgenoten. Als ze op vakantie gaan, vragen ze altijd aan mij of ik op hun plantjes wil passen’, zegt ze met zichtbare trots. Wanneer Tim naar de kokosnotenboom vraagt, lacht ze een beetje betrapt. ‘Gisteren was ik naar de stad om oordoppen te kopen en kwam ik langs de bloemenzaak. Daar zag ik hem staan. Je raadt het al, toen kwam ik zonder oordoppen thuis.’
Lisa en Tim