Bijna elke Brabantse student is van huis uit opgevoed met het worstenbroodje. Zij kunnen nu met nog meer voldoening de delicatesse achter hun kiezen werken, want het worstenbroodje is opgenomen in de nationale lijst van immaterieel cultureel erfgoed.
Vier jaar lang heeft Ton Poppelaars, voorzitter van de organisatie Lekkerste Brabantse Worstenbroodje, naar dit moment toegewerkt. Tegen Omroep Brabant vertelt hij dat het ‘de kroon op mijn werk is en op het werk van alle Brabantse bakkers. Een bijzonder grote eer.’ Het worstenbroodje deelt de lijst met onder meer Koningsdag en de Nijmeegse Vierdaagse.
Het broodje is opgenomen in de lijst omdat de cultuur rondom het Brabantse worstenbroodje wordt gezien als een belangrijke traditie, die behouden moet blijven. De manier waarop de lekkernij wordt gemaakt gaat namelijk al heel ver terug. Ooit bedacht een briljante bakker het om vlees langer houdbaar te maken door het in deeg te rollen en het worstenbroodje zag het levenslicht. Vroeger werd het broodje alleen gegeten bij speciale gelegenheden, zoals bij carnaval of de nacht voor kerstmis. Bij de traditie hoorde ook de manier waarop het met deeg omhulde worstje wordt gegeten: samen met familie en vrienden.