Nijmeegse delicatessen, de rector magnificus van de Radboud Universiteit en de infrastructuur in de studentenstad. Hebben de aankomende studenten hun kennis over Nijmegen en de RU op peil of moeten ze nog wat vaker Wikipedia bezoeken? Tijdens de introductieweek legt ANS iedere dag een aantal vragen voor aan een introgroepje over hun toekomstige woon- en studieplaats, Nijmegen.
Tekst en foto: Tom Plaum
Op de tweede sportdag van de introductieweek zoekt een groepje Natuurkundestudenten de rust op in het gras naast de Heyendaalsweg. Snel eten ze een boterhammetje op om zich op te peppen voor het tweede deel van de sportdag. De mentormama van het groepje krijgt haar kindjes en echtgenoten snel stil met een bulderende ‘Hee, bek dicht!’. De kindjes gehoorzamen braaf hun moeder en luisteren naar de vragen.
Vraag 1: Hoe heet de beruchte rotonde middenin het centrum van Nijmegen?
Hier hoeven de Natuurkundigen niet lang over na te denken. ‘Keizer Karelplein!’, roepen ze in koor. Een van de mentorkindjes vertelt verheugd dat hij woensdagmiddag nog in het midden van het plein is geweest. Hoe hij levend terug is gekomen, is een raadsel.
Vraag 2: Welk dier vergezelt je graag tijdens het studeren in de UB?
‘Een feestbeest!’, wordt er voor de grap geroepen, maar een van de papa’s van de groep weet het antwoord. Koelbloedig vertelt hij dat ratten en muizen graag met de studenten meekijken als zij leren voor hun tentamen in de UB. Het tweede punt is binnen.
Vraag 3: Noem minimaal drie kroegen die liggen aan de Grote Markt.
De studenten Natuurkunde denken eventjes na, maar al snel noemen ze Stadscafé Jan, Café Daen en Café Camelot. Een kindje komt zelfs met Café De Waagh op de proppen, waar studenten minder snel te vinden zijn. ‘Mag ik ook de HEMA noemen?’, wordt er lacherig gevraagd. Helaas wordt dat antwoord niet goed gerekend.
Vraag 4: Waar staat N.E.C. voor?
Hard klinkt linksachter uit de groep het goede antwoord: ‘Nijmegen Eendracht Combinatie!’ Dat terwijl het introkindje helemaal geen voetbalfan is. Gelijk breekt tussen de Natuurkundestudenten de discussie los hoe je N.E.C. moet uitspreken. ‘Je nek ziet hier, N.E.C. zit hier’, zegt een van de introlopers, wijzend naar zijn hart. Goed om te horen dat de groep deze Nijmeegse uitspraak ook al kent, maar het levert hun helaas geen bonuspunten op.
Vraag 5: Tot hoe laat is de Refter open op vrijdag?
Deze vraag blijkt een hersenkraker te zijn voor de groep Natuurkundigen. Ze weten wel dat de tijd afwijkend is van de normale sluitingstijd van het eethuis van de RU, maar hoe laat deze op vrijdag sluit, weten ze niet. ‘Kan je er eigenlijk wel eten op vrijdag?’, vragen ze zich af. Eten kan wel vanaf 12 uur, maar om 14 uur moeten de studenten en medwerkers het veld ruimen en gaat de draaideur op slot.
De Natuurkundestudenten maken een goede beurt; ze weten vier van de vijf vragen goed te beantwoorden. Het uitgaansbereik reikt verder dan enkel de Molenstraat en het introgroepje heeft waarschijnlijk al meedere keren een rondje Keizer Karelplein gedaan. De opvoeding met ferme taal heeft duidelijk zijn vruchten afgeworpen.
